Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De onmisbare rol van verpleegkundigen

De onmisbare rol van verpleegkundigen

De onmisbare rol van verpleegkundigen

„Een verpleegkundige is iemand die koestert, verzorgt en beschermt — iemand die bereid is voor de zieken, gewonden en bejaarden te zorgen.” — Nursing in Today’s World — Challenges, Issues, and Trends.

ONZELFZUCHTIGHEID, hoe onontbeerlijk ook, is niet voldoende om een bekwame verpleegkundige te zijn. Goede verpleegkundigen hebben ook een uitgebreide opleiding en ruime ervaring nodig. Eén onontbeerlijk vereiste is een studie en opleiding in de praktijk van één tot vier jaar of meer. Maar welke hoedanigheden maken iemand tot een goede verpleegkundige? Hier volgen de antwoorden van enkele ervaren verpleegkundigen die door Ontwaakt! geïnterviewd werden.

„De arts geneest, maar de verpleegkundige verzorgt de patiënt. Daarvoor is het vaak nodig patiënten op te bouwen die zowel lichamelijk als emotioneel gewond zijn, bijvoorbeeld wanneer ze te horen krijgen dat ze aan een chronische ziekte lijden of dat ze niet lang meer te leven hebben. Je moet een moeder zijn voor de zieke.” — Carmen Gilmartín, Spanje.

„Je moet de pijn en smart kunnen voelen die de patiënt voelt en willen helpen. Vriendelijkheid en geduld zijn noodzakelijk. Je moet altijd meer over verplegen en geneeskunde willen leren.” — Tadashi Hatano, Japan.

„De afgelopen jaren hebben verpleegkundigen steeds meer professionele kennis nodig gehad. Daarom zijn de wens om te studeren en het vermogen te begrijpen wat er gestudeerd wordt onontbeerlijk. Ook moeten verpleegkundigen snelle inschattingen maken en vlug tot handelen overgaan wanneer de situatie dat vereist.” — Keiko Kawane, Japan.

„Als verpleegkundige moet je warmte uitstralen. Je moet verdraagzaam zijn en empathie tonen.” — Araceli García Padilla, Mexico.

„Een goede verpleegkundige moet leergierig zijn, opmerkzaam en uiterst professioneel. Als een verpleegkundige zich niet wegcijfert — als hij of zij een tikje zelfzuchtig is of gepikeerd is over raad van anderen hoger in de medische hiërarchie — zal die verpleegkundige op de duur niet meer voldoen, voor patiënten noch voor collega’s.” — Rosângela Santos, Brazilië.

„Diverse kwaliteiten zijn onontbeerlijk: flexibiliteit, verdraagzaamheid en geduld. Je moet ook onbevooroordeeld zijn, goed overweg kunnen met je collega’s en de medische hiërarchie. Je moet je snel nieuwe vaardigheden eigen maken om efficiënt te blijven.” — Marc Koehler, Frankrijk.

„Je moet van mensen houden en graag anderen willen helpen. Je moet natuurlijk stressbestendig zijn want het is meestal hollen of stilstaan. En je moet ook goed kunnen improviseren om met minder mensen hetzelfde werk te kunnen doen zonder dat de kwaliteit in het gedrang komt.” — Claudia Rijker-Baker, Nederland.

De verpleegkundige als verzorger

In Nursing in Today’s World wordt gezegd dat „het bij verplegen gaat om het zorgen voor de persoon in allerlei situaties die te maken hebben met de gezondheid. De geneeskunde brengen we dan ook in verband met de genezing van de patiënt en de verpleging met de verzorging van die patiënt.”

Een verpleegkundige is dus een verzorger. Het is dan ook zonneklaar dat de verpleegkundige zich bij de patiënt betrokken moet voelen. Enige tijd geleden werd aan 1200 verpleegkundigen gevraagd: „Wat is het belangrijkste voor je in je werk als verpleegkundige?” Kwaliteitszorg geven luidde het antwoord van 98 procent.

