Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De verborgen wonden van seksuele kindermishandeling

De verborgen wonden van seksuele kindermishandeling

„Ik haat mezelf gewoon. Ik denk steeds maar dat ik iets had moeten doen, iets had moeten zeggen om het te verhinderen. Ik voel me zo smerig.” — Ann.

„Ik voel me vervreemd van de mensen. Vaak kamp ik met gevoelens van radeloosheid en wanhoop. Soms zou ik het liefst doodgaan.” — Jill.

„SEKSUELE kindermishandeling is . . . een overweldigende, schadelijke en vernederende aanslag op de geest, de ziel en het lichaam van een kind . . . De mishandeling maakt inbreuk op elk facet van iemands bestaan.” Aldus The Right to Innocence, door Beverly Engel.

Niet alle kinderen reageren op dezelfde manier op seksuele mishandeling. * Kinderen verschillen qua persoonlijkheid, qua vermogen om iets te verwerken en qua innerlijke emotionele hulpbronnen. Veel hangt ook af van de relatie van het kind met de dader, de ernst van de aanranding, hoe lang het is misbruikt, de leeftijd van het kind, en andere factoren. Bovendien kan de schade vaak tot een minimum beperkt worden als de mishandeling aan het licht komt en het kind liefdevolle hulp van volwassenen krijgt. Veel slachtoffers lopen echter diepe emotionele wonden op.

Waarom zo rampzalig

De bijbel biedt inzicht in het waarom van zulke schade. In Prediker 7:7 wordt opgemerkt: „Louter onderdrukking kan een wijze waanzinnig doen handelen.” Als dit al geldt voor een volwassene, denkt u zich dan het effect van wrede onderdrukking eens in op een klein kind — vooral als de schuldige een ouder is, die het vertrouwen van het kind genoot. Per slot van rekening zijn de eerste paar levensjaren van essentieel belang voor de emotionele en geestelijke ontwikkeling van een kind (2 Timotheüs 3:15). Juist op die prille leeftijd begint een kind morele grenzen en een gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen. Door zich aan haar ouders te hechten, leert een kind ook de betekenis van liefde en vertrouwen. — Psalm 22:9.

„Bij misbruikte kinderen”, zo legt dr. J. Patrick Gannon uit, „wordt dit proces, het opbouwen van vertrouwen, verstoord.” De dader beschaamt het vertrouwen van het kind; hij berooft haar van elk zweempje veiligheid, privacy of zelfrespect en gebruikt haar als niet meer dan een voorwerp voor  zijn eigen zelfbevrediging. * Kleine kinderen begrijpen de betekenis niet van de immorele daden die hun worden opgedrongen, maar vinden de ervaring bijna algemeen ontredderend, angstaanjagend en vernederend.

Seksuele kindermishandeling is dan ook wel „het ergst mogelijke verraad” genoemd. Het doet ons denken aan Jezus’ vraag: „Is er soms iemand onder u die wanneer zijn zoon om brood vraagt, hem een steen zal geven?” (Mattheüs 7:9) De aanrander daarentegen geeft een kind geen liefde en genegenheid, maar de allerwreedste „steen” — seksuele mishandeling.

Waarom de wonden blijven

Spreuken 22:6 luidt: „Leid een knaap op overeenkomstig de weg voor hem; ook als hij oud wordt, zal hij er niet van afwijken.” Het is duidelijk dat de invloed van ouders zich een leven lang kan doen gelden. Maar als een kind nu geleerd wordt te geloven dat ze niet bij machte is te voorkomen dat zij seksueel lastig wordt gevallen? Als haar geleerd wordt perversiteiten te verrichten in ruil voor „liefde”? Als haar geleerd wordt zichzelf te bezien als waardeloos en smerig? Zou dat niet tot levenslang destructief gedrag kunnen leiden? Niet dat seksuele kindermishandeling een later onwelvoeglijk gedrag als volwassene rechtvaardigt, maar het kan wel mede verklaren waarom slachtoffers van seksuele kindermishandeling soms geneigd zijn op een bepaalde manier te handelen of te denken.

