Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Als liefde blind is

Als liefde blind is

Als liefde blind is

DOOR ONTWAAKT!-CORRESPONDENT IN SPANJE

STELT u zich eens voor op zoek te zijn naar een bruidje als u bijzonder bijziend was en geschikte meisjes zich alleen in het donker buiten waagden. Dat is het lot van het mannetje van de vlindersoort nachtpauwoog. Maar dit elegante insect heeft een aantal kenmerken waardoor deze enorme uitdaging minder problematisch wordt.

Tijdens de zomermaanden brengt onze huwelijkskandidaat zijn dagen door als een dikke rups die al het voedsel opschrokt dat hij kan vinden. Als hij de volgende lente uit zijn pop komt, heeft deze prachtige nachtvlinder dan ook genoeg voedsel opgeslagen voor de rest van zijn korte leventje.

Nu de voedselproblemen opgelost zijn, kan de nachtpauwoog zich concentreren op het vinden van een partner. Toch is het alleen dankzij een handig instrument dat hij bij zich draagt, dat het zoeken naar een wijfje bij het licht van de maan niet net zo moeilijk is als het zoeken naar een speld in een hooiberg.

Uit het piepkleine kopje van de nachtvlinder steken twee op tere varens lijkende antennes. Deze minuscule uitsteeksels zijn misschien wel de meest geavanceerde instrumenten voor geurwaarneming op aarde. Bovendien zijn ze er nauwkeurig op afgestemd om minieme vleugjes op te vangen van een feromoon, of „parfum”, dat het wijfje gedienstig afgeeft.

Hoewel er soms maar weinig wijfjes zijn, werkt hun sterke feromoon voor de reukzin van het mannetje als een „vuurtoren”. Zijn antennes zijn zo gevoelig dat ze een wijfje op ruim tien kilometer afstand kunnen waarnemen. Zo worden alle hindernissen uiteindelijk overwonnen en krijgen ze elkaar. In de insectenwereld kan de liefde het zich veroorloven blind te zijn — in dit geval tenminste wel.

Zulke fascinerende details en buitengewone ontwerpen zijn in Gods schepping overvloedig aanwezig! De psalmist schreef: „Hoe talrijk zijn uw werken, o Jehovah! Gij hebt ze alle in wijsheid gemaakt.” — Psalm 104:24.

[Illustratieverantwoording op blz. 10]

© A. R. Pittaway