Soms onderschatten verpleegkundigen hun waarde voor de patiënten. De bovengeciteerde Carmen Gilmartín, een verpleegkundige met twaalf jaar ervaring, vertelde Ontwaakt!: „Op een keer bekende ik aan een vriendin dat ik me zo beperkt voelde als ik heel zieke patiënten verzorgde. Ik zag mezelf als louter een pleister op de wond. Maar toen antwoordde mijn vriendin: ’Een heel waardevolle pleister dan toch, want wanneer iemand ziek is, ben jij datgene waaraan de grootste behoefte bestaat — een meelevende verpleegkundige.’”

Overbodig te zeggen dat het geven van zulke zorg een zware belasting kan zijn voor een verpleegkundige die dagelijks tien of meer uur werkt! Wat heeft deze zelfopofferende verzorgers ertoe gebracht verpleegkundige te worden?

Waarom gaat iemand in de verpleging?

Ontwaakt! interviewde in alle delen van de wereld verpleegkundigen en vroeg hun: „Wat was je motivatie om verpleegkundige te worden?” Hier volgen enkele van hun antwoorden.

Terry Weatherson heeft 47 jaar verpleegervaring. Ze werkt nu als clinical nurse specialist op de afdeling Urologie van een ziekenhuis in het Engelse Manchester. „Ik ben katholiek opgevoed en zat op een katholieke kostschool”, vertelt ze. „Als meisje besloot ik dat ik non of verpleegster wilde worden. Ik wilde graag anderen dienen. Je zou het een roeping kunnen noemen. Zoals je ziet, heeft de verpleging het gewonnen.”

Chiwa Matsunaga uit Saitama in Japan heeft acht jaar lang zelf een kliniek gehad. Ze vertelt: „Ik was het eens met de denkwijze van mijn vader dat ’het ’t beste is een vak te leren waardoor je je leven lang werk hebt’. Dus koos ik voor een loopbaan in de verpleging.”

Etsuko Kotani uit Tokio, hoofdverpleegkundige met 38 jaar verpleegervaring, zei: „Toen ik nog op school zat, zakte mijn vader in elkaar en verloor veel bloed. Terwijl ik in het ziekenhuis bij mijn vader waakte, besloot ik verpleegster te worden om in de toekomst zieke mensen te kunnen helpen.”

Anderen werden gemotiveerd door hun eigen ervaring tijdens ziekte. Eneida Vieyra, verpleegkundige in Mexico, zegt: „Toen ik zes jaar was, kwam ik twee weken in het ziekenhuis te liggen met bronchitis, en toen besloot ik dat ik verpleegster wilde worden.”

Het is duidelijk dat de verpleging veel zelfopoffering vergt. Laten we zowel de uitdagingen als de beloningen van dit edele beroep eens wat nader bekijken.

De vreugden van het verplegen

Wat zijn de vreugden van de verpleging? Het antwoord op die vraag zal afhangen van het terrein waarop iemand als verpleegkundige werkzaam is. Verloskundigen bijvoorbeeld voelen zich beloond bij elke geslaagde bevalling. „Het is heerlijk om een gezond kind ter wereld te brengen dat jij hebt begeleid”, zegt een verloskundige uit Nederland. Jolanda Gielen-​van Hooft, ook uit Nederland, zegt: „Een bevalling is een van de mooiste dingen die je als echtpaar — en als hulpverlener — kunt meemaken. Het is een wonder!”

Rachid Assam uit Dreux in Frankrijk is een gediplomeerd anesthesieassistent van even in de veertig. Waarom houdt hij van de verpleging? Wegens „de voldoening bijgedragen te hebben tot het succes van een operatie en deel uit te maken van een beroepsgroep met boeiend werk waarin constant vooruitgang wordt geboekt”, zegt hij. Isaac Bangili, ook uit Frankrijk, zei: „De uitingen van dankbaarheid die we ontvangen van patiënten en hun familie doen me veel, vooral als het ons in noodsituaties lukt een patiënt er weer bovenop te krijgen die we eigenlijk al opgegeven hadden.”

