Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Weet u dat?

Weet u dat?

Weet u dat?

(De antwoorden van deze quiz zijn te vinden in de vermelde bijbelteksten, en de volledige lijst met antwoorden staat op bladzijde 21. Raadpleeg voor aanvullende informatie de publicatie „Inzicht in de Schrift”, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.)

1. Welke eigenschap moet iemand volgens Petrus tentoonspreiden om Gods onverdiende goedheid te ontvangen? (1 Petrus 5:5)

2. Welke twee mannen streden na de zeven dagen durende regering van Zimri, Israëls vijfde koning, tijdens vier jaar burgeroorlog om de troon? (1 Koningen 16:21)

3. Wat beangstigde de Israëlieten zodanig dat ze weigerden het Beloofde Land binnen te gaan? (Numeri 13:28, 31-33; Deuteronomium 1:28)

4. Wat is de grootste Hebreeuwse gewichts- en geldeenheid? (Ezra 8:26)

5. Onder welk voorwendsel liet Felix Paulus komen, maar waar was hij eigenlijk op uit? (Handelingen 24:24-26)

6. Welke benaming gebruikte Jezus om zowel zichzelf als zijn volgelingen te beschrijven? (Mattheüs 5:14; Johannes 8:12)

7. Welke benaming is alleen op Jezus en niet op zijn volgelingen van toepassing? (Mattheüs 23:10)

8. Welke uitdrukking gebruikte Jakobus met betrekking tot ambitie, prominentie en macht? (Jakobus 4:1)

9. Van welk materiaal werd bij de bouw van het Perzische paleis in Susan het meest gebruik gemaakt? (Esther 1:6)

10. Wat zijn drie dingen van de wereld die volgens Johannes ’niet uit de Vader voortspruiten’? (1 Johannes 2:16)

11. Welk onderdeel van Paulus’ opsomming van de geestelijke wapenrusting van een christen stelt redding voor? (Efeziërs 6:17)

12. Wie stond erom bekend dat hij zijn zonen meer eerde dan Jehovah? (1 Samuël 2:27-29)

13. Wat is de vijfde letter van het Hebreeuwse alfabet? (Psalm 111:3)

14. In welke maand van de joodse kalender begon Salomo met de bouw van de tempel? (1 Koningen 6:1)

15. Welke christelijke profeet voorzei de toekomstige arrestatie van Paulus in Jeruzalem? (Handelingen 21:10, 11)

Antwoorden van de quiz

1. „Ootmoedigheid des geestes”, of nederigheid

2. Tibni en Omri

3. De „buitengewone afmetingen” en kracht van de inwoners

4. Het talent

5. Om over „geloof in Christus Jezus” te horen; steekpenningen

6. „Het licht der wereld”

7. Leider

8. „Zingenot”

9. Marmer

10. „De begeerte van het vlees”, „de begeerte der ogen” en „het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft”

11. De helm

12. De hogepriester Eli

13. Heʼ

14. Ziv

15. Agabus