Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vlekjes voor uw ogen?

Vlekjes voor uw ogen?

Vlekjes voor uw ogen?

Waarschijnlijk hebt u ze wel eens gezien — wazige, grijze vlekjes of stippen die voor uw ogen lijken te zweven. Misschien merkt u ze op wanneer u zit te lezen of wanneer u naar een lichtgekleurde muur of een onbewolkte hemel kijkt.

HEBT u wel eens geprobeerd een van deze vlekjes scherp in beeld te krijgen? Dan weet u dat dit niet lukt. Met de geringste oogbeweging verdwijnen ze snel. En zelfs als er een binnen uw gezichtsveld komt, kunt u er nog steeds niet achter komen wat het is.

Wat zijn dit voor vlekjes? Bevinden ze zich aan de buitenkant van uw oogbol of er binnenin? Knipper eens met uw oogleden zonder uw ogen te bewegen. Als de vlekjes van richting veranderen of verdwijnen, dan zitten ze aan de buitenkant. Dit artikel gaat niet over dat soort vlekjes.

Maar als er weinig of geen verandering is, dan bevinden ze zich in het oog, zwevend in de vloeistof waarmee uw oogbol gevuld is, het glasvocht of glasachtig lichaam genaamd. Omdat ze zich achter de lens van het oog bevinden, blijven ze wazig. Daar het glasvocht een gelei is die niet veel dikker is dan water, kunnen ze wegdansen wanneer u ze scherp in beeld probeert te krijgen. Hieraan danken ze hun medische benaming — muscae volitantes, wat „zwevende vliegen” betekent.

Waar komen ze vandaan?

Waar komen deze vlekjes precies vandaan? Sommige zijn restanten van processen die voor uw geboorte hebben plaatsgevonden. Tijdens de vroege ontwikkeling van een baby is het binnenste van het oog nogal vezelig. Voor de geboorte ontstaat uit deze vezels en andere cellen het glasachtig lichaam. Maar soms blijven er cellen en vezeldeeltjes achter en die kunnen vrij rondzweven. Er loopt ook een kanaal van de oogzenuw naar de lens en in het foetale stadium loopt daar een slagader door om de lens te voeden. De ader sterft af en wordt meestal voor de geboorte geabsorbeerd, maar er kunnen kleine deeltjes achterblijven.

Er zijn echter ook andere oorzaken. Zelfs bij volwassenen bevat het glasvocht nog andere deeltjes. Het is omsloten door het tere glasachtig vlies. Dit drukt tegen het netvlies, de laag lichtgevoelig weefsel waarmee de binnenkant van het oog grotendeels bekleed is en die registreert wat u ziet. Aan de voorkant hecht het glasachtig vlies zich rondom aan het netvlies. Vanuit deze aanhechting lopen er piepkleine vezeltjes door het hele glasachtig lichaam heen.

Wanneer wij ouder worden, beginnen deze vezeltjes te slinken. Daardoor breken sommige af. Het glasvocht wordt ook vloeibaarder, waardoor de afgebroken stukjes vezel er vrijer in rond kunnen zweven. Het glasachtig lichaam krimpt zelf ook een heel klein beetje en begint van het netvlies los te laten, waardoor er andere celresten in achter kunnen blijven. Zo zult u met het verstrijken der jaren meer „zwevende vliegen” in uw gezichtsveld zien zweven en dwarrelen.

Ook de bloedvaten van het netvlies kunnen vlekjes veroorzaken. Door het stoten van het hoofd of buitensporige druk op de oogbol kan een aantal rode bloedcellen uit een bloedvaatje vrijkomen. Rode cellen zijn kleverig en vormen daardoor meestal een groepje of een sliert. Afzonderlijke cellen of groepjes cellen kunnen in het glasachtig lichaam terechtkomen en als ze in de buurt van het netvlies blijven, kunnen ze zichtbaar zijn. Rode cellen kunnen weer door het lichaam opgenomen worden, dus uiteindelijk verdwijnen ze. Strikt genomen zijn dit echter geen muscae volitantes, omdat ze het resultaat zijn van licht letsel.

Betekent de aanwezigheid van muscae volitantes dat er iets mis is? Over het algemeen niet. Mensen met normale ogen, zelfs jonge mensen, zien ze en mettertijd leren zij er geen aandacht aan te schenken. Maar bepaalde afwijkingen kunnen op gevaar duiden.