Een zo’n uiting van dankbaarheid werd gestuurd aan de reeds genoemde Terry Weatherson. Een weduwe schreef: „Ik kan de gelegenheid niet voorbij laten gaan zonder nogmaals te vermelden wat een steun uw kalme, rustige aanwezigheid tijdens Charles’ ziekte steeds voor ons was. Uw warmte was een stralend licht en werd een rots waaraan wij kracht ontleenden.”

De uitdagingen

Maar de vreugden van de verpleging gaan vergezeld van veel uitdagingen. Er is geen ruimte voor vergissingen! Of een verpleegkundige nu medicijnen geeft, bloed afneemt, een infuus aanlegt of een patiënt gewoon verlegt, er is uiterste voorzichtigheid geboden. Hij of zij kan het zich niet permitteren een fout te maken — en dat geldt vooral in landen waar men snel geneigd is een rechtszaak aan te spannen. Toch komt de verpleegkundige soms in een moeilijk parket te verkeren. Stel bijvoorbeeld dat de verpleegkundige van mening is dat een arts een patiënt de verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven of instructies heeft gegeven die niet in het belang van de patiënt zijn. Wat kan de verpleegkundige dan doen? De arts tegenspreken? Dat vergt moed, tact en diplomatie — en er zit een risico-element in. Helaas stellen sommige artsen suggesties van personen die zij als ondergeschikten beschouwen niet op prijs.

Wat hebben enkele verpleegkundigen op dat gebied gemerkt? Barbara Reineke uit Wisconsin (VS), die al 34 jaar als verpleegkundige werkt, vertelde Ontwaakt!: „Een verpleegkundige moet moedig zijn. In de eerste plaats is ze wettelijk verantwoordelijk voor alle medicijnen die ze toedient of de behandelingen die ze geeft en voor de eventuele daardoor veroorzaakte schade. Ze moet in staat zijn te weigeren een opdracht van een arts uit te voeren als ze denkt dat die buiten haar bevoegdheid valt of als ze gelooft dat de opdracht onjuist is. De verpleging is niet wat het in de dagen van Florence Nightingale of nog maar vijftig jaar geleden was. Nu moet de verpleegkundige beseffen wanneer ze nee moet zeggen tegen de arts en wanneer ze erop moet staan dat de arts naar de patiënt toe gaat, ook al is het midden in de nacht. En als je je vergist, moet je huid dik genoeg zijn om de spottende opmerkingen te incasseren die je misschien van de arts te horen krijgt.”

Een ander probleem waarmee verpleegkundigen te maken hebben, is geweld op het werk. Volgens een rapport uit Zuid-Afrika „wordt erkend dat [verplegend personeel] een grotere persoonlijke kans op mishandeling en geweld op de werkplek heeft. Verpleegkundigen lopen zelfs meer risico op hun werk aangevallen te worden dan gevangenbewaarders of politieagenten, en 72% van de verpleegkundigen voelt zich niet beschermd tegen aanranding.” Een soortgelijke situatie wordt bericht voor Groot-Brittannië, waar 97 procent van de verpleegkundigen die meededen aan een recente enquête, een verpleegkundige kende die het jaar daarvoor lichamelijk mishandeld was. Wat is de oorzaak van dit geweld? Vaak komt het probleem van patiënten die drugs gebruiken of gedronken hebben of onder druk staan of met verdriet worstelen.

Verpleegkundigen krijgen ook te kampen met burnout als gevolg van stress. Personeelstekorten zijn één factor. Wanneer een gewetensvolle verpleegkundige een patiënt geen adequate zorg kan geven door overbelasting, bouwt de stress zich snel op. Pogingen om de situatie te verhelpen door pauzes over te slaan en over te werken, schijnen alleen tot meer frustratie te leiden.

