Steun en medeleven van veel kanten
Steun en medeleven van veel kanten
ER KWAMEN vrijwilligers uit andere delen van de Verenigde Staten maar ook uit andere landen. Eén zo’n vrijwilliger was Tom (op de foto hierboven), 29 jaar, een brandweerman uit het Canadese Ottawa. Hij vertelde Ontwaakt!: „Ik zag de gebeurtenissen op tv en wilde morele steun geven aan mijn collega-brandweerlieden in New York. Ik reed er op vrijdag heen en ging op zaterdag naar Ground Zero om mijn hulp aan te bieden. Ik werd bij de zogenoemde emmerbrigade ingedeeld, die het puin emmer voor emmer verwijderde.
Langzaam doorzochten we het puin, schop voor schop, op zoek naar voorwerpen die ons op het spoor van de identiteit van gestorven brandweerlieden zouden kunnen brengen. Ik vond een Halligan, een stuk gereedschap dat gebruikt wordt voor het openbreken van gesloten deuren, en koppelstukken van een brandslang. Onverdroten zwoegden we voort. Met zo’n vijftig vrijwilligers kostte het twee uur om één kiepwagen te vullen.
Op maandag 17 september haalden we de lichamen van een paar brandweerlieden die de dinsdag ervoor het gebouw ingehold waren onder het puin vandaan. Nooit zal ik dat tafereel vergeten — alle reddingswerkers stopten met werken, zetten hun helm af en bleven staan — uit respect voor onze gevallen collega’s.
Terwijl ik het tafereel op Ground Zero overzag, drong het tot me door hoe broos het leven tegenwoordig is. Het stemde me tot nadenken over mijn leven, mijn baan en mijn gezin. In weerwil van de risico’s is mijn baan bijzonder voldoening schenkend — ik kan op die manier mensen helpen en zelfs levens redden.”
Getuigen bieden praktische hulp
De eerste twee dagen van de ramp zochten zo’n zeventig mensen hun toevlucht in het internationale hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen. Sommigen die hun hotelkamer en hun bagage kwijt waren, kregen een kamer en vervangende kleding. Ze werden van voedsel voorzien. En wat misschien nog belangrijker is, ze kregen emotionele steun van ervaren christelijke ouderlingen.
Jehovah’s Getuigen stuurden ook noodzakelijke uitrustingsstukken en proviand voor de bergings- en reddingsploegen die werkten op wat Ground Zero ging heten. De brandweer kreeg tevens vervoer ter beschikking gesteld om brandweerlieden naar het rampgebied te brengen. Ricardo (rechts boven), een 39-jarige Getuige die vuilnisman is, was samen met honderden anderen betrokken bij het ruimen van tonnen puin, dag in dag uit. Hij vertelde Ontwaakt!: „De aanblik was verschrikkelijk, vooral voor brandweerlieden, die hun vermiste kameraden zochten. Ik zag hen er
één brandweerman levend uit trekken. Een andere brandweerman was omgekomen door iemand die naar beneden viel. Veel brandweerlieden huilden. Het werd me te veel en ik liet mijn tranen de vrije loop. Die dag was niemand moediger dan zij.”„Tijd en onvoorziene gebeurtenissen”
Duizenden mensen zijn bij de ramp omgekomen. Onder hen bevinden zich minstens 14 Getuigen, die toevallig op of bij het toneel van de ramp waren. Joyce Cummings van 65 jaar, oorspronkelijk afkomstig van Trinidad, moest naar een tandarts bij het World Trade Center. Helaas was dat omstreeks het moment van de ramp. Kennelijk is ze bevangen geraakt door de rook en ze werd snel naar een ziekenhuis in de buurt gebracht. Daar heeft men haar niet kunnen redden. Haar geval was een van de vele van mensen die door „tijd en onvoorziene gebeurtenissen” werden getroffen (Prediker 9:11). Ze stond bekend als een heel ijverige predikster.
Calvin Dawson (zie kader) werkte bij een makelaarsfirma op de 84ste verdieping van de zuidelijke toren. Hij was in zijn kantoor en had een goed uitzicht op de noordelijke toren onmiddellijk nadat zich daar een vliegtuig in geboord had. Zijn werkgever, die niet op kantoor was, belde op om te vragen wat er gebeurd was. Hij zei: „Calvin probeerde me te vertellen wat hij zag. Hij zei: ’Er springen mensen uit!’ Ik zei tegen hem dat hij daar weg moest gaan en ervoor moest zorgen dat de anderen het kantoor verlieten.” Calvin heeft het niet gered. De baas vervolgde: „Calvin was een geweldig mens en werd door ons allemaal gewaardeerd, zelfs door degenen onder ons die niet godsdienstig zijn. We bewonderden zijn godsvrucht en zijn menselijkheid.”
Een ander Getuige-slachtoffer was James Amato (rechts onder op de bladzijde hiernaast), vader van vier kinderen en commandant bij de New Yorkse brandweer. Degenen die hem kenden, zeiden dat hij zo moedig was dat „hij een brandend gebouw binnenging ook al holden de
mensen weg”. James werd in absentia bevorderd tot de rang van bataljonscommandant.Een andere Getuige-brandweerman, met zeven jaar ervaring, was George DiPasquale. Hij was getrouwd met Melissa en had een dochtertje van twee jaar, Georgia Rose. Hij was ouderling in een gemeente van Jehovah’s Getuigen op Staten Island en bevond zich op de tiende verdieping van de zuidelijke toren toen die instortte. Ook hij betaalde met zijn leven terwijl hij probeerde anderen te redden.