Wanneer er gevaar dreigt

Wanneer u plotseling veel meer vlekjes dan voorheen opmerkt, kan dit betekenen dat er iets abnormaals gebeurt. Dit is in het bijzonder het geval wanneer u tevens in uw oog van binnen uit lichtflitsjes ziet. Deze verschijnselen zijn afkomstig van het netvlies, waar licht wordt omgezet in zenuwimpulsen. De regen van vlekjes en de lichtflitsjes zijn meestal te wijten aan het loslaten van het netvlies. Hoe komt dit?

Het netvlies heeft ongeveer de sterkte en dikte van een nat papieren zakdoekje en gaat bijna net zo makkelijk stuk. De lichtgevoelige laag is verankerd in de laag erachter en zit alleen vooraan en bij de oogzenuw aan het glasachtig lichaam vast. Daarnaast is er nog een zwakkere aanhechting bij de fovea centralis. Het glasachtig lichaam zorgt ervoor de rest van het netvlies op zijn plaats te houden. Het oog is zo veerkrachtig dat doorgaans het netvlies zelfs door een klap niet scheurt of loslaat.

Een klap kan echter schade aanrichten waardoor er een zwakke plek of een klein scheurtje of gaatje in het netvlies ontstaat. Zo’n gaatje kan ook ontstaan doordat het glasachtig lichaam aan het netvlies vastzit, waardoor bij een plotselinge beweging of verwonding het glasachtig lichaam aan het netvlies rukt, met als gevolg een scheurtje. Dan kan er vloeistof uit het glasachtig lichaam achter het netvlies terechtkomen, dat daardoor loslaat. Door deze verstoring geven de lichtgevoelige zenuwcellen impulsen af die als flitsen worden waargenomen.

Soms gaat het loslaten gepaard met kleine of grotere bloedingen, want het netvlies heeft aan de binnenkant zijn eigen netwerk van bloedvaten. Er komen bloedcellen in het glasvocht terecht, waar ze als een plotselinge vlokkenregen worden waargenomen. Kort daarna, terwijl het netvlies verder loslaat, verschijnt er een sluier, of gordijn, van blindheid in het gezichtsveld.

Dus als u ooit een plotselinge toename in het aantal vlekjes bemerkt, vooral wanneer die met flitsen gepaard gaat, ga dan meteen naar een oogarts of een ziekenhuis! Misschien laat het netvlies los. Als een groot deel van het netvlies heeft losgelaten, is herstel misschien niet meer mogelijk.

Ziet u al jaren vlekken voor uw ogen maar geen flitsen? Dan is er waarschijnlijk geen reden tot bezorgdheid. Bijna iedereen ziet dat soort vlekjes. Als u er geen aandacht aan schenkt, gaan ze niet weg, maar de hersenen leren de beelden te onderdrukken bij het verrichten van uw dagelijkse bezigheden. Dat ze kunnen voorkomen zonder het zien echt te belemmeren, getuigt van het flexibele ontwerp van het oog en het aanpassingsvermogen van de hersenen.

Mensen die vlekjes zien, moeten echter door een oogarts of optometrist onderzocht worden voordat met zekerheid gezegd kan worden dat er geen reden tot bezorgdheid is.

[Kader/Illustratie op blz. 25]

De oorsprong van onze correcties voor brekingsafwijkingen

Als u een bril of contactlenzen draagt, hebt u dit in zekere zin te danken aan muscae volitantes. Uit nieuwsgierigheid hiernaar begon Frans Cornelis Donders, een eminente negentiende-eeuwse Nederlandse arts, met een wetenschappelijk onderzoek naar het functioneren en de ziekten van het oog. Hij ontdekte niet alleen enkele oorzaken van muscae volitantes maar ook dat verziendheid ontstaat als de oogbol te kort is en dat iemand met astigmatisme onscherp ziet als gevolg van een oneffen oppervlak van het hoornvlies en de lens. Zijn studies hebben het mogelijk gemaakt de bril te ontwikkelen.

[Illustratie]

Donders

[Verantwoording]

Courtesy National Library of Medicine

[Diagram op blz. 24]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Losgelaten netvlies

Rode cellen

Scheurtje in het netvlies

Glasachtig vlies

Lens

Pupil

Iris

Ciliair lichaam

Glasachtig lichaam

Bloedvaten

Oogzenuw, die naar de hersenen loopt