Het ingewikkelde web des levens
Het ingewikkelde web des levens
„De verscheidenheid aan leven is onze verzekeringspolis. Ons eigen leven en levensonderhoud hangen ervan af.” — HET MILIEUPROGRAMMA VAN DE VERENIGDE NATIES.
HET leven op aarde is overvloedig en ontzaglijk gevarieerd. De term „biologische diversiteit” of kortweg „biodiversiteit” heeft betrekking op alle soorten op de wereld, uiteenlopend van de kleinste bacteriën tot de reuzensequoia’s, van aardwormen tot arenden.
Al dit leven op aarde maakt deel uit van één groot, nauw verweven web dat ook niet-levende elementen omvat. Het leven is afhankelijk van niet-levende componenten als de dampkring, oceanen, zoet water, gesteenten en verschillende soorten aarde. Deze levensgemeenschap wordt de biosfeer genoemd en mensen maken daar een wezenlijk deel van uit.
Biodiversiteit omvat alle bacteriën en andere microben. Van veel daarvan is bekend dat ze essentiële chemische functies vervullen die ecosystemen in stand houden. Biodiversiteit, of het web des levens, omvat ook de groene planten die via fotosynthese zuurstof produceren, waarbij ze zonne-energie opvangen en die opslaan in de vorm van suikers, die de basis vormen van de energiebronnen voor de meeste andere levensvormen.
Verdwijnende verscheidenheid
Helaas is de mens, ondanks de schoonheid en verscheidenheid van de levensvormen, volgens een aantal onderzoekers bezig soorten in een alarmerend tempo te laten uitsterven. Op welke manieren?
▪ Habitatvernietiging. Dat geldt als de voornaamste oorzaak van uitsterven. Het omvat houtkap, mijnbouw, kaalslag voor veeteelt, en de aanleg van dammen en verkeerswegen waar eens wildernis was. Doordat de ecosystemen kleiner worden, verliezen soorten de hulpbronnen die ze nodig hebben voor overleving. Natuurlijke milieus worden gefragmenteerd, gedegradeerd en vernield. Trekroutes worden verstoord. De genetische diversiteit neemt af. Plaatselijke populaties van levensvormen kunnen ziekten en andere vormen van stress niet te boven komen. Daardoor sterven soorten geleidelijk een voor een uit.
Het uitsterven van bepaalde soorten kan zelfs een kettingreactie van uitstervingen teweegbrengen,
want wanneer één deel van het web des levens wordt vernield, kan dat van invloed zijn op andere. Het uitsterven van „hoeksteen-soorten” — bestuivers bijvoorbeeld — kan van invloed zijn op een aanzienlijk aantal andere soorten.▪ Geïntroduceerde soorten. Wanneer mensen een vreemde soort in een ecosysteem introduceren, zou die soort leefmilieus in beslag kunnen nemen die door andere soorten bezet waren. Het is ook mogelijk dat de vreemde soort indirect het ecosysteem dusdanig verandert dat inheemse soorten worden verdrongen, of ziekten meebrengt waarvoor de inheemse soorten niet immuun zijn. Vooral op eilanden, waar soorten lang in isolement hebben geleefd en niet te maken hebben gehad met nieuwkomers, kan het zijn dat de oorspronkelijke bewoners niet tot aanpassing in staat zijn, met fatale gevolgen.
Een typerend voorbeeld is een dodelijke alg, Caulerpa taxifolia, die andere mariene soorten in de Middellandse Zee vernietigt. Ze werd per ongeluk geïntroduceerd voor de kust van Monaco en is zich nu over de zeebedding gaan verspreiden. Ze is toxisch en heeft voor zover bekend geen natuurlijke vijanden. „Misschien is wat we zien het begin van een ecologische catastrofe”, zegt Alexandre Meinesz, hoogleraar mariene biologie aan de Universiteit van Nice in Frankrijk.
▪ Overexploitatie. Daardoor zijn verscheidene soorten uitgestorven. Een klassiek geval is dat van de trekduif. In het begin van de negentiende eeuw was er geen vogel die zo veel voorkwam in Noord-Amerika. Als ze wegtrok — in vluchten van een miljard of meer — was de lucht dagen achtereen verduisterd. Maar tegen het eind van de negentiende eeuw was er dusdanig jacht op de trekduif gemaakt dat ze op de rand van uitsterven verkeerde, en in september 1914 stierf in een dierentuin in Cincinnati de laatste trekduif. Een ander voorbeeld is de Amerikaanse bizon of buffel van de Great Plains, die door de jacht bijna totaal werd uitgeroeid.