Wereldwijd zijn veel ziekenhuizen onderbezet. „We komen verpleegkundigen tekort in onze ziekenhuizen”, luidt een bericht in de Madrileense Mundo Sanitario. „Iedereen die gezondheidszorg nodig heeft gehad, beseft hoe belangrijk verpleegkundigen zijn.” Wat werd als oorzaak van dit tekort aangegeven? De noodzaak te bezuinigen! In hetzelfde verslag stond dat ziekenhuizen in Madrid een tekort van 13.000 verpleegkundigen hadden!

Nog een reden voor stress die werd genoemd, is dat de werktijden vaak te lang zijn en de lonen te laag. In The Scotsman stond: „Meer dan één op de vijf verpleegkundigen in Groot-Brittannië en een kwart van de assistent-verpleegkundigen heeft een tweede baan om rond te kunnen komen, zegt Unison, de vakbond voor personeel in de publieke sector.” Drie op de vier verpleegkundigen zijn van mening onderbetaald te zijn. Het gevolg is dat velen hebben overwogen hun beroep vaarwel te zeggen.

Er zijn nog een aantal factoren die bijdragen tot de stress van verpleegkundigen. Te oordelen naar de opmerkingen die Ontwaakt! van verpleegkundigen overal ter wereld hoorde, kan de dood van patiënten een deprimerende uitwerking hebben. Magda Souang, van Egyptische origine, werkt in Brooklyn. Toen haar gevraagd werd wat haar werk zwaar maakte, antwoordde ze: „In een periode van tien jaar minstens dertig terminale patiënten die ik intensief had verzorgd, te zien sterven. Dat mat je af.” Geen wonder dat één bron vermeldt: „Je voortdurend inzetten voor patiënten die sterven, kan een enorme aanslag op je eigen gestel betekenen.”

De toekomst voor verpleegkundigen

De ontwikkeling en de invloed van de technologie vergroten de druk in de verpleegkundige sector. Het is een uitdaging technologie en menselijkheid, de humane behandeling van patiënten, met elkaar te verenigen. Geen enkele machine kan ooit de aanraking en het mededogen van een verpleegkundige vervangen.

Een tijdschrift zegt: „De verpleging is een beroep dat eeuwig blijft. . . . Zolang de mensheid bestaat, zal er altijd behoefte zijn aan verzorging, mededogen en begrip.” De verpleging voorziet in die behoefte. Maar er is een nog belangrijker reden tot optimisme als het om de gezondheidszorg gaat. De bijbel maakt duidelijk dat er een tijd zal komen dat niemand zal zeggen: „Ik ben ziek” (Jesaja 33:24). In de nieuwe wereld die God heeft beloofd, zullen er geen artsen, verpleegkundigen en ziekenhuizen nodig zijn. — Jesaja 65:17; 2 Petrus 3:13.

De bijbel belooft ook dat „God . . . elke traan uit hun ogen [zal] wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan” (Openbaring 21:3, 4). Ondertussen moeten we echter dankbaar zijn voor alle aandacht en alle offers van de miljoenen verpleegkundigen wereldwijd, zonder wie een verblijf in het ziekenhuis beslist minder aangenaam zo niet onmogelijk zou zijn! Wat terecht is dus de vraag: „Verpleegkundigen — Wat zouden we zonder hen beginnen?”

[Kader/Illustratie op blz. 6]

Florence Nightingale — Baanbreekster van de moderne verpleging

Florence Nightingale werd in 1820 in Italië geboren. Haar Britse ouders waren welgesteld en ze werd bij haar opvoeding met veel zorg en luxe omringd. De jonge Florence wees huwelijksaanzoeken af en verdiepte zich in de ziekenverpleging en armenzorg. Ondanks het verzet van haar ouders nam Florence een baan aan bij een opleidingsinstituut voor verpleegsters in het Duitse Kaiserswerth. Later studeerde ze in Parijs en op 33-jarige leeftijd werd ze hoofd van een ziekenhuis voor vrouwen in Londen.

