Lied 87
Wij zijn van nu af één
1. Vlees van mijn vlees, been van mijn been,
dankzij Gods goedheid niet meer alleen.
Ik heb een partner gevonden,
wij zijn van nu af één.
Wij met z’n twee zien heel goed in
wat God bedoelde in het begin.
Als man en vrouw staan wij samen
voor hem als nieuw gezin.
Elke dag doen wij getrouw Gods wil.
En hij leert ons graag
wat liefde echt van ons vraagt.
Wij keken uit naar deze tijd.
Van mijn gelofte krijg ik geen spijt.
Ja, ook tot eer van Jehovah
hou ik voor eeuwig veel van jou.
(Zie ook Gen. 29:18; Pred. 4:9, 10; 1 Kor. 13:8.)