▪ Bevolkingsgroei. De menselijke bevolking bedroeg halverwege de negentiende eeuw één miljard. Anderhalve eeuw later en met vijf miljard mensen meer begint men zich af te vragen of de mens gevaar loopt de grenzen van zijn hulpbronnen te overschrijden. Doordat de menselijke bevolking blijft groeien, sterven er elk jaar in een alarmerend tempo soorten uit.
▪ Dreigende mondiale opwarming. Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change is het mogelijk dat de temperaturen binnen deze eeuw met wel 3,5 °C zullen stijgen. Die sprong kan voor sommige soorten te snel zijn om hem te overleven. Volgens onderzoekers blijkt dat een factor die bijdraagt tot de dood van koraalriffen (waarvan de mariene biodiversiteit voor een groot deel afhankelijk is) het warmer wordende water is.
Wetenschappers zeggen dat een stijging van de zeespiegels met een meter het einde zou kunnen betekenen van een groot deel van de drassige kustgebieden, waar de biodiversiteit overvloedig is. Sommigen zijn van mening dat de mondiale opwarming de ijsvelden van Groenland en Antarctica aantast. Zouden die smelten, dan zou er een milieuramp kunnen volgen.
Een epidemie van extincties
Hoe snel gaan soorten verloren? De antwoorden op die vraag zijn heel inexact. Het meeste van wat er verloren gaat, is nog een mysterie voor wetenschappers. Eerst moeten ze vaststellen hoeveel soorten er bestaan. Volgens John Harte, ecoloog aan de University of California in Berkeley, „zijn er ongeveer anderhalf miljoen soorten op aarde die een naam hebben, maar we weten dat er veel naamloze soorten bestaan, en het totale aantal ligt waarschijnlijk tussen de 5 en 15 miljoen”. Sommigen verhogen die schatting tot 50 miljoen soorten of meer. Het vaststellen van het exacte aantal is vrijwel onmogelijk omdat „de meeste uitstervingen zullen plaatsvinden voordat de soorten een naam hebben gekregen en beschreven zijn”, aldus de wetenschapper Anthony C. Janetos.
De moderne wetenschap heeft nauwelijks een begin gemaakt met het ontraadselen van de ingewikkelde ecologische mechanismen die ecosystemen soepel draaiende houden. Als mensen niet weten hoeveel soorten er zijn, hoe kunnen ze het complexe web des levens en de manier waarop het door uitstervingen wordt beïnvloed, dan begrijpen? Hoe kunnen ze weten wat het verdwijnen van de soorten kan betekenen voor het levensinstandhoudingssysteem van de planeet?
Wanneer wetenschappers het tempo waarin de soorten uitsterven proberen vast te stellen, zijn hun schattingen, hoe uiteenlopend ook, vaak ontmoedigend. „Zo’n 50 procent van de mondiale flora en fauna zou binnen honderd jaar hard op weg kunnen zijn uit te sterven”, verklaart een schrijver. De prognose van Harte is nog somberder: „Biologen schatten dat de tropische ontbossing zal resulteren in het verlies van de helft of meer van de bestaande soorten op aarde in de komende 75 jaar.”
Op basis van de berekeningen van de wetenschapper Stuart Pimm van de University of Tennessee verklaart National Geographic dat „11 procent van de vogels oftewel 1100 soorten van de bijna 10.000 die er op de wereld zijn, op de rand van uitsterven verkeert; het is twijfelachtig of de meeste van deze 1100 soorten nog lang na het einde van de [21ste eeuw] in leven zullen zijn”. In hetzelfde blad werd gezegd: „Een team van gerenommeerde botanici berichtte onlangs dat één op de acht planten gevaar loopt uit te sterven. ’Het betreft niet alleen soorten op eilanden of in regenwouden of alleen vogels of grote aantrekkelijke zoogdieren’, zegt Pimm. ’Het geldt voor alles, overal. . . . We hebben te maken met een wereldwijde epidemie van extincties.’”
Hebben we al die soorten nodig?
