Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe personen met MCS te helpen

Hoe personen met MCS te helpen

Hoe personen met MCS te helpen

MENSEN die overgevoelig zijn voor veelvoorkomende stoffen, of dat nu geurtjes of schoonmaakmiddelen zijn, hebben niet alleen een medisch probleem; ze hebben ook een sociaal probleem. Mensen verkeren van nature graag in het gezelschap van anderen, maar multipele chemische overgevoeligheid (MCS) dwingt veel verder hartelijke, gezellige mensen tot een eenzame leefstijl. „Ik heb vroeger andere gezondheidsproblemen gehad,” zegt Shelly, die MCS-patiënte is, „maar dit probleem is het ergst. Het moeilijkste is nog het isolement.”

Jammer genoeg worden MCS-patiënten vaak als rare mensen beschouwd. Een reden daarvoor is natuurlijk dat MCS een complex verschijnsel is waar de maatschappij nog niet mee heeft leren omgaan. Maar onbekendheid met MCS is geen reden om wantrouwend te staan tegenover mensen die het hebben. In het blad American Family Physician wordt gezegd: „Deze patiënten lijden echt als gevolg van hun symptomen.”

In plaats van mensen met MCS achterdochtig te bekijken omdat hun kwaal raadselachtig en slecht begrepen is, moet iemand die verstandig is zich laten leiden door het beginsel in Spreuken 18:13: „Wanneer iemand antwoord geeft op een zaak voordat hij ze hoort, is dat dwaasheid van zijn kant en schande.” Het is zoveel beter iedereen die ziek is christelijke liefde te betonen, zonder vooringenomenheid! Het zal ons nooit berouwen zulke liefde betoond te hebben, wat de medische wetenschap in de toekomst ook ontdekt.

Hoe christelijke liefde te tonen

Christelijke liefde is als een diamant met prachtige facetten, passend bij elke gelegenheid of behoefte. Wanneer een vriend of vriendin MCS heeft, moet onze christelijke liefde fonkelen van empathie, zodat we in staat zijn ons in zijn of haar situatie te verplaatsen. Ook ’zoekt de liefde niet haar eigen belang’ — of, zouden we kunnen zeggen, ze staat niet op haar rechten. Ze laat het welzijn van anderen voorgaan. De liefde helpt ons ’lankmoedig te zijn, alle dingen te verdragen, alle dingen te geloven en alle dingen te verduren’. Zulke liefde „faalt nimmer”. — 1 Korinthiërs 13:4-8.

Mary heeft geen MCS maar enkele van haar vriendinnen wel. „Persoonlijk houd ik van parfum,” schrijft Mary, „maar ik doe het niet op als ik bij mensen met MCS op bezoek ga.” Op haar manier zegt Mary, in navolging van Jezus, ’Ik wil helpen’ (Markus 1:41). Trevor kreeg als klein kind MCS. Zijn moeder vertelt: „Mensen met wie ik gewerkt heb, hebben hun uiterste best gedaan om in alles rekening te houden met mijn zoon.” Joy, een van Jehovah’s Getuigen die in Australië woont en erg veel last heeft van MCS, zegt dat vrienden en familieleden die haar geregeld bezoeken en tonen dat zij haar problemen begrijpen, een aanmoediging voor haar zijn.

Aan de andere kant moeten mensen met MCS proberen geduld te hebben met personen die in hun bijzijn een geurtje op hebben. De in het vorige artikel geciteerde Ernest vertelde Ontwaakt!: „Onze ziekte is een last die wij moeten dragen. Andere mensen hebben ook hun problemen, dus we waarderen het wanneer zij ons helpen met de onze.” Ja, geen medewerking eisen maar er beleefd om vragen, is altijd de beste gedragslijn. „Als iemand die parfum of eau de toilette op heeft me vraagt waarom ik er zo slecht uitzie,” zegt Lorraine, „vertel ik hem of haar: ’Ik kan niet tegen geurtjes en vanavond schijnt het erger te zijn.’ Voor een goed verstaander is dat vaak voldoende.” Natuurlijk wil dat niet zeggen dat als u last hebt van MCS, u uw vrienden of vriendinnen er niet vriendelijk aan kunt herinneren dat u hun hulp nodig hebt.