Maar ze kwam voor haar grootste uitdaging te staan toen ze aanbood gewonde soldaten op de Krim te gaan verplegen. Daar moesten zij en haar groep van 38 verpleegsters een hospitaal uitmesten waar het wemelde van de ratten. De taak was formidabel, want eerst was er geen zeep, waren er geen waskommen of handdoeken en waren er niet voldoende veldbedden, matrassen of zwachtels. Florence en haar personeel namen de uitdaging aan en tegen het eind van de oorlog had ze wereldwijde hervormingen tot stand gebracht in de verpleging en het besturen van een ziekenhuis. In 1860 stichtte ze de Nightingale Training School for Nurses aan het St. Thomas’ Hospital in Londen — de eerste verpleegstersschool zonder kerkelijke banden. Ze werd invalide en moest, tot haar dood in 1910, jarenlang het bed houden. Niettemin bleef ze boeken en pamfletten schrijven in een poging de gezondheidszorg op een hoger peil te brengen.

Sommigen maken bezwaar tegen het altruïstische beeld van Florence Nightingale; ze voeren aan dat anderen minstens evenveel eer verdienden voor hun bijdragen aan de verpleging. Bovendien zijn er verhitte discussies gevoerd over haar reputatie. Volgens het boek A History of Nursing beweren sommigen dat ze „grillig, autoritair, eigenwijs, opvliegend en bazig” was, terwijl anderen geboeid werden door haar „briljantheid en charme, haar verbazende vitaliteit en juist de tegenstrijdigheden in haar persoonlijkheid”. Wat haar ware aard ook geweest mag zijn, één ding is zeker: haar technieken op het terrein van verpleging en ziekenhuisbeheer vonden in veel landen ingang. Ze wordt beschouwd als een baanbreekster in de ziekenverpleging zoals we die nu kennen.

[Illustratie]

Het St. Thomas’ Hospital na de oprichting van de Nightingale Training School for Nurses

[Verantwoording]

Courtesy National Library of Medicine

[Kader/Illustratie op blz. 8]

Verpleging en verzorging in Nederland

In de beroepenstructuur onderscheidt men verpleegkundigen, verzorgenden en helpenden.

Verpleegkundigen krijgen een opleiding op middelbaar of hoger beroepsonderwijsniveau. Na een basisfase die gericht is op vaardigheden als communicatie, basiszorg en methodisch werken, volgt een hoofdfase gericht op het verplegen van patiënten in de verschillende zorgcategorieën. Aan het eind van de hoofdfase is men in staat als beginnend verpleegkundige te werken maar ontvangt men geen diploma. Dat wordt ontvangen na het doorlopen van de differentiatiefase, waarbij gekozen kan worden uit Klinische zorg, Kraam-, kind- en jeugdzorg, Psychiatrie en verstandelijk gehandicaptenzorg en Chronisch zieken. Na het volgen van een van deze opleidingen wordt men beschouwd als een gevorderd verpleegkundige.

Daarna kunnen allerlei vervolgopleidingen gevolgd worden, bijvoorbeeld de kinder- en de kraamaantekening en de intensive care-​opleiding. Een nieuwe opleiding is die tot nurse practitioner, een verpleegkundige die zich op het grensvlak van verpleegkundige en medische zorg beweegt en onder toezicht bepaalde medische handelingen mag verrichten.

Helpenden verrichten hun werk doorgaans in de persoonlijke leefsfeer, dus bij de zorgvrager thuis of in bijvoorbeeld een verzorgings- of verpleeghuis. Bij hun werkzaamheden ligt de nadruk op huishoudelijk werk en persoonlijke verzorging.

De werkzaamheden van verzorgenden worden ook in de persoonlijke leefsfeer van de zorgvrager verricht en omvatten het opstellen van een zorgplan; het verlenen van zorg voor leefomgeving en huishouding en lichamelijke verzorging; en het signaleren van veranderingen in gezondheid en welbevinden.

