Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De jongste keten van de Rocky Mountains

De jongste keten van de Rocky Mountains

De jongste keten van de Rocky Mountains

DOODMOE haalden we het kookstel te voorschijn en begonnen het ontbijt klaar te maken. We hadden in vijf dagen bijna 5000 kilometer gereden, van New York naar Wyoming. Terwijl we ontbeten, namen we de omgeving in ons op.

Het heldere zonlicht was verblindend, de lucht was tintelend fris. Maar dit was anders dan onze voorgaande picknicks langs de kant van de weg — het uitzicht was magnifiek! We zaten te eten bij de oever van Jackson Lake in het Grand Teton National Park. Voor ons lag een majestueus berglandschap. In onze hele rondreis van 16.000 kilometer in het Westen was niets zo spectaculair geweest. We wisten dat als we ooit de kans kregen om terug te gaan, we dat zouden doen.

De Grand Teton is ongeveer 4200 meter hoog, en verscheidene andere bergpieken in dit gebied komen boven de 3700 meter. Hoewel er zeker niet met ze te spotten valt, horen ze niet bij de hoogste bergen. Afhankelijk van de richting waaruit je met de auto komt aanrijden, zou je de Teton Range zelfs kunnen missen. Vanuit het westen merk je misschien alleen maar dat het land licht oploopt — niet echt iets om over naar huis te schrijven! Maar als je vanuit het oosten komt, rijzen deze bergen plotseling uit de vlakten op en torenen meer dan 1500 meter uit boven het dal eronder. Ze trekken echt de aandacht.

Ons tweede bezoek

Na er jaren naar verlangd te hebben, lukte het ons uiteindelijk nog eens terug te gaan. Dit keer vlogen we naar Jackson Hole (Wyoming) en reden noordwaarts naar de Teton Range. Kom met ons mee terwijl we onze dag beginnen bij het op een juweel lijkende gletsjermeer Jenny Lake, dat precies onder de hoogste pieken van deze keten ligt.

Onze huid tintelt in de koelte van de ochtendlucht. De zon is nog niet op maar we zijn niet alleen. Er zijn nog meer ondernemende zielen op de been. Sommige fotografen willen de pracht vastleggen van de bergen die door de eerste bundels ochtendlicht overgoten zijn met schakeringen van roze en goud. Plotseling blijven we doodstil staan — een groot muildierhert staart ons recht in het gezicht! Ze verstijft, alert en op haar hoede, want haar kalf staat nog geen tien meter bij ons vandaan te grazen. Heel langzaam pakken we ons fototoestel. Met ingehouden adem richten we, stellen scherp en drukken af. We ademen weer uit; dit is nog maar het begin van onze dag bij Jenny Lake.

We sluiten ons aan bij een groep wandelaars die aan boord gaat van een pendelboot, en komen niet lang daarna aan het begin van een pad van anderhalve kilometer dat omhoogloopt naar Inspiration Point. We gaan van boord, en al gauw omsluit de koelte van het bos ons. Terwijl het steile pad ons omhoogvoert, wordt het meer achter ons steeds kleiner. We beginnen het geraas van watervallen in de verte te horen. Hijgend komen we uit het bos en pauzeren op een rotsig stuk grond. We koesteren ons in het heldere ochtendlicht en ademen met diepe teugen de koele berglucht in. Onder ons strekt Jenny Lake zich uit; een glinsterende, saffierblauwe vlek. Gezet in een rand van bomen die op een opvallende wal staan, lijkt het meer wel het werk van een meester-edelsmid.

Boven ons uit torenen de bergpieken die bekendstaan als de Cathedral Group. In de jaren ’30 schreef dr. Fryxell, een natuuronderzoeker die deze keten bestudeerde: „Terwijl ze met puntige toppen boven al het andere uittorenen, richten [deze pieken] iemands blik en gedachten op dingen die nog hoger zijn.” Vervuld van ontzag nemen we de grootsheid van Inspiration Point in ons op. We voelen ons al ruimschoots beloond voor onze moeite. Maar er komt nog meer.

