Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een spectaculaire redding

Een spectaculaire redding

Een spectaculaire redding

Door Ontwaakt!-correspondent in BENIN

„DIE drie mannen zijn alleen nog in leven omdat Jehovah’s Getuigen hen hebben gered!” Dat was het nieuws dat op woensdag 19 april 2000 als een lopend vuurtje door de stad Calavi (Benin, West-Afrika) ging. Wie waren de drie mannen en hoe waren Jehovah’s Getuigen betrokken bij hun redding?

Omstreeks half zeven ’s morgens maakten Philippe Elegbe en Roger Kounougbe zich klaar om aan het werk te gaan op het congresterrein van Jehovah’s Getuigen dat grenst aan het Beninse bijkantoor van het Wachttorengenootschap. Die avond zouden daar honderden mensen bijeenkomen voor de jaarlijkse Gedachtenisviering ter herdenking van de dood van Jezus Christus. * Plotseling werd de vredige morgenstilte verstoord door een oorverdovende knal. Philippe en Roger beseften onmiddellijk dat er op de verkeersweg een ongeluk was gebeurd.

Een paar seconden later hoorden ze een man schreeuwen: „Mijn drie leerjongens zijn bedolven onder de zakken cement!” Philippe en Roger renden naar de weg. Daar zagen ze een twintigtonner op zijn kant liggen. Tientallen cementzakken waren van de vrachtwagen getuimeld.

Josué Didolanvi, een andere werker op het congresterrein, was ter plekke al bezig een man tussen de vrachtwagencabine en de zakken cement vandaan te trekken. De chauffeur, die zichzelf uit de cabine had gesleept, verkeerde in shocktoestand. Toch vond hij de kracht om te roepen: „Er liggen nog twee mensen onder de zakken cement!” Enkele toeschouwers begonnen met het verwijderen van de zakken maar gaven het vanwege de enorme hitte al gauw op. Het cement was net uit de ovens van de fabrikant gekomen!

Reddingsactie

Philippe, Roger en Josué begonnen ijverig aan de berg cementzakken te trekken en verwijderden ze een voor een. De hitte en het gewicht van de zakken van vijftig kilo veroorzaakten een ondraaglijke pijn aan hun handen. Wat het nog erger maakte, was dat het cement uit gescheurde zakken liep, waardoor ze blaren op hun vingers kregen en moeilijk adem konden halen. „Mijn handen brandden, vooral mijn vingers”, zei Josué later. „Maar ik dacht aldoor dat er misschien nog een kans bestond om iemand die eronder lag te redden.”

Na bijna veertig zakken te hebben verwijderd, zagen de drie een stromat. Tot hun grote verbazing vonden ze daar de twee mannen — precies onder de mat. Ze leefden! Toen het ongeluk gebeurde, lagen die mannen achter in de vrachtwagen te slapen op de mat die de zakken cement bedekte. Toen ze van de vrachtwagen vielen, viel de mat boven op hen, waardoor ze werden beschermd tegen de brandende hitte van de zakken cement waaronder ze werden bedolven.

Tijdens en na de reddingsactie verzamelde zich een aanzienlijke groep toeschouwers. Allen verbaasden zich erover dat Philippe, Roger en Josué de berg van twee ton zo snel hadden kunnen verwijderen en dat onder zulke ongunstige omstandigheden. Ze waren ook onder de indruk van het feit dat deze drie mannen zich er door niets van hadden laten weerhouden mensen te helpen die ze niet eens kenden. Al gauw scheen iedereen in Calavi op de hoogte te zijn van hun heldhaftige inspanningen.

[Voetnoot]

^ ¶4 In gehoorzaamheid aan Jezus’ gebod houden Jehovah’s Getuigen deze heilige herdenking elk jaar. — Lukas 22:19.

[Illustratie op blz. 31]

Roger met de stromat, na de reddingsactie