Veel slachtoffers van seksuele mishandeling lijden aan een hele reeks symptomen, waaronder depressiviteit. In sommigen bruist het ook van aanhoudende en soms overweldigende gevoelens van schuld, schaamte en woede. Andere slachtoffers slaan misschien emotioneel dicht, zijn niet in staat emoties te uiten of zelfs te voelen. Velen worden ook geteisterd door gebrek aan zelfrespect en gevoelens van machteloosheid. Sally, die door haar oom werd misbruikt, herinnert zich: „Elke keer dat hij me lastig viel, voelde ik me machteloos en verlamd, verdoofd, stijf, verward. Waarom gebeurde dit toch?” De psychologe Cynthia Tower bericht: „Uit onderzoeken blijkt dat mensen die als kinderen zijn misbruikt, zich vaak hun leven lang als slachtoffer blijven zien.” Het kan zijn dat zij trouwen met een man die hen mishandelt, kwetsbaarheid uitstralen of zich niet bij machte voelen zich te verdedigen als zij bedreigd worden.

Normaal hebben kinderen een jaar of twaalf om zich voor te bereiden op de emoties die tijdens de puberteit ontwaken. Maar wanneer een jong kind obscene daden opgedrongen worden, kan zij overweldigd worden door de opgewekte gevoelens. Een studie wees uit, dat dit later belemmerend kan werken op haar vermogen om van huwelijksintimiteiten te genieten. Een slachtoffer genaamd Linda bekent: „Ik vind de seksuele kant van het huwelijk het moeilijkste in mijn leven. Ik krijg het afschuwelijke gevoel dat het mijn vader is, en ik raak in paniek.” Andere slachtoffers reageren vaak precies tegenovergesteld en ontwikkelen dwangmatige immorele verlangens. „Ik leidde een losbandig leven en had uiteindelijk seksuele relaties met volkomen vreemden”, geeft Jill toe.

Slachtoffers van seksuele mishandeling kunnen er ook moeite mee hebben gezonde relaties te onderhouden. Sommigen kunnen eenvoudig niet goed opschieten met mannen of met personen met autoriteit. Anderen maken vriendschappen en  huwelijken stuk door beledigend of heerszuchtig te worden. Weer anderen hebben de neiging nauwe relaties helemaal uit de weg te gaan.

Er zijn zelfs slachtoffers die hun destructieve gevoelens tegen zichzelf richten. „Ik haatte mijn lichaam omdat het had gereageerd op de prikkeling van de aanranding”, bekent Reba. Droevig genoeg komen eetstoornissen, * werkverslaving, drankzucht en druggebruik veel voor onder slachtoffers van seksuele mishandeling — als wanhopige pogingen om hun gevoelens te begraven. Sommigen uiten hun eigenhaat ook op rechtstreekser manieren. „Ik heb mezelf gesneden, mijn nagels in mijn armen gezet, mezelf gebrand”, vertelt Reba verder. „Ik vond dat ik het verdiende misbruikt te worden.”

Trek echter niet overhaast de conclusie dat iedereen die zo denkt of handelt wel seksueel misbruikt moet zijn. Andere lichamelijke of emotionele factoren kunnen een rol spelen. Deskundigen zeggen bijvoorbeeld dat soortgelijke symptomen veel voorkomen bij volwassenen die zijn opgegroeid in een ontwricht gezin — waar hun ouders hen mishandelden, hen kleineerden en vernederden, niet in hun lichamelijke behoeften voorzagen, of waar de ouders aan drugs of alcohol verslaafd waren.

Geestelijke schade

De allergemeenste schade die seksuele kindermishandeling kan aanrichten, is de potentiële geestelijke schade. Aanranding is een „verontreiniging van vlees en geest” (2 Korinthiërs 7:1). Door perversiteiten met een kind te bedrijven, door haar lichamelijke en morele grenzen te overschrijden, door haar vertrouwen te beschamen, verontreinigt een aanrander de geest of overheersende geestelijke instelling van een kind. Dit kan later belemmerend werken op de morele en geestelijke groei van het slachtoffer.