Het pad is verbazend vlak nu het over de bodem van Cascade Canyon slingert. Al gauw torenen rotsachtige klippen boven ons uit, waarlangs water naar beneden stort. We vragen ons af door welke krachten deze plek zijn vorm heeft gekregen. Plotseling staat er een opgewonden kind voor ons. Ze is door het dolle heen. Buiten adem fluistert ze: „We hebben een eland ontdekt! Kom snel, dan kunnen jullie hem ook zien!”

Gedachten aan de manier waarop deze bergen zijn gevormd, worden opzijgezet. We grijpen ons fototoestel en maken ons klaar om een plaatje te schieten van een van de prachtige dieren die in dit park rondzwerven. Het meisje brengt ons naar een uitkijkpunt. De rest van het gezin wijst zwijgend. Daar, in moerassig veen langs de rivier, zien we de elandstier. Vol verwondering turend, met ons fototoestel in de aanslag, fluisteren we hoeveel geluk we hebben hier op het juiste moment te zijn.

Geologie en schollen

Doordat er zoveel te zien is, vergeet men gemakkelijk te vragen naar de geschiedenis van dit opmerkelijke landschap. Maar het park doet alle mogelijke moeite om het publiek te informeren en iets bij te brengen, door een aantal folders uit te geven en groepstochten te organiseren onder leiding van parkwachters.

Ons werd uitgelegd dat de grond onder onze voeten misschien wel aardig vast aanvoelt, maar in zekere zin als een bevroren meer in het voorjaar is — niet zo stevig als het lijkt! Onder geologen is de theorie aanvaard dat de aardkorst uit een aantal tektonische schollen bestaat en dat deze schollen, die op zeeën van gesmolten gesteente rusten, in beweging zijn. Voor ons is het interessante aan de theorie dat als deze schollen tegen elkaar botsen, het resultaat kan zijn dat zich bergketens vormen.

In het geval van de Teton Range schijnt één schol enigszins als een koevoet gewerkt te hebben, en de andere omhoog te hebben gewrikt. Het resultaat is wat geologen een schollenreliëf noemen. De Teton Range is volgens hen, geologisch gezien, relatief kort geleden gevormd. De folder van het park noemt de bergketen dan ook „de jongste en indrukwekkendste keten van de Rocky Mountains”.

Water en ijs als beeldhouwers

We vonden deze antwoorden fascinerend, maar ze deden nog meer vragen rijzen. We dachten aan onze wandeling bij Jenny Lake. Wat kon de verklaring zijn voor de grilligheid van die pieken? En wat kan er gezegd worden over die opvallende wal rond het meer, zo begroeid met bomen? Het antwoord van de geologen? Dat komt allemaal door water. De theorie is dat ooit in het verre verleden gletsjers de ravijnen van de Teton Range hebben uitgeslepen. Die wal rond het meer, een morene genoemd, werd door schuivend ijs gevormd. Deze morene hield een deel van de inmiddels gesmolten gletsjer tegen en hield tevens de betere grond vast.

Die theorie zou het rijke plantenleven rond het meer verklaren, vooral in vergelijking met de dor uitziende kiezelbeddingen en alsem van de nabijgelegen vlakten. Geïntrigeerd vroegen we de parkwachter ons meer te vertellen. Een ander verschijnsel, zo zei ze, was verantwoordelijk voor de grillige vorm van die bergtoppen. Ze noemde het vorstverwering. Water sijpelt in rotsspleten en zet uit wanneer het bevriest. Deze kracht wrikt na verloop van tijd stukken rots los, waardoor het gebergte een gekarteld uiterlijk krijgt. We dankten haar hartelijk voor haar uitleg en haar enthousiasme voor deze bergen.