Dit zijn slechts twee van de honderden brandweerlieden, politieagenten en reddingswerkers die hun leven lieten terwijl ze dapper probeerden mensen te redden. De onverschrokkenheid van deze reddingswerkers kan niet genoeg beklemtoond worden. De burgemeester van New York, Rudolph Giuliani, zei later tegen een groep bevorderde brandweerlieden: „Uw bereidheid om onder de moeilijkste omstandigheden onversaagd uw werk te doen, is een bron van inspiratie voor ons allemaal. . . . En er is . . . geen beter voorbeeld van moed dan de Brandweer van de stad New York.”
Een bediening van troost
De dagen na de tragedie stelden zo’n 900.000 Getuigen van Jehovah in de Verenigde Staten vastberaden pogingen in het werk om overal in het land troost te bieden aan de treurenden. Naastenliefde bewoog hen ertoe de rouwenden te troosten (Mattheüs 22:39). In hun bediening hebben zij ook getracht op de enige ware hoop voor de diepbedroefde mensheid te wijzen. — 2 Petrus 3:13.
De Getuigen waren vol medeleven in hun benadering van het publiek. Het was hun bedoeling troost uit de Schrift te bieden en het verkwikkende voorbeeld te volgen van Christus, die zei: „Komt tot mij, allen die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel. Want mijn juk is weldadig en mijn vracht is licht.” — Mattheüs 11:28-30.
Groepjes ouderlingen uit de plaatselijke gemeenten van Jehovah’s Getuigen op Manhattan mochten het Ground Zero-gebied betreden om met de reddingswerkers daar te praten en hen te troosten. De reactie was heel gunstig. Deze ouderlingen vertelden: „De mannen hadden tranen in hun ogen als we schriftplaatsen met hen deelden.” Reddingswerkers kwamen wat bij op een schip in een jachthaven. „De mannen zagen er zo verloren uit, met het hoofd gebogen, gewoon niet in staat om dat wat ze gezien hadden te verwerken. We gingen bij hen zitten en lazen hun teksten uit de bijbel voor. De mannen bedankten ons hartelijk voor onze komst en zeiden dat ze die troost echt nodig hadden.”
Mensen met wie na de tragedie contact werd gelegd, wilden vaak iets te lezen hebben en er werden hun gratis duizenden brochures overhandigd. Enkele daarvan waren Wanneer iemand die u dierbaar is, sterft, Zal er ooit een wereld zijn zonder oorlog? en Bekommert God zich werkelijk om ons? Ook de omslagseries in twee uitgaven van Ontwaakt! kregen speciale aandacht: „Het nieuwe gezicht van terrorisme” (22 mei 2001) en „Hoe om te gaan met posttraumatische stress” (22 augustus 2001). In veel gevallen legden de Getuigen de bijbelse hoop op een opstanding uit (Johannes 5:28, 29; Handelingen 24:15). Misschien wel miljoenen mensen werden met deze vertroostende boodschap bereikt.
Het moet ons tot nadenken stemmen
Tragedies zoals deze in New York moeten ons allemaal tot nadenken stemmen over wat we doen met ons leven. Streven we slechts zelfzuchtige belangen na of proberen we tot het geluk van anderen bij te dragen? De profeet Micha vroeg: „Wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?” (Micha 6:8) Bescheidenheid moet ons ertoe aanzetten Gods Woord op te slaan om de ware hoop voor de doden te vinden en te ontdekken wat God weldra zal doen om paradijselijke toestanden op aarde te herstellen. Mocht u meer over de beloften in de bijbel willen weten, dan raden we u dringend aan contact te zoeken met Jehovah’s Getuigen in uw omgeving. — Jesaja 65:17, 21-25; Openbaring 21:1-4.
[Kader/Illustraties op blz. 11]
TATIANA’S GEBED
Calvin Dawsons weduwe, Lena, vertelde Ontwaakt! over het gebed dat haar zevenjarige dochtertje een paar dagen nadat ze gehoord had dat haar vader niet thuis zou komen, opzond. Lena had een gebed uitgesproken toen Tatiana vroeg: „Mag ik ook bidden, Mammie?” De moeder vond het goed. Tatiana bad: „Jehovah, onze hemelse Vader, we willen u danken voor dit voedsel en voor deze dag van leven. En we willen vragen of uw geest met mij en met Mammie mag zijn zodat we sterk kunnen zijn. En we willen vragen of uw geest met Pappa mag zijn, zodat hij sterk kan zijn als hij terugkomt. En dat als hij terugkomt, hij aardig, sterk, en gelukkig en gezond mag zijn en we hem weer zullen zien. In Jezus’ naam . . . o, en vergeet niet Mammie sterk te maken. Amen.”
Lena, die er niet helemaal zeker van was of Tatiana het begrepen had, zei: „Tiana, dat was prachtig. Maar liefje, wist je wel dat Pappa niet terugkomt?” Onmiddellijk viel er een blijk van geschoktheid op Tatiana’s gezichtje te lezen. „Nee?”, zei ze. „Nee”, zei haar moeder. „Ik dacht dat ik je dat gezegd had. Ik dacht dat je begreep dat Papa niet terugkomt.” Tatiana zei: „Maar u hebt me altijd verteld dat hij terugkwam in de nieuwe wereld!” Nu echt beseffend wat haar dochtertje bedoelde, zei Lena: „Het spijt me, Tatiana. Ik heb je verkeerd begrepen. Ik dacht dat je bedoelde dat Papa morgen terug zou komen.” Lena merkte op: „Het gaf me een goed gevoel dat de nieuwe wereld zo reëel voor haar is.”