[Verantwoording]

Ten dele ontleend aan Gekwalificeerd voor de toekomst, een publicatie van de Nederlandse overheid.

UN/J. Isaac

[Kader/Illustraties op blz. 9]

De ruggengraat van de gezondheidszorg’

Op het congres ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de International Council of Nurses in juni 1999 zei dr. Gro Harlem Brundtland, directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie:

„Door hun sleutelpositie in de gezondheidszorg zijn verpleegkundigen bij uitstek in staat als krachtige voorstanders van een gezonde planeet op te treden. . . . Daar verpleegkundigen en vroedvrouwen in de meeste nationale gezondheidsstelsels al tegen de 80% van het gekwalificeerde personeelsbestand uitmaken, vertegenwoordigen ze een potentieel invloedrijke kracht voor het tot stand brengen van de noodzakelijke veranderingen om in de behoeften van Gezondheid voor Allen in de 21ste eeuw te voorzien. Hun bijdrage aan de gezondheidsdiensten bestrijkt beslist het hele spectrum van de gezondheidszorg . . . Het is duidelijk dat verpleegkundigen de ruggengraat van de meeste gezondheidszorgteams zijn.”

De voormalige president van Mexico Ernesto Zedillo Ponce de León zwaaide de verpleegkundigen van Mexico speciale lof toe in een toespraak waarin hij zei: „Dag in dag uit wijden jullie allemaal . . . naar beste vermogen jullie kennis, jullie solidariteit en jullie roeping tot dienstverlening aan het behoud en het herstel van de gezondheid van de Mexicanen. Dag in dag uit schenken jullie aan hen die dat nodig hebben niet alleen jullie professionele hulp maar ook de troost die voortspruit uit jullie vriendelijke, toegewijde en diepmenselijke optreden. . . . Jullie vormen het grootste segment van onze gezondheidsinstellingen . . . In elk geredde leven, in elk ingeënte kind, in elke begeleide bevalling, in elk gesprekje over gezondheid, in elke genezing, in elke patiënt die aandacht en meelevende steun krijgt, zit het werk van ons verpleegkundig personeel.”

[Verantwoording]

UN/DPI Photo by Greg Kinch

UN/DPI Photo by Evan Schneider

[Kader/Illustratie op blz. 11]

Een dankbare arts

Dr. Sandeep Jauhar van het Presbyterian Hospital in New York erkende dat hij goede verpleegkundigen veel verschuldigd was. Een verpleegkundige had hem er tactvol van overtuigd dat een stervende patiënt meer morfine nodig had. Hij schreef: „Goede verpleegkundigen onderwijzen artsen ook. De verpleegkundigen op gespecialiseerde afdelingen zoals de intensive care behoren tot de best opgeleiden in het ziekenhuis. Toen ik co-assistent was, leerden zij me hoe katheters in te brengen en beademingsapparatuur bij te stellen. Zij vertelden me welke medicijnen ik moest vermijden.”

Hij vervolgde: „Verpleegkundigen bieden patiënten onontbeerlijke psychische en emotionele steun, omdat zij het zijn die de meeste tijd met hen doorbrengen. . . . Zelden reageer ik sneller dan wanneer een verpleegkundige in wie ik vertrouwen heb, me zegt dat ik onmiddellijk naar een patiënt moet gaan kijken.”

[Illustratie op blz. 7]

„Ik wilde graag anderen dienen.” — Terry Weatherson, Engeland.

[Illustratie op blz. 7]

„Terwijl ik in het ziekenhuis bij mijn vader waakte, besloot ik verpleegster te worden.” — Etsuko Kotani, Japan.

[Illustratie op blz. 7]

’Een bevalling is een van de mooiste dingen die je als hulpverlener kunt meemaken.’ — Jolanda Gielen-​van Hooft, Nederland.

[Illustratie op blz. 8]

Verloskundigen putten vreugde en voldoening uit het begeleiden van bevallingen