Is er reden om ons zorgen te maken over het verlies aan biodiversiteit? Hebben we zo’n verscheidenheid aan soorten werkelijk nodig? Veel gerenommeerde deskundigen blijven erbij dat het antwoord ja luidt. Door de soortenrijkdom van de aarde wordt de mens voorzien van voedsel, nuttige chemische verbindingen en veel andere producten en diensten. Denk ook eens aan het potentiële nut dat onontdekte soorten de mensheid kunnen bieden. Men heeft bijvoorbeeld geschat dat 120 van de 150 belangrijkste geneesmiddelen die in de Verenigde Staten op recept verkrijgbaar zijn, van verbindingen uit de
natuur komen. Wanneer de mensheid de flora van de wereld verliest, verliest ze dus ook de gelegenheid om nieuwe geneesmiddelen en chemische verbindingen te vinden. „Elke keer dat we een soort verliezen, verliezen we een toekomstige optie”, zegt Sir Ghillean Prance, directeur van de Londense Kew Gardens. „We verliezen een potentieel geneesmiddel voor aids of een virusresistent gewas. We moeten het verloren gaan van soorten dus op de een of andere manier een halt toeroepen, niet alleen ter wille van onze planeet maar ook met het oog op onze eigen . . . behoeften en gebruiksmogelijkheden.”We hebben ook natuurlijke ecosystemen nodig voor essentiële diensten waarvan al wat leeft afhankelijk is. De productie van zuurstof, de zuivering van water, het uitfilteren van vervuilende stoffen en het voorkomen van bodemerosie zijn allemaal onmisbare functies vervuld door gezonde ecosystemen.
Insecten verlenen bestuivingsdiensten. Kikkers, vissen en vogels bestrijden ongedierte; mosselen en andere in het water levende organismen reinigen onze watervoorraden; planten en micro-organismen maken onze grond. De economische waarde van al deze diensten is reusachtig. Een voorzichtige schatting van het geldelijke nut van de mondiale biodiversiteit brengt ons op zo’n 3000 miljard dollar per jaar, tegen de prijzen van 1995.
Maar ondanks onze afhankelijkheid van de diversiteit van het leven schijnt de wereld zich midden in een uitstervingscrisis te bevinden die een bedreiging vormt voor het ingewikkelde web des levens. In een tijd waarin we de uiterst belangrijke rol van biodiversiteit beginnen te begrijpen, veroorzaken mensen meer uitstervingen dan ooit! Is de mens echter in staat het probleem op te lossen? Wat heeft de toekomst in petto voor de verscheidenheid aan leven op aarde?
[Kader/Illustratie op blz. 6]
Wat is het leven waard?
De hele discussie over de waarde van biodiversiteit kan de indruk wekken dat we ons slechts om andere levensvormen behoeven te bekommeren zolang ze in onze behoeften voorzien. Sommigen vinden die manier van denken bekrompen. De paleontoloog Niles Eldredge wijst op de inherente waarde van het leven: „Wij mensen achten het leven om ons heen — schitterende, in het oog vallende soorten, luisterrijke, onbedorven natuur — ook kostbaar om de intrinsieke waarde ervan. Iets in ons erkent dat we horen bij die natuur en dat het ons vrede en genoegen schenkt er zo vaak mogelijk in te vertoeven.”
[Kader/Illustraties op blz. 7]
De Rode Lijst
De „Rode Lijst” wordt gepubliceerd door de Internationale Unie tot Behoud van de Natuur en de Natuurlijke Hulpbronnen, een organisatie die de toestand van bedreigde soorten evalueert. Enkele van de bedreigde soorten die op de „Rode Lijst” voor het jaar 2000 staan, vindt u op deze bladzijde:
Reuzenalbatros (Diomedea exulans)
Dit is een van de zestien albatrossoorten die mondiaal met uitsterven worden bedreigd. Naar verluidt verdrinken aanzienlijke aantallen nadat ze onopzettelijk gevangen zijn doordat ze de haken met aas aan de beug van vissersschepen inslikken.
