Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een blik op de wereld

Een blik op de wereld

Een blik op de wereld

’Wij zouden er goed aan doen hen uit te vinden’

Professor Anatoly P. Zilber, hoofd van de afdeling Intensive Care en Anesthesie van het Petrozavodsk Universiteits- en Republikeins Ziekenhuis van Karelië (Rusland), prijst Jehovah’s Getuigen met de woorden: „Zij drinken niet overmatig, roken niet, maken geen jacht op geld, breken hun beloften niet en leggen evenmin een vals getuigenis af . . . Zij vormen geen mysterieuze sekte, maar zijn gezagsgetrouwe burgers.” Hij zegt verder: „[Zij] zijn fatsoenlijke, gelukkige mensen, geïnteresseerd in geschiedenis, literatuur, kunst en het leven in al zijn facetten.” Na de positieve veranderingen te hebben opgenoemd die de Getuigen in bloedvrije chirurgie tot stand hebben gebracht, zegt de professor dan: „Met een variatie op Voltaires woorden, als Jehovah’s Getuigen niet bestonden, deden wij er goed aan hen uit te vinden.”

Haute couture?

Plateauzolen, „onmisbare accessoires voor modebewuste jongeren”, zijn samen met hoge hakken in Engeland de oorzaak van ongeveer 10.000 verwondingen per jaar, merkt de Londense Times op. Steve Tyler, woordvoerder van het British Standards Institution, zegt: „De vaakst voorkomende verwondingen zijn verrekte of verstuikte enkels en gebroken benen, maar deze schoenen kunnen ook rugklachten veroorzaken, vooral bij jonge meisjes van wie het lichaam nog in ontwikkeling is.” In Japan speelden schoenen met plateauzolen in de laatste maanden bij het overlijden van twee vrouwen een rol. Het ene geval betrof een 25-jarige medewerkster van een kleuterschool die sandalen met plateauzolen van ruim 12 centimeter hoog droeg, struikelde, een schedelbreuk opliep en stierf. Een andere jonge vrouw kwam om toen de auto waarin zij zat tegen een betonnen paal botste omdat de chauffeuse niet goed kon remmen doordat zij haar laarzen met plateauzolen van 15 centimeter hoog droeg. In een poging rechtszaken te vermijden zijn sommige fabrikanten begonnen hun schoenen van waarschuwingen te voorzien.

Karweitjes voor kinderen

„De onder tijdsdruk staande ouders van tegenwoordig doen het rustig aan wanneer het erom gaat kinderen in en om het huis te laten helpen”, bericht The Toronto Star. Hoewel karweitjes „voor kinderen nooit een hoge prioriteit zullen krijgen”, zegt Jane Nelsen, schrijfster van Positive Discipline, „bouwen [zulke taken] onafhankelijkheid en zelfrespect op”. Volgens een rapport dat in het tijdschrift Child verscheen, zouden enkele realistische karweitjes in huis voor 2- tot 3-jarigen het opruimen van speelgoed en het in de wasmand doen van vuile was kunnen zijn. Kinderen tussen de 3 en 5 jaar zouden de tafel kunnen dekken, borden naar de gootsteen kunnen brengen en de plek waar zij spelen netjes kunnen houden. Kinderen tussen de 5 en 9 jaar zouden hun eigen bed kunnen opmaken, bladeren kunnen harken en onkruid kunnen wieden, terwijl kinderen van 9 tot 12 jaar karweitjes zouden kunnen doen zoals afwassen en afdrogen, de vuilnis buiten zetten, het gras maaien en stofzuigen. Nelsen zegt verder dat „het beter lukt als er ook bij wordt gezegd wanneer het klaar moet zijn”.

Jonge mensen en misdaad

Uit een onderzoek van Scottish Executive blijkt dat 85 procent van de jongens en 67 procent van de meisjes in Schotland van 14 en 15 jaar zegt in het afgelopen jaar een misdaad te hebben begaan. De in Glasgow uitgegeven krant The Herald bericht dat van de 1000 ondervraagde leerlingen op 6 scholen slechts 12 procent zei dat zij nooit een overtreding hadden begaan. Van de misdrijven die werden bekend, ging het bij 69 procent van de jongens en 56 procent van de meisjes om beschadiging van eigendommen. Zo’n 66 procent van de jongens en 53 procent van de meisjes had winkeldiefstallen gepleegd, en bijna de helft van de kinderen had schooleigendommen gestolen. Andere misdrijven waren het in brand steken van eigendommen en het gebruiken van een wapen om letsel toe te brengen. Jonge mensen uit deze leeftijdsgroep voerden aan dat groepsdruk een belangrijke reden voor hun misdrijven was, terwijl bij jongeren van boven de 15 het bekostigen van een drugsverslaving vaker de oorzaak was.