De reeds eerder geciteerde Pam beziet het van de positieve kant als ze schrijft: „Alles waar we nu last van hebben, is maar tijdelijk.” Hoezo „maar tijdelijk”? Omdat het haar op de bijbel gebaseerde hoop is dat Gods koninkrijk de aarde weldra zal ontdoen van alle lijden. Het zal zelfs korte metten maken met de dood — iets waarvoor de gezondste mens uiteindelijk komt te staan. — Daniël 2:44; Openbaring 21:3, 4.

Ondertussen kunnen allen die met een ziekte kampen waarvoor momenteel geen genezing is, uitzien naar de tijd dat, onder Gods Koninkrijksheerschappij, ’niemand zal zeggen: „Ik ben ziek”’ (Jesaja 33:24). Laten we bij alle beproevingen die in het huidige samenstel van dingen over ons komen, er net als Jezus naar streven ons oog gericht te houden op de prijs die ons in het vooruitzicht is gesteld. — Hebreeën 12:2; Jakobus 1:2-4.

[Kader/Illustratie op blz. 9]

Liefde voor elkaar tonen

De volgende bijbelse beginselen kunnen een hulp zijn als een vriend of familielid aan multipele chemische overgevoeligheid (MCS) lijdt of als u het zelf hebt:

„Alle dingen dan die gij wilt dat de mensen voor u doen, moet ook gij insgelijks voor hen doen.” Mattheüs 7:12.

„Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.” Mattheüs 22:39.

„Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar laten wij elkaar aanmoedigen, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebreeën 10:24, 25). We hebben allemaal geestelijke aanmoediging nodig, vooral wanneer we ziek zijn. Het is loffelijk dat veel christenen met MCS zich de moeite getroosten om persoonlijk gemeentevergaderingen bij te wonen; anderen die er meer last van hebben, wonen soms de vergaderingen bij via een telefoonverbinding. Het komt ook voor dat in Koninkrijkszalen geurvrije gedeelten zijn gereserveerd voor mensen met MCS. Maar dat is misschien niet altijd mogelijk of doenlijk.

’Vergeet niet goed te doen, want zulke slachtoffers zijn God welgevallig’ (Hebreeën 13:16). Merk op dat goeddoen vaak persoonlijke offers vergt. Bent u bereid offers te brengen om iemand met MCS te helpen? Daar staat tegenover dat mensen met MCS redelijk moeten zijn in hun verwachtingen van anderen. Christelijke ouderlingen bijvoorbeeld kunnen geen regels opstellen voor het gebruik van parfums en eau de toilette en zijn misschien niet altijd in staat er mededelingen over te doen. Bovendien komen er pasgeïnteresseerden en bezoekers die een geurtje op hebben naar gemeentevergaderingen — en ze zijn welkom. We zouden hen beslist niet in verlegenheid willen brengen of willen maken dat ze zich slecht op hun gemak voelen omdat ze een geurtje gebruiken.

’Zoek vrede en streef die na’ (1 Petrus 3:11). Uiteraard mogen gezondheidsproblemen christenen niet van hun vrede beroven. „De wijsheid van boven is . . . vredelievend, redelijk, . . . vol van barmhartigheid”, zegt Jakobus 3:17. Vredelievende mensen, of ze nu MCS hebben of niet, willen niet extreem of veeleisend zijn op het punt van het al dan niet gebruiken van chemische producten. Zo zullen redelijke mensen die „vol van barmhartigheid” zijn, het ook vermijden op hun recht om een geurtje op te hebben te staan als ze beseffen dat het de gezondheid van een ander zou schaden. Op die manier tonen ze dat ook zij uit zijn op „vredige omstandigheden” en „vrede maken”. — Jakobus 3:18.

Een onbuigzame, onredelijke houding, van de kant van een MCS-patiënt of iemand anders, is daarentegen als een wig die mensen uiteendrijft. Zo’n houding is in niemands belang en kan zelfs iemands band met God schaden. — 1 Johannes 4:20.

Christenen kunnen natuurlijk over iets geweldigs beschikken — Jehovah’s geest. Doordat ze Jehovah geregeld om zijn geest smeken, ontwikkelen ze de schitterende vruchten ervan, in het bijzonder liefde — „een volmaakte band van eenheid” (Kolossenzen 3:14). Tegelijkertijd laten ze geduldig die geest christelijke hoedanigheden in anderen opkweken. — Galaten 5:22, 23.

[Illustratie op blz. 10]

Mensen met MCS hebben net zo veel behoefte aan vrienden als anderen