Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe krijg ik een hechtere band met mijn grootouders?

Hoe krijg ik een hechtere band met mijn grootouders?

Jonge mensen vragen . . .

Hoe krijg ik een hechtere band met mijn grootouders?

„Mijn beide grootvaders zijn verhalenvertellers. Hun verhalen helpen me mijn eigen gevoelens te begrijpen.” — Joshua.

ER WAS een tijd waarin het gewoon was dat verscheidene generaties familieleden dicht bij elkaar woonden — vaak in hetzelfde huis. Het was gebruikelijk dat je nauw met je grootouders omging.

Tegenwoordig kunnen jongeren door grote afstanden van hun grootouders gescheiden zijn. Bovendien zijn steeds meer gezinnen door echtscheiding verscheurd. The Toronto Star berichtte dat „grootouders ook het slachtoffer van echtscheiding kunnen zijn wanneer ze de kleinkinderen van wie ze houden niet kunnen zien”. In andere gevallen is het probleem dat veel jonge mensen gewoon een negatief beeld hebben van ouderen, en hen bezien als ouderwets, als personen die heel andere opvattingen, waarden en interesses hebben dan zijzelf. Wat is het resultaat? Veel jongeren hebben gewoon niet zo’n hechte band met hun grootouders als ze zouden kunnen hebben.

Dat is heel jammer. Zoals een vorig artikel in deze serie liet zien, is het heilzaam, nuttig en plezierig om een hechte band met je grootouders te hebben — vooral als ze godvrezend zijn. * Rebekah, een tiener, zegt over haar grootouders: „We lachen altijd heel wat af.” Een jongere genaamd Peter zegt iets dergelijks: „Ik durf hun te vertellen hoe ik me voel of wat mijn plannen zijn. Soms voel ik me bij hen meer op mijn gemak dan bij mijn ouders. Ik heb het gevoel dat ik met mijn grootouders over van alles kan praten.”

Hoe staat het met jou? Je was misschien close met je grootouders toen je klein was. Maar nu je een tiener bent, kan het zijn dat je de laatste tijd niet veel hebt gedaan om de band te onderhouden. Als dat het geval is, zou het beginsel uit de bijbelse raad in 2 Korinthiërs 6:11-13 hier goed toegepast kunnen worden, namelijk om je ’te verruimen’ wat je genegenheid voor hen betreft. De vraag is, hoe doe je dat?

Het initiatief nemen

’Je verruimen’ houdt in dat je wat initiatief neemt. Tenslotte zegt de bijbel: „Onthoud het goede niet aan degenen die het toekomt, wanneer het in de macht van uw hand ligt het te doen” (Spreuken 3:27). Toen je jonger was, had je misschien niet veel „macht” om iets aan de band met je grootouders te doen. Maar nu je ouder bent, mogelijk zelfs een jonge volwassene, merk je misschien dat er een aantal dingen zijn die je zou kunnen doen.

Als je grootouders bijvoorbeeld bij je in de buurt wonen, kun je er misschien een gewoonte van maken regelmatig langs te gaan. Saai? Misschien, als je je mond niet opendoet. Begin dus een gesprek! Waar kun je het over hebben? Het bijbelse beginsel in Filippenzen 2:4 is nuttig. Daar staat dat we ’niet alleen uit persoonlijke belangstelling het oog moeten houden op onze eigen zaken, maar ook uit persoonlijke belangstelling op die van de anderen’. Met andere woorden, toon belangstelling voor je grootouders. Vraag hun te vertellen over dingen die hen bezighouden. Hoe gaat het met hen? Wat hebben ze de laatste tijd gedaan? Misschien vinden ze het leuk om over vroeger te praten. Vraag hun dus hoe het leven was toen zij jong waren. Of hoe je vader of moeder was toen hij of zij klein was. Als je grootouders christenen zijn, vraag hun dan wat hen aantrok aan de bijbelse waarheden.

Grootouders zijn vaak ware schatkamers van familiegeschiedenis en ze zijn waarschijnlijk heel graag bereid je te amuseren met boeiende verhalen. Je zou hier zelfs een gezellig project van kunnen maken. Probeer je grootouders te interviewen, waarbij je misschien aantekeningen of een geluids- of video-opname maakt. Als je niet precies weet wat je moet vragen, laat je ouders je dan helpen om geschikte vragen te formuleren. Je zult waarschijnlijk veel dingen te weten komen die je zullen helpen je grootouders, je ouders, en ook jezelf beter te begrijpen. „Mijn beide grootvaders zijn verhalenvertellers”, zegt Joshua. „Hun verhalen helpen me mijn eigen gevoelens te begrijpen.”

