Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Op zoek naar een eigen plek om te wonen

Op zoek naar een eigen plek om te wonen

Op zoek naar een eigen plek om te wonen

„Oost west, thuis best.” — Nederlands spreekwoord.

EERST kwam de oorlog, een oorlog die maar niet eindigde. Toen kwam de droogte, een droogte die alsmaar aanhield. Vlak daarna kwam de hongersnood. En mensen deden het enige wat ze konden doen — ze verlieten hun huis op zoek naar water, voedsel en werk.

Bij duizenden kwamen ze bij de grenspost aan. Maar de laatste jaren waren er al een miljoen vluchtelingen toegelaten en het buurland wilde er geen meer opnemen. Met knuppels gewapende grenspolitie zorgde ervoor dat niemand erdoor glipte.

Een plaatselijke immigratiebeambte bracht de redenen voor het tegenhouden van de aanzwellende vluchtelingenstroom ongezouten onder woorden. „Ze betalen geen belasting. Ze ruïneren de wegen. Ze kappen de bomen. Ze gebruiken al het water. Nee, we willen er niet nog meer.” *

Zulke trieste taferelen worden maar al te gewoon. Ontwortelde mensen ontdekken dat het steeds moeilijker wordt om een plek om te wonen te vinden. „Met de toename van het aantal mensen dat bescherming zoekt, is ook de onwil van staten om die bescherming te verschaffen gegroeid”, stond in een recent verslag van Amnesty International.

De gelukkigen die erin slagen een vluchtelingenkamp te bereiken, zullen misschien enige veiligheid vinden, maar het lijkt er zelden op thuis. En de toestanden in het kamp kunnen verre van ideaal zijn.

Het leven in vluchtelingenkampen

„[Thuis] kun je sterven door een kogel, maar hier [in het vluchtelingenkamp] zullen je kinderen van honger omkomen”, klaagde een Afrikaanse vluchteling. Zoals deze wanhopige vader ontdekte, is er in veel kampen een aanhoudend tekort aan voedsel en water en ontbreekt het aan hygiëne en adequaat onderdak. De redenen zijn simpel. Ontwikkelingslanden die zich plotseling overspoeld zien door vele duizenden vluchtelingen, kunnen al de grootste moeite hebben om hun eigen burgers van voedsel te voorzien. Ze kunnen de menigten die plotseling op hun drempel verschijnen niet veel hulp bieden. En de rijkere naties, die hun eigen problemen hebben, zijn vaak niet geneigd de vele vluchtelingen in andere landen te helpen onderhouden.

Toen in 1994 ruim twee miljoen mensen een Afrikaans land ontvluchtten, was het onvermijdelijk dat de haastig opgetrokken vluchtelingenkampen zonder water en goede sanitaire voorzieningen zaten. Het gevolg was dat een uitbarsting van cholera duizenden slachtoffers maakte voordat ze eindelijk tot staan werd gebracht. Wat de zaken nog erger maakte, was dat gewapende strijders zich onder de burgervluchtelingen mengden en snel de controle over de verdeling van hulpgoederen overnamen. Dat probleem deed zich niet alleen daar voor. „De aanwezigheid van gewapende elementen onder vluchtelingenpopulaties heeft burgers aan nog meer risico’s blootgesteld. Ze heeft hen kwetsbaar gemaakt voor intimidatie, getreiter en gedwongen rekrutering”, staat in een rapport van de Verenigde Naties te lezen.

De plaatselijke bevolking kan ook lijden onder de enorme toevloed van hongerige vluchtelingen. In het Grote-Merengebied van Afrika klaagden enkele beambten: „[De vluchtelingen] hebben onze voedselvoorraden vernietigd, onze velden, ons vee en onze natuurparken verwoest, hongersnood veroorzaakt en epidemieën verspreid . . . [Zij] ontvangen voedselhulp terwijl wij niets krijgen.”

Niettemin is het neteligste probleem misschien wel het feit dat veel voorlopige vluchtelingenkampen ten slotte permanente kampen blijken. Zo wonen in een land in het Midden-Oosten zo’n 200.000 vluchtelingen dicht opeen in een kamp dat oorspronkelijk voor een kwart van dat aantal is gebouwd. „We kunnen nergens heen”, vertelde een van hen verbitterd. Deze mensen die al zo lang vluchteling zijn, hebben te kampen met ernstige werkrestricties in hun gastland en men vermoedt dat wel 95 procent van hen geen werk of geen volledige baan heeft. „Ik weet eerlijk niet hoe [ze] rondkomen”, gaf een vluchtelingenfunctionaris toe.

De toestanden in de vluchtelingenkampen mogen dan slecht klinken, voor de ontheemden die hun eigen land niet kunnen verlaten, kunnen ze nog erger zijn.

De ellende van ontheemden

Volgens de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen hebben „de schaal en de omvang van dit probleem, het menselijk lijden dat eraan ten grondslag ligt en de impact ervan op de internationale vrede en veiligheid de ontheemding in eigen land met recht tot een kwestie van grote internationale bezorgdheid gemaakt”. Om diverse redenen zijn deze daklozen meestal kwetsbaarder dan vluchtelingen.

