Hoe beschermen wij onze kinderen?
„Nooit vertellen hoor. Het is ons geheimpje.”
„Niemand zou je geloven.”
„Als je het vertelt, krijgen je ouders een hekel aan je. Ze zullen beseffen dat het jouw schuld was.”
„Wil je mijn speciale vriendje niet meer zijn?”
„Je wilt toch niet dat ik de gevangenis in moet?”
„Als je het vertelt, vermoord ik je ouders.”
NA KINDEREN gebruikt te hebben om perverse lusten te bevredigen, na hen beroofd te hebben van hun zekerheid en hun gevoel van onschuld, verlangen kinderverkrachters nog iets anders van hun slachtoffers — STILZWIJGEN. Om zich van dat stilzwijgen te verzekeren, maken zij gebruik van de schaamte van de kinderen, van geheimzinnigdoenerij en zelfs van onmiskenbare dreigementen. Op die manier worden kinderen beroofd van hun beste wapen tegen ontucht — de wil om het te vertellen, hun mond open te doen en een volwassene om bescherming te vragen.
Tragisch genoeg speelt de wereld der volwassenen kindermisbruikers vaak onbewust in de kaart. Hoe dan wel? Door te weigeren zich van dit gevaar bewust te zijn, door voedsel te geven aan het idee dat je over zoiets niet praat en door geloof te hechten aan vaak herhaalde mythen. Onwetendheid, onjuiste informatie en stilzwijgen bieden aanranders een veilige haven, maar hun slachtoffers niet.
Zo concludeerde de Canadese Conferentie van Katholieke Bisschoppen onlangs, dat juist door een „algemene doodzwijgcampagne” de grove ontucht met kinderen door katholieke geestelijken tientallen jaren door heeft kunnen gaan. In het blad Time werd in een verslag over de wijdverbreide incestplaag ook een „doodzwijgcampagne” genoemd als een factor die „slechts bijdraagt tot het voortduren van de tragedie” in gezinnen.
In Time werd echter opgemerkt dat er ten langen leste een einde aan dit doodzwijgen begint te komen. Hoe komt dat? Kort gezegd: door voorlichting. Het is zoals het blad Asiaweek het zei: „Alle deskundigen zijn het erover eens dat de beste verdediging tegen kindermisbruik publiek bewustzijn is.” Om hun kinderen te verdedigen, moeten ouders begrijpen hoe reëel de dreiging is. Blijf niet in het duister tasten door misvattingen die kinderverkrachters en niet de kinderen beschermen. — Zie het onderstaande kader.
Licht uw kind voor!
De wijze koning Salomo vertelde zijn zoon dat kennis, wijsheid en denkvermogen hem konden beschermen tegen „de slechte weg, [tegen] de man die verkeerde dingen spreekt” (Spreuken 2:10-12). Is dat niet precies wat kinderen nodig hebben? In de FBI-folder Child Molesters: A Behavioral Analysis wordt onder de kop „Het ideale slachtoffer” het volgende gezegd: „Voor de meeste kinderen is seks een taboe-onderwerp waarover zij, zeker van hun ouders, weinig nauwkeurige informatie ontvangen.” Laat uw kinderen geen ’ideaal slachtoffer’ zijn. Licht hen voor over seks. * Geen kind mag bijvoorbeeld in de puberteit komen zonder te weten hoe het lichaam in die periode verandert. Door onwetendheid zullen zij in verwarring raken, zich schamen — en kwetsbaar zijn.
Een vrouw die wij Janet zullen noemen, werd als kind seksueel misbruikt en jaren later overkwam dat haar eigen twee kinderen. Zij vertelt: „Wij waren zo opgevoed dat je nooit over seks praatte. Toen ik opgroeide, was dat dus een bron van verlegenheid. Het was beschamend. En toen ik kinderen kreeg, ging het net zo. Ik kon met de kinderen van anderen praten, maar niet met de mijne. Ik denk dat dat ongezond is, omdat kinderen kwetsbaar zijn als je niet met ze over die dingen praat.”
Het voorkomen van ontucht kan een kind al vroeg worden bijgebracht. Als u kinderen de naam van lichaamsdelen als de vagina, de borsten, de anus en de penis leert, vertel hun dan dat deze delen van het lichaam goed zijn, ze zijn speciaal — maar ze zijn iets persoonlijks. „Andere mensen mogen er niet aanzitten — zelfs Mamma of Pappa niet — en zelfs een dokter niet, tenzij Mamma of Pappa erbij is of gezegd heeft dat het oké is.” * In het ideale geval zullen dergelijke verklaringen van beide ouders of elke volwassen voogd komen.
In Het weerbare kind merkt Sherryll Kraizer op dat terwijl kinderen zich vrij moeten voelen om een aanrander te negeren, tegen hem te schreeuwen of bij hem weg te hollen, veel kinderen die misbruikt zijn later uitleggen dat zij niet onbeleefd wilden lijken. Kinderen moeten dus weten dat sommige volwassenen slechte dingen doen en dat zelfs een kind niemand, wie dan ook, hoeft te gehoorzamen die hem of haar opdraagt iets verkeerds te doen. Op zulke momenten heeft het kind het volste recht nee te zeggen, net als Daniël en zijn metgezellen nee zeiden tegen de Babylonische volwassenen die wilden dat zij onrein voedsel aten. — Daniël 1:4, 8; 3:16-18.
Een algemeen aanbevolen leermethode is het „Stel dat . . .”-spel. U zou bijvoorbeeld kunnen vragen: „Stel dat je onderwijzer je zou zeggen een ander kind te slaan. Wat zou je doen?” Of: „Stel dat (Mamma, Pappa, de dominee, een politieagent) je zou zeggen van een hoog gebouw af te springen.” Misschien is het antwoord van het kind niet goed genoeg of gewoon onjuist, maar corrigeer het dan niet streng. Het spel behoeft geen schok- of schriktactieken te bevatten; in feite doen deskundigen de aanbeveling het op een prettige, liefdevolle en zelfs speelse manier te spelen.
Leer uw kinderen vervolgens uitingen van genegenheid af te weren die niet gepast zijn of die hun een onbehaaglijk gevoel geven. Zeg bijvoorbeeld: „Stel dat een vriend van Mamma of Pappa je wil zoenen op een manier die je een onprettig gevoel geeft.” * Vaak is het het beste het kind aan te moedigen uit te beelden wat hij of zij zou doen en er zo een „Laten we doen alsof”-spel van te maken.
Op dezelfde manier kunnen kinderen leren andere tactieken van aanranders te weerstaan. U zou bijvoorbeeld kunnen vragen: „Stel dat iemand zegt: ’Weet je, jij bent voor mij de liefste. Wil je mijn vriendinnetje niet zijn?’” Leert het kind zulke listen te weerstaan, bespreek dan andere. U zou kunnen vragen: „Stel dat iemand zegt: ’Je wilt mij toch niet kwetsen?’ Wat zou je dan zeggen?” Leer het kind hoe nee te zeggen met woorden en duidelijke, vastberaden lichaamstaal. Bedenk dat belagers vaak uittesten hoe kinderen reageren op subtiele benaderingen. Een kind moet dus geleerd worden zich vastberaden te verzetten en te zeggen: „Ik ga het vertellen.”
Leer kinderen woorden en duidelijke, vastberaden lichaamstaal te gebruiken om verkeerde avances te weerstaan
Wees grondig in uw training
Beperk deze training niet tot één gesprek. Kinderen hebben veel herhaling nodig. Gebruik uw eigen onderscheidingsvermogen om te bepalen hoe expliciet de training moet zijn. Maar wees grondig.
Zorg er bijvoorbeeld voor dat u elke poging van een belager om een geheim verbond te sluiten vóór bent. Kinderen moeten weten dat het nooit goed is als een volwassene hun vraagt iets voor een van hun ouders geheim te houden. Verzeker hun dat het altijd juist is als zij het vertellen — ook al hebben zij beloofd het niet te doen. (Vergelijk Numeri 30:12, 16.) Sommige aanranders chanteren het kind als zij weten dat het kind een gezinsregel overtreden heeft. „Ik zal jou niet verklikken als jij mij niet verklikt”, luidt de boodschap. Kinderen moeten dus weten dat zij nooit problemen zullen krijgen als zij het vertellen — zelfs niet onder die omstandigheden. Het is veilig om het te vertellen.
Uw training moet ook tegen dreigementen bestand zijn. Sommige aanranders hebben kleine dieren voor de ogen van een kind gedood en gedreigd hetzelfde met de ouders van het kind te zullen doen. Anderen hebben hun slachtoffer gewaarschuwd dat zij jongere broertjes of zusjes zullen misbruiken. Leer kinderen dus dat zij het altijd moeten gaan vertellen, welke schrikaanjagende dreigementen er ook geuit worden.
In dit opzicht kan de bijbel een nuttig leermiddel zijn. Omdat Jehovah’s almacht er zo levendig in benadrukt wordt, kan het de dreigementen van belagers minder angstaanjagend maken. Kinderen moeten weten dat welke dreigementen er ook worden geuit, Jehovah in staat is zijn volk te helpen (Daniël 3:8-30). Zelfs wanneer slechte mensen degenen van wie Jehovah houdt kwaad berokkenen, kan hij de schade later altijd ongedaan maken en de dingen herstellen (Job hfdst. 1, 2; 42:10-17; Jesaja 65:17). Verzeker hun dat Jehovah alles ziet, ook de mensen die slechte dingen doen en de goede mensen die hun best doen om hen te weerstaan. — Vergelijk Hebreeën 4:13.
Zo omzichtig als slangen
De meeste pedofielen zullen geen fysieke kracht gebruiken om een kind aan te randen. Over het algemeen geven zij er de voorkeur aan eerst een vriendschap op te bouwen. Jezus’ raad om „zo omzichtig als slangen” te zijn, is dan ook op zijn plaats (Mattheüs 10:16). Nauwlettend toezicht door liefdevolle ouders is een van de beste beveiligingen tegen misbruik. Sommige aanranders zoeken een kind uit dat alleen is op openbaar terrein en beginnen een gesprek om de nieuwsgierigheid van het kind te wekken. („Houd je van motorfietsen?” „Kom eens naar de jonge hondjes in mijn bestelauto kijken.”) Natuurlijk kunt u niet elk moment bij uw kinderen zijn. En deskundigen op het gebied van de kinderbescherming erkennen dat kinderen enige ruimte behoeven om dingen alleen te doen. Maar verstandige ouders zijn zo voorzichtig hun kinderen niet te vroeg te veel vrijheid te geven.
Zorg ervoor dat u eventuele volwassenen of oudere jongeren met wie uw kinderen veel contact hebben goed leert kennen en wees extra voorzichtig wanneer u bepaalt wie in uw afwezigheid op uw kinderen moet passen. Wees op uw hoede voor babysitters bij wie uw kinderen zich niet prettig of slecht op hun gemak voelen. Pas eveneens op voor tieners die een overdreven belangstelling voor jongere kinderen schijnen te hebben en geen vrienden van hun eigen leeftijd hebben. Stel een grondig onderzoek in naar kinderdagverblijven en scholen. Loop het hele pand door en voer gesprekken met het personeel, waarbij u goed oplet hoe zij met kinderen omgaan. Vraag of zij er bezwaar tegen hebben als u onverwacht eens binnenloopt om te kijken hoe het met uw kinderen gaat; wordt dat niet toegestaan, zoek dan andere opvang. — Zie Ontwaakt! van 8 december 1987, blz. 3-11.
Helaas is het een feit dat zelfs de beste ouders niet alles wat hun kinderen overkomt in de hand hebben. — Prediker 9:11.
Indien ouders daarin samenwerken, is er één ding dat zij wel in de hand hebben: de situatie thuis. En omdat zich juist thuis de meeste gevallen van kindermisbruik voordoen, zal daaraan in het volgende artikel speciaal aandacht worden besteed.
^ ¶13 Zie Ontwaakt! van 22 februari 1992, blz. 3-11, en 8 juli 1992, blz. 30.
^ ¶15 Natuurlijk moeten ouders heel kleine kinderen in bad doen en verschonen, en bij die gelegenheden wassen ouders de geslachtsdelen. Maar leer uw kinderen al vroeg zichzelf te wassen; enkele deskundigen op het gebied van de kinderbescherming doen de aanbeveling dat kinderen zo mogelijk hun eigen geslachtsdelen leren wassen tegen de tijd dat zij drie jaar zijn.
^ ¶18 Sommige deskundigen waarschuwen dat als u uw kind dwingt iedereen een zoen te geven of te omhelzen die om zulke uitingen van genegenheid vraagt, u deze training misschien ondermijnt. Daarom leren sommige ouders hun kinderen, zich beleefd te verontschuldigen of iets anders te doen wanneer er dingen van hen verlangd worden die hun niet aanstaan.