In het boek Facing Codependence door Pia Mellody wordt verder opgemerkt: „Elke ernstige seksuele mishandeling . . . is ook een geestelijke mishandeling, want het vertrouwen van het kind in een Hogere Macht wordt erdoor aangetast.” Zo vraagt een christelijke vrouw genaamd Ellen zich af: „Hoe kan ik aan Jehovah denken als een Vader wanneer het beeld dat mij van een aardse vader voor de geest staat, dat van een wrede, razende man is?” Een ander slachtoffer, Terry, zegt: „Ik heb me nooit tot Jehovah aangetrokken gevoeld als een Vader. Als God, Heer, Soeverein, Schepper, ja! Maar als Vader, nee!”

Dit hoeft niet te betekenen dat zulke mensen geestelijk zwak zijn of te weinig geloof bezitten. Integendeel, hun aanhoudende pogingen om zich aan bijbelse beginselen te houden, zijn een bewijs voor hun geestelijke kracht! Maar denk u eens in hoe sommigen zich kunnen voelen wanneer zij een bijbeltekst lezen als Psalm 103:13, waar staat: „Zoals een vader barmhartigheid toont jegens zijn zonen, heeft Jehovah barmhartigheid getoond jegens hen die hem vrezen.” Sommigen zullen dit verstandelijk wel kunnen begrijpen, maar als zij geen gezond beeld hebben van wat een vader is, is het heel goed mogelijk dat deze tekst hun gevoelsmatig niet veel doet!

Sommigen zullen het misschien ook moeilijk vinden „als een jong kind” tegenover God te staan — kwetsbaar, nederig, vol vertrouwen. Het kan zijn dat zij hun ware gevoelens verbergen voor God als zij bidden (Markus 10:15). Wellicht aarzelen zij de woorden van David in Psalm 62:7, 8 op zichzelf van toepassing te brengen: „Op God rust mijn redding en mijn heerlijkheid. Mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God. Vertrouwt te allen tijde op hem, o volk. Stort uw hart voor hem uit. God is voor ons een toevlucht.” Gevoelens van schuld en onwaardigheid kunnen zelfs hun geloof ondermijnen. Zo zei een slachtoffer: „Ik geloof vast in Jehovah’s koninkrijk. Maar ik heb niet echt het gevoel dat ik goed genoeg ben om er te komen.”

Natuurlijk zijn de gevolgen niet voor alle slachtoffers gelijk. Sommigen hebben zich wel tot Jehovah aangetrokken gevoeld als een liefdevolle Vader en voelen zich helemaal niet belemmerd in hun verhouding tot hem. Hoe dan ook, als u het slachtoffer bent van seksuele kindermishandeling, zult u het wellicht zeer waardevol vinden inzicht te krijgen in de manier waarop het van invloed is geweest op uw leven. Sommigen zullen er vrede mee hebben de zaak te laten rusten. Maar als u de indruk hebt dat de aangerichte schade aanzienlijk is, vat dan moed. Uw wonden zijn te genezen.

^ ¶5 Onze bespreking concentreert zich op wat de bijbel por·nei′a of hoererij noemt (1 Korinthiërs 6:9; vergelijk Leviticus 18:6-22). Dat omvat alle vormen van immorele gemeenschap. Andere onterende daden, zoals exhibitionisme, voyeurisme en blootstelling aan pornografie, kunnen, hoewel ze niet onder por·nei′a vallen, een kind eveneens emotionele schade berokkenen.

^ ¶8 Daar kinderen geneigd zijn volwassenen te vertrouwen, wordt ook bij seksueel misbruik door een vertrouwd familielid, een oudere broer, een huisvriend of zelfs door een vreemde hun vertrouwen verschrikkelijk beschaamd.

^ ¶15 Zie Ontwaakt! van 22 december 1990.