De dieren

Naast een opmerkelijke geologie heeft het gebied een rijk dierenleven. Daardoor werd onze tocht over de beroemde Snake River nog gedenkwaardiger. Terwijl we het landschap in ons opnamen, zagen we Amerikaanse zeearenden en visarenden in de lucht zweven en dan naar de rivier duiken om vissen te vangen. De gids op onze boot, een ervaren bioloog, vertelde iets wat ons verbaasde. Ondanks het feit dat de Amerikaanse zeearend groter is en er indrukwekkender uitziet, is de visarend in werkelijkheid de betere visser. Hij vertelde ons dat hij had gezien hoe zeearenden vis van visarenden afpakten. En inderdaad zagen we een zeearend die op een jonge visarend afging. De visarend liet zijn vangst achter en sloeg op de vlucht.

Het was voor ons heel bijzonder om dieren in hun natuurlijke omgeving te bekijken. Het National Elk Refuge, een toevluchtsoord voor wapitiherten, ligt hier in de buurt, en veel van de wapitiherten brengen de zomer in het Grand Teton National Park door. We stopten vaak om te turen naar kudden wapitiherten die rustig stonden te grazen. Of we gingen op de veranda van ons huisje zitten om te kijken naar elanden die vredig onder de wilgen stonden te grazen. ’s Avonds was het alsof deze dieren optraden voor alle mensen die zich hadden verzameld om ze te zien eten. Hoewel we moe waren, bleven we lang op om te staren naar iets wat wij stedelingen zo zelden zien — een bijna zwart hemelgewelf vol flonkerende sterren.

De laatste dag gaf ons een afscheidscadeautje. Vrees mengde zich met ontzag toen we midden door een kudde bizons reden. De kudde van deze zware, ruwharige beesten bevond zich aan beide zijden van de weg. We vonden het heel jammer om te vertrekken! Maar het was tijd om te gaan.

Terwijl we in het vliegtuig op de start zaten te wachten, overdachten we ons verblijf daar. We genoten na van wat even van ons was geweest — de bergen, de berglucht en de dieren. Wat was het opwindend onze wens te kunnen vervullen die we zo lang hadden gekoesterd, om nog eens naar de Teton Range te gaan! De jongste spruit van de Rocky Mountains is echt een prachtig kind.

[Kader/Illustratie op blz. 19]

Enkele tips voor bezoekers

Gun uzelf de tijd om aan de ijlere lucht te wennen. De bodem van het dal is al ruim 1800 meter boven de zeespiegel. Sommige toeristen die op lagere hoogte wonen, ondervinden misschien de gevolgen van hoogteziekte, zoals hoofdpijn of prikkelbaarheid. Oudere mensen, vooral degenen met hartproblemen of ademhalingsstoornissen, vinden het wellicht raadzaam met hun arts te praten voordat ze zo’n reis maken.

Bereid u goed voor voordat u gaat wandelen. Bedenk dat het lichaam door de grote hoogte en de semi-aride omstandigheden snel uitgedroogd kan raken. Neem ruim voldoende water mee.

Dit is een wildpark, met veel grote, mooie, maar wilde dieren. Sommige bezoekers willen heel graag dichtbij komen, maar de reactie van de dieren kan onvoorspelbaar zijn. Luister naar de adviezen van de parkwachters over het omgaan met wilde dieren in hun eigen omgeving, en volg die op. De woorden van de parkwachters kunnen niet alleen interessant maar ook levensreddend zijn.

[Kaarten op blz. 17]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

GRAND TETON NATIONAL PARK

[Illustratie op blz. 16, 17]

De Moran, Teton Range

[Illustratie op blz. 17]

Bovenste deel van Cascade Canyon

[Illustratie op blz. 18]

Bizon

[Illustratie op blz. 18]

Zeearend

[Illustratie op blz. 18]

Zonsondergang in de Teton Range

[Illustratie op blz. 18]

Elandstier