Lied 26
Wandel met Jehovah God!
1. O, wandel met Jehovah God,
bescheiden en oprecht,
en dien hem in rechtschapenheid;
doe al wat hij je zegt.
Houd krachtig in Gods waarheid stand,
dan word je nooit verblind,
maar leidt God zelf je bij de hand
als was je een klein kind.
2. O, wandel met Jehovah God,
verval niet weer tot kwaad.
Ga voort tot rijpheid, win Gods gunst,
zorg dat je stevig staat.
Bedenk wat lieflijk is en goed,
waarachtig, juist en rein.
Blijf trouw volharden en schep moed:
God zal je sterkte zijn.
3. O, wandel met Jehovah God,
want daarbij vind je baat.
Ja, godsvrucht en tevredenheid
zijn dan het resultaat.
O, ga met God en loof hem blij
om wat hij heeft gedaan.
De grootste vreugde krijgen wij
door in de dienst te staan.
(Zie ook Gen. 5:24; 6:9; Fil. 4:8; 1 Tim. 6:6-8.)