Vergeet echter niet dat je grootouders ook heel geïnteresseerd zijn in jouw leven en jouw activiteiten. Wanneer je hun vertelt waar jij je mee bezighoudt, nodig je hen als het ware binnen in je leven. Dat zal jullie ongetwijfeld dichter bij elkaar brengen. Igor, een jongere in Frankrijk, zegt: „Mijn oma en ik vinden het leuk om samen bij een kopje thee in een cafeetje bij te praten over wat we alle twee de laatste tijd hebben gedaan.”

Wat kunnen we samen doen?

Als je eenmaal begonnen bent met elkaar te praten, kun je misschien de volgende stap zetten om samen dingen te doen. Als je er even over nadenkt, kom je wellicht op allerlei activiteiten die jullie samen zouden kunnen doen. De jonge Dara herinnert zich: „Mijn beide oma’s hebben me dingen geleerd over koken, inmaken, bakken, planten verzorgen en tuinieren.” Amy ging met haar grootouders mee naar familiebijeenkomsten en op vakantie. Afhankelijk van hun leeftijd zijn sommige grootouders vrij actief. Aaron vindt het leuk om met zijn grootmoeder te gaan golfen. Joshua gaat met zijn grootvaders vissen en doet met hen klusjes in en om het huis.

Als je grootouders aanbidders van Jehovah zijn, kan het vooral plezierig zijn om met hen aan aspecten van Jehovah’s aanbidding deel te nemen, zoals met anderen over de bijbel spreken. Igor reisde met zijn grootmoeder naar een internationale bijeenkomst van Jehovah’s Getuigen in Polen. „Het was een onvergetelijke ervaring die we samen konden beleven en we vinden het nog steeds leuk om erover te praten”, zegt hij. Toegegeven, niet alle grootouders zijn zo mobiel. Toch is het de moeite waard om tijd met hen door te brengen.

Een geestelijke erfenis

In bijbelse tijden droeg een zekere Loïs er in belangrijke mate toe bij dat haar kleinzoon, Timotheüs, opgroeide tot een voortreffelijke man Gods (2 Timotheüs 1:5). Het wekt geen verbazing dat veel christelijke grootouders tegenwoordig een soortgelijke rol vervullen. Joshua zegt over zijn grootouders: „Ze dienen Jehovah al langer dan dat ik leef, dus heb ik diep respect voor hen, niet alleen als grootouders maar ook als mensen die hun rechtschapenheid hebben bewaard.” Amy zegt: „Mijn grootouders zeggen altijd dat ze aangemoedigd worden en gelukkig zijn wanneer ze zien dat ik Jehovah getrouw dien. Maar het zien van hun voortreffelijke voorbeeld en ijver voor Jehovah als pioniers [fulltimepredikers] heeft mij aangemoedigd door te gaan met mijn pioniersdienst.”

Chris noemt zijn grootmoeder „degene die me het meest heeft gemotiveerd om te studeren en vorderingen te maken”. Hij voegt eraan toe: „Ik zal nooit vergeten dat ze zei dat ’we voor Jehovah ons best moeten doen’.” De grootouders van Pedro hebben een bijzonder grote rol gespeeld in zijn geestelijke ontwikkeling. Hij zegt: „Hun ervaring was een grote hulp. Mijn grootouders namen me altijd mee in de prediking, en dat waardeer ik zeer.” Ja, een hechte band aankweken met godvruchtige grootouders kan je helpen God nog toegewijder te dienen.

Grootouders die ver weg wonen

En als je grootouders nu ver weg wonen? Ga er, als dat mogelijk is, geregeld op bezoek. Doe tussen de bezoeken door wat je kunt om contact te houden. Hornan ziet zijn grootouders maar drie keer per jaar, maar hij zegt: „Ik bel ze elke zondag.” Dara, die ook ver bij haar grootouders vandaan woont, zegt: „Ze zijn geïnteresseerd in mijn leven en we bellen of e-mailen elkaar bijna elke week.” E-mail en de telefoon zijn prima, maar onderschat ook het effect van een ouderwetse, handgeschreven brief niet. Veel jongeren hebben tot hun verbazing gemerkt dat hun grootouders elke brief hebben bewaard die ze hun vanaf hun kinderjaren hebben geschreven. Brieven kunnen worden gelezen en herlezen — en gekoesterd. Zorg er dus voor dat je schrijft!

Grootouders hebben vaak een heel bijzondere liefde voor hun kleinkinderen (Spreuken 17:6). Er zijn veel manieren waarop je een hechte band met je grootouders kunt opbouwen en onderhouden, of ze nu dichtbij wonen of ver weg. Doe er dus beslist moeite voor.

[Voetnoot]