Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

LIED 28

Vriendschap met Jehovah

Vriendschap met Jehovah

(Psalm 15)

  1. 1. Wie is uw vriend, o God?

    Wie is het die u kent?

    Wie wint uw vriendschap? Wie is uw gast,

    wie woont er in uw tent?

    Al wie uw Woord aanvaardt,

    dankbaar voor wat u geeft.

    Al wie uit liefde, naar uw gebod,

    trouw naar de waarheid leeft.

  2. 2. Wie is uw vriend, o God?

    Wie staat er voor uw troon?

    Wie schenkt u vreugde, wie roert uw hart?

    Wie kent u als persoon?

    Al wie uw naam verhoogt,

    al wie uw Woord waardeert.

    Al wie de waarheid spreekt in zijn hart,

    zich tot u heeft gekeerd.

  3. 3. Telkens wanneer ik bid,

    moe en door zorg geplaagd,

    stort ik mijn hart uit, want ik besef:

    u bent het die mij draagt.

    Laat mij uw vriend toch zijn,

    al is dat onverdiend.

    Zo’n band met u is echt iets unieks,

    u bent mijn grootste Vriend!