Ordeverstorende leerlingen

Van oudsher zijn er in Japan nooit veel opstandige tieners geweest. Maar leerkrachten in heel Japan melden nu dat het door ongedurige en ordeverstorende leerlingen steeds moeilijker wordt de orde in de klas te handhaven. Het metropoolbestuur van Tokio heeft leerlingen van 9, 11 en 14 jaar ondervraagd om te zien hoe zij over andere mensen denken. Volgens The Daily Yomiuri zei 65 procent dat zij zich ergeren aan hun vrienden en dan niets kunnen hebben, terwijl 60 procent dat van hun ouders en 50 procent dat van hun leerkrachten zei. Veertig procent zei dat zij zelden of nooit hun woede konden beheersen. Eén op de 5 leerlingen zegt zijn woede af te reageren door iets kapot te maken.

„Mysterieus virus”

„Bloedvoorraden over de hele wereld raken besmet met een mysterieus virus”, bericht New Scientist. „Niemand weet of dit ’TT’-virus gevaarlijk is, maar de angst bestaat dat het misschien leveraandoeningen veroorzaakt.” Dit virus, dat TT wordt genoemd naar de initialen van de Japanse patiënt in wiens bloed het voor het eerst werd ontdekt, is „bij zowel bloeddonors als patiënten met leveraandoeningen die transfusies kregen”, aangetroffen. Uit een onderzoek bleek zelfs dat het virus aanwezig was bij 8 van de 102 Californische donors bij wie de bloedtests op virussen, waaronder HIV en hepatitis B en C, negatief uitvielen. Men schat het aantal besmettingen in Engeland op 2 procent, in Frankrijk op 4 tot 6 procent, in de Verenigde Staten op 8 tot 10 procent en in Japan op 13 procent. Wetenschappers „die het TT-virus over de hele wereld bestuderen, willen beslist geen paniek veroorzaken”, zegt het artikel, maar proberen „erachter te komen of het virus enig risico voor de gezondheid vormt”.

Levensreddende halsband

Veehouders in enkele delen van Zuid-Afrika verloren elk seizoen wel 40 procent van hun pasgeboren vee aan jakhalzen. Dat was niet alleen een financiële strop maar leidde ook tot een bevolkingsexplosie onder de jakhalzen. Pogingen om de jakhalzen uit de weg te ruimen hadden geen succes en waren zelfs schadelijk voor andere dieren. Maar er is een slimme oplossing bedacht die inmiddels een paar jaar wordt toegepast: een min of meer onbeweeglijke halsband voor schapen die verstelbaar en geschikt voor hergebruik is, en die de bewegingen van het schaap niet belemmert, noch de jakhals letsel toebrengt. De halsband voorkomt eenvoudig dat de jakhals een dodelijke beet toebrengt. Volgens de krant The Natal Witness hebben boeren die de halsbanden hebben gebruikt, „gemeld dat er een onmiddellijk en blijvend eind is gekomen aan het doden door jakhalzen”. En doordat de jakhalzen het nu moeten doen met hun natuurlijke menu van insecten, knaagdieren en kadavers, neemt hun aantal af.

Wespen als houtbewerkers

De sluipwesp heeft een legboor die „verhard is met geïoniseerd mangaan of zink”, bericht National Geographic. De wesp gebruikt haar metalen gereedschap om diep in boomstammen te boren om op of in het lichaam van gastheerlarven eitjes te leggen. „Sommige kunnen wel 7,5 centimeter in massief hout boren”, zegt Donald Quicke van het Engelse Imperial College. Als de wespen uitkomen, eten ze de houtborende larven en knagen zich dan uit de boom met monddelen die verhard zijn met mineralen uit de larven die ze hebben gegeten.

India’s „stille nood”

„Ondanks verbeteringen in de laatste jaren op het gebied van gezondheid en welzijn, blijft ondervoeding in India een ’stille nood’”, bericht The Times of India. Ondervoeding kost India meer dan $230 miljoen aan gezondheidszorg en verloren productiviteit. Volgens het bericht is ruim 50 procent van de kinderen in India onder de 4 jaar ondervoed, is 30 procent van de pasgeboren baby’s „aanmerkelijk te licht”, en heeft 60 procent van de vrouwen bloedarmoede. Een hooggeplaatste specialiste op het gebied van sociale ontwikkeling bij de Wereldbank, Meera Chatterjee, zegt dat „ondervoeding niet alleen het leven van personen en gezinnen verwoest maar ook de resultaten van het investeren in onderwijs beperkt en een ernstige belemmering voor sociale en economische vooruitgang vormt”.

Ongelukkige priesters?

In de afgelopen 6 jaar is 3 keer een onderzoek verricht naar het beeld dat men in de Franse maatschappij van priesters heeft. Uit het meest recente, in de katholieke krant La Croix gepubliceerde onderzoek blijkt dat 45 procent van het Franse volk de priester niet beziet als een man die gelukkig is of die voldoening kan hebben. Mensen beschouwen de priester over het algemeen nog steeds als iemand die anderen na staat en die luistert. Maar de krant zegt dat „steeds minder Fransen hem bezien als een man die onmisbaar is voor de maatschappij” en dat slechts 56 procent hem beziet als „een getuige van God op aarde”. Ternauwernood 30 procent van het publiek in het algemeen en slechts 51 procent van de geregelde kerkgangers zou zijn zoon of een familielid aanmoedigen het priesterambt op zich te nemen.