[Verantwoording]
Photo by Tony Palliser
De doek (Pygathrix nemaeus)
Deze mooie Aziatische slankaap met zijn kastanjebruine schenen wordt aangetroffen in het zuiden van Centraal-Vietnam en delen van Laos. Hij wordt bedreigd door de verwoesting van zijn woongebied en de jacht. Er wordt op hem gejaagd als voedselbron en om bepaalde lichaamsdelen die gebruikt worden als ingrediënten voor traditionele medicijnen.
[Verantwoording]
Monkey on pages 7 and 32: Photo by Bill Konstant
Corsicaanse huisjesslak (Helix ceratina)
Het woongebied van deze uiterst bedreigde slak bedraagt slechts zeven hectare in de buitenwijken van Ajaccio, aan de zuidwestkust van Corsica. De overleving ervan kan gevaar lopen door een bouwproject dat de aanleg van een luchthaven en van toegangswegen naar het strand omvat.
[Verantwoording]
Photo by G. Falkner
Gouden pagode (Mimetes chrysanthus)
Deze prachtige bloem werd in 1987 ontdekt in de Westkaap (Zuid-Afrika). Veelvuldige branden en binnendringende soorten die niet thuishoren in het leefgebied van de gouden pagode vormen een constante bedreiging voor deze plant.
[Verantwoording]
Photo by Craig Hilton-Taylor
Zoetwaterzaagvis (Pristis microdon)
Deze bedreigde vis wordt aangetroffen in de Indische Oceaan en het westelijke deel van de Grote Oceaan en in baaien, estuaria en rivieren in die gebieden. Hij heeft zwaar te lijden van de visserij en is ernstig in aantal achteruitgegaan. Hij wordt ook bedreigd door verlies en degradatie van zijn woongebied.
[Verantwoording]
Photo courtesy of Sun International Resorts, Inc.
[Kader/Illustratie op blz. 8]
De decimering van het leven in zee
De rijkdom van de oceanen, eens onuitputtelijk geacht, is begrensd gebleken. De paleontoloog Niles Eldredge beschreef in het blad Natural History de mate van overexploitatie van de oceanen: „De moderne technologie heeft de zeevisserij zo efficiënt gemaakt dat uitgestrekte stukken oceaanbodem van alle leven worden ontdaan, het mariene equivalent van de kaalslag van wouden. Diezelfde technologie is echter afschuwelijk verspillend; met elke trek aan het net of iedere keer dat de trawler voorbijvaart, sterven er zeeschildpadden en zeehonden, naast veel onverkoopbare soorten vis en ongewervelde dieren.”
In een commentaar op wat het „de verspilling tengevolge van de garnalenvangst” noemde, legde het blad National Geographic uit dat „langs de Golfkust [bij Texas, VS] misschien wel een tiental ponden zeeleven — voor een groot deel jonge vis — het loodje moeten leggen voor één pond garnalen”. Deze ongewenste vissen en schaaldieren worden bijvangst genoemd. Een federale bioloog verzuchtte: „De gemiddelde hoeveelheid bijvangst bedraagt naar verhouding ongeveer vier op één.” Geen wonder dat onze oceanen de ’killing fields’ van menige bedreigde soort zijn geworden!
[Kader/Illustratie op blz. 9]
Het verborgen leven dat in de wouden huist
In de wouden van onze planeet wemelt het van leven, waaronder soorten die nog door de mens ontdekt moeten worden. De ecoloog John Harte merkte daarover op: „Tropische regenwouden bedekken nog geen twee procent van de planeet en zijn niettemin het enige leefgebied van minstens 50 procent en mogelijk wel 90 procent van alle soorten op aarde. De hogere schatting is gebaseerd op de veronderstelling dat de meeste van de nog te ontdekken soorten tropisch zullen zijn, omdat de biologische verkenning van de tropen zo fragmentarisch heeft plaatsgevonden. Maar andere woongebieden zijn ook slecht verkend en bevatten ongetwijfeld talrijke soorten die de wetenschap nu nog niet kent. Dat geldt onder andere voor de bodem van wouden in gematigde streken, zoals de oorspronkelijke regenwouden in het Pacifische noordwesten van de Verenigde Staten.”
Wie zal zeggen welke verrassingen de mens wachten als hij ooit de kans krijgt het verborgen leven dat in de wouden huist te verkennen?
[Illustratie op blz. 5]
De trekduif, nu uitgestorven
[Verantwoording]
U.S. Fish & Wildlife Service, Washington, D.C./Luther C. Goldman