Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Weet u dat?

Weet u dat?

Weet u dat?

(De antwoorden van deze quiz zijn te vinden in de vermelde bijbelcitaten, en de volledige lijst met antwoorden staat op bladzijde 22. Raadpleeg voor aanvullende informatie de publicatie „Inzicht in de Schrift”, uitgegeven door het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap.)

1. Wie zag de apostel Johannes „in het midden van de lampestandaarden”, die hem boodschappen voor de zeven gemeenten gaf? (Openbaring 1:13)

2. Wat raadt Paulus ons aan te doen in plaats van ons ’te laten overwinnen door het kwade’? (Romeinen 12:21)

3. Wat bedoelde Jezus toen hij zei: „Indien iemand die onder autoriteit staat, u prest één mijl met hem te gaan, ga dan twee mijlen met hem”? (Mattheüs 5:41)

4. Waarmee veeleer moesten christelijke vrouwen zich volgens Petrus’ raad sieren in plaats van met haarvlechtingen en gouden sieraden? (1 Petrus 3:3, 4)

5. Hoe werd Abraham door Jesaja genoemd, waarmee hij aangaf dat deze de menselijke vader van de natie Israël was? (Jesaja 51:1)

6. Waarom weigerde David bij de grot van Adullam van het water te drinken dat de drie strijders voor hem uit Bethlehem hadden gehaald? (2 Samuël 23:15-17)

7. Waar was Bathseba mee bezig toen David haar voor het eerst zag? (2 Samuël 11:2)

8. Waarmee waren volgens Paulus de harten van de Korinthische christenen beschreven, in plaats van met inkt? (2 Korinthiërs 3:3)

9. Door middel waarvan verwijderde Jehovah de sprinkhanen van de achtste plaag zodat er niet één in Egypte overbleef? (Exodus 10:19)

10. Om welke redenen bracht Jehovah Saul ter dood? (1 Kronieken 10:13)

11. In welke havenstad stapte Paulus over op een andere boot toen hij als gevangene op weg was naar Rome? (Handelingen 27:5)

12. Hoe toonde Jehovah zijn zorg voor weduwen en vaderloze jongens in het Israël uit de oudheid? (Exodus 22:22-24; Deuteronomium 24:17-21)

13. Welke naam werd er aan het veld gegeven dat de priesters kochten met het geld dat Judas in de tempel had geworpen? (Mattheüs 27:3-8; Handelingen 1:19)

14. Waarom wees Petrus Simon scherp terecht wegens het aanbieden van geld voor het vermogen om heilige geest aan anderen te schenken? (Handelingen 8:20, 21)

15. Hoe oud was Sara toen ze het leven schonk aan Isaäk? (Genesis 17:17)

16. Naar welk land emigreerden Elimelech en zijn vrouw, Naomi, vanwege hongersnood, waar hun zoon Machlon trouwde met Ruth? (Ruth 1:1-4)

Antwoorden van de quiz

1. Jezus Christus, die door Johannes werd beschreven als „iemand gelijk een mensenzoon”

2. „Blijf het kwade overwinnen met het goede”

3. Hij illustreerde de noodzaak van bereidwillige onderworpenheid aan gerechtvaardigde eisen

4. „De onverderfelijke tooi van de stille en zachtaardige geest”

5. „De rots waaruit gij gehouwen zijt”

6. Omdat het hun bloed vertegenwoordigde, dat zij ervoor hadden geriskeerd

7. Zij was zich aan het baden

8. „Met geest van een levende God”

9. Een zeer krachtige westenwind dreef ze de Rode Zee in

10. Hij handelde ontrouw jegens Jehovah doordat hij zijn instructies niet opvolgde en doordat hij een geestenmedium raadpleegde

11. Myra in Lycië

12. Hij zorgde voor hun welzijn en hun levensonderhoud

13. Akeldama, of „Bloedveld”

14. Hij gaf blijk van een verkeerd motief door te proberen deze „vrije gave Gods” te kopen en zijn hart was „niet recht in Gods ogen”

15. Ze was 90 jaar

16. Moab