Weet u dat?
Weet u dat?
(De antwoorden van deze quiz zijn te vinden in de vermelde bijbelteksten, en de volledige lijst met antwoorden staat op bladzijde 27. Raadpleeg voor aanvullende informatie de publicatie „Inzicht in de Schrift”, uitgegeven door het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap.)
1. Hoe werd het joodse hooggerechtshof genoemd? (Handelingen 5:27)
2. Gedurende welke tijdsperiode brengt Jezus, zoals de apostel Johannes aangeeft, bepaalde dingen in verband met Gods voornemen tot een succesvol einde? (Openbaring 1:10)
3. Welke drie wapens bezat Goliath toen hij tegenover David stond? (1 Samuël 17:45)
4. Wie was de vrouw van Hosea? (Hosea 1:3)
5. Wie kwamen erachter dat de Syriërs die Samaria hadden belegerd, waren gevlucht? (2 Koningen 7:3-5)
6. Wat verleende de Perzische koning Ahasveros in zijn hele rijk toen hij Esther tot koningin had gemaakt? (Esther 2:18)
7. Wat was zoals Jehovah kort na Adams schepping zei, niet goed voor hem? (Genesis 2:18)
8. Waartoe gaf Jehovah Jozua met betrekking tot de paarden van de vijanden van Israël het bevel, waarmee Hij Israël aanmoedigde zich voor bescherming op Hem te verlaten? (Jozua 11:6)
9. Wat kan woede afkeren? (Spreuken 15:1)
10. Waarom zijn er boven veel van de psalmen opschriften geplaatst? (Psalm 3–9)
11. Welke uitdrukking gebruikte Job blijkbaar om aan te geven dat hij met vrijwel niets was ontkomen? (Job 19:20)
12. In wiens huis bevond Jezus zich toen de schriftgeleerden en Farizeeën hem ervan beschuldigden met belastinginners en zondaars te eten en te drinken? (Lukas 5:29, 30)
13. Het eten van welk deel van offerdieren was bij de Mozaïsche wet verboden? (Leviticus 7:23-25)
Antwoorden van de quiz
1. Het Sanhedrin
2. „De dag des Heren”
3. Een zwaard, een speer en een werpspies
4. Gomer
5. Vier melaatsen
6. Een amnestie
7. ’Dat hij alleen bleef’
8. Om de paarden de pezen door te snijden en de wagens te verbranden
9. Een zacht antwoord
10. Om te bepalen wie de schrijver is, muzikale aanwijzingen en achtergrondinformatie te verschaffen of aan te geven wat het doel van de psalm is
11. „De huid van mijn tanden”
12. In het huis van Levi, of Mattheüs
13. Het vet