Er is geen internationale organisatie die zich bekommert om het welzijn van de in eigen land ontheemden, en hun uitzichtloze lot krijgt vaak nauwelijks aandacht in de media. Hun eigen regeringen, verwikkeld in een of ander militair conflict, zijn vaak niet bereid of niet in staat hen te beschermen. Op hun vlucht uit gevarenzones raken gezinnen nogal eens gescheiden. Vaak genoodzaakt om te voet te reizen, overleven sommige ontheemden niet eens de mars naar een plaats van grotere veiligheid.

Veel van deze ontwortelden zoeken hun toevlucht in grote steden, waar hun een armoedig bestaan in sloppenwijken of leegstaande gebouwen wacht. Anderen verzamelen zich in voorlopige kampen, waar ze soms met gewapende aanvallen te maken krijgen. Meestal ligt hun sterftecijfer hoger dan dat van enige andere groep in het land.

Zelfs georganiseerde goedbedoelde pogingen om het lijden van deze ontheemden te verlichten, kunnen als een boemerang werken. In The State of the World’s Refugees 2000 wordt verklaard: „In het laatste decennium van de twintigste eeuw hebben humanitaire organisaties die werkzaam zijn in door oorlog verscheurde landen duizenden mensenlevens gered en veel gedaan om het menselijk lijden te verlichten. Een van de cruciale lessen van het decennium is echter geweest, dat in conflictsituaties humanitaire acties gemakkelijk te manipuleren zijn door oorlogvoerende partijen en onbedoeld tot gevolg kunnen hebben dat de positie van autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor schendingen van de mensenrechten wordt verstevigd. Ook kunnen hulpgoederen die door humanitaire organisaties worden uitgedeeld oorlogseconomieën ten goede komen, waardoor er nog langer oorlog gevoerd kan worden.”

Het streven naar een beter leven

Naast de vluchtelingen en ontheemden is er een groeiend aantal economische vluchtelingen. Daar zijn diverse redenen voor aan te voeren. De kloof tussen de rijke landen van de wereld en de arme wordt steeds breder en televisieprogramma’s laten enkele van de armste bewoners van de aardbol dagelijks kennis nemen van de weelderige leefstijl in bepaalde landen. Het is gemakkelijker geworden internationale reizen te maken en de grenzen worden poreuzer. Burgeroorlogen en etnische en religieuze discriminatie vormen ook een sterke motivatie voor mensen om naar welvarender landen te verhuizen.

Maar terwijl de verhuizing van sommige migranten — vooral van degenen die al familie in geïndustrialiseerde landen hebben — een succes is, ruïneren andere hun leven uiteindelijk. Degenen die in de handen van criminele handelaars vallen lopen in het bijzonder gevaar. (Zie de bijgaande kaders.) Een gezin zou er goed aan doen deze gevaren zorgvuldig te overdenken alvorens om economische redenen te migreren.

In 1996 kapseisde er op de Middellandse Zee een oud schip, waardoor 280 mensen verdronken. De slachtoffers waren emigranten uit India, Pakistan en Sri Lanka die tussen de $6000 en $8000 voor hun overtocht naar Europa hadden betaald. Vóór de schipbreuk hadden ze al weken van honger, dorst en mishandeling doorgemaakt. Hun „reis naar de welvaart” werd een nachtmerrie die op een tragedie uitliep.

Vrijwel elke vluchteling, ontheemde of illegale migrant kan zijn eigen nachtmerrie vertellen. Wat ook de reden mag zijn waarom deze mensen ontworteld zijn uit hun eigen omgeving — of het nu oorlog, vervolging of armoede is — hun lijden roept de vragen op: Zal dit probleem ooit opgelost worden? Of zal de vluchtelingenstroom gewoon blijven toenemen?

[Voetnoot]

^ ¶5 De bovenbeschreven situatie deed zich in maart 2001 voor in een Aziatisch land. Maar soortgelijke problemen zijn ook in enkele Afrikaanse landen ontstaan.

[Kader/Illustratie op blz. 8]

Het trieste lot van illegale migranten

Naast vluchtelingen en ontheemden in eigen land zijn er wereldwijd ergens tussen de 15 en 30 miljoen „illegale migranten”. De meesten van hen zijn mensen die in rijkere landen hopen te ontkomen aan armoede — en misschien ook aan vooroordeel en vervolging.

Daar de mogelijkheden voor legale migratie de afgelopen jaren zijn afgenomen, is er een nieuwe illegale handel in migranten opgekomen. In feite is de handel in migranten nu een lucratieve business geworden voor internationale misdaadsyndicaten. Sommige onderzoekers gaan ervan uit dat er winsten van $12 miljard per jaar worden geboekt, met heel weinig risico voor de handelaars. Pino Arlacchi, ondersecretaris-generaal bij de Verenigde Naties, noemde dit „de snelst groeiende criminele markt ter wereld”.

Illegale migranