Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Weet u dat?

Weet u dat?

Weet u dat?

(De antwoorden van deze quiz zijn te vinden in de vermelde bijbelteksten, en de volledige lijst met antwoorden staat op bladzijde 14. Raadpleeg voor aanvullende informatie de publicatie „Inzicht in de Schrift”, uitgegeven door het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap.)

1. Wat voor offers verlangde Jehovah, of het nu mensen, dieren of opbrengst betrof? (Spreuken 3:9)

2. Welk landbouwwerktuig zou, zoals Jehovah in de Wet aangaf, verkeerd gebruikt kunnen worden als wapen? (Exodus 21:18)

3. Wat droeg koning David de inwonende vreemdelingen op te doen als voorbereiding op de bouw van de tempel? (1 Kronieken 22:2)

4. Wie suggereerde, onderweg naar Emmaüs, dat Jezus misschien een inwonende vreemdeling was omdat hij niet scheen te weten wat er in Jeruzalem was gebeurd? (Lukas 24:18)

5. Wie wordt altijd als tweede van Noachs zonen opgesomd, hoewel hij de jongste geweest kan zijn? (Genesis 5:32)

6. Welke Aäronitische priester stond bekend als vaardig afschrijver en leraar van de Wet? (Nehemia 8:13)

7. Voor welke daden zou een onverbeterlijke zoon volgens Deuteronomium 21:20, 21 doodgestenigd worden?

8. Om welke tegengestelde dingen in verband met de aanbidding van de Israëlieten staat Bul, de achtste maand van de joodse heilige kalender, bekend? (1 Koningen 6:38; 12:26-33)

9. Welke gewone substantie werd een symbool van stabiliteit en bestendigheid? (Numeri 18:19)

10. Waardoor werd de oudste broer van de verloren zoon erop geattendeerd dat er thuis iets ongebruikelijks gaande was? (Lukas 15:25)

11. Waarop goot de zevende engel zijn schaal met Gods toorn uit? (Openbaring 16:17)

12. Wat was de oostgrens van het rijk van de Perzische koning Ahasveros? (Esther 1:1)

13. Wie zaten er in een visioen dat Johannes te zien kreeg, rondom de troon van Jehovah op tronen? (Openbaring 4:4)

14. Hoe noemde Jezus de aan overleveringen gehechte Farizeeën? (Mattheüs 15:14)

15. Hoe werd de Middellandse Zee vanaf de tijd van Mozes door mensen in de oudheid genoemd? (Numeri 34:6)

16. Waar was de Ethiopische eunuch mee bezig toen Filippus in de buurt van diens wagen kwam? (Handelingen 8:28)

17. Wat werd er gedaan om aan te geven dat een Hebreeuwse slaaf niet van zijn meester vrijgemaakt wilde worden? (Exodus 21:6)

18. Waar bracht de barmhartige Samaritaan de halfdode Israëliet naartoe die hij langs de weg had aangetroffen? (Lukas 10:34)

19. Wie was de eerste rechtvaardige koning die over het koninkrijk Juda regeerde? (1 Koningen 15:11)

20. Wie was de kunsthandwerker onder wiens leiding de tabernakel werd gebouwd en wie was zijn voornaamste assistent? (Exodus 31:2-6)

21. In welke verhouding staat Jezus tot de christelijke gemeente, waardoor zijn gezag en liefdevolle zorg wordt beklemtoond? (Efeziërs 5:22, 23; Openbaring 21:2)

22. Welke bekende vrouw hoorde Paulus’ verdediging op de Areopagus van Athene en werd een gelovige? (Handelingen 17:33, 34)

23. Wat riep stadhouder Festus uit met betrekking tot de uitwerking van „grote geleerdheid” op Paulus? (Handelingen 26:24)

24. Op welk dier reed Jezus in triomf Jeruzalem binnen? (Johannes 12:14, 15)

Antwoorden van de quiz

1. De eerstelingen

2. De hak

3. Stenen houwen

4. Kleopas

5. Cham

6. Ezra

7. Vraatzucht en dronkenschap

8. Salomo voltooide de bouw van de tempel in Jeruzalem; Jerobeam maakte deze maand eigenmachtig tot een feestmaand in het noordelijke koninkrijk om de aandacht van het volk af te leiden van Jeruzalem en de feesten die daar gehouden werden

9. Zout

10. ’Hij hoorde concertklanken en gedans’

11. „Op de lucht”

12. India

13. Vierentwintig oudere personen

14. „Blinde gidsen”

15. De Grote Zee

16. Hij las de profetie van Jesaja

17. Zijn oor werd doorboord met een priem

18. Naar een herberg

19. Asa

20. Bezaleël, Oholiab

21. Van een echtgenoot

22. Damaris

23. Dat die hem tot waanzin dreef

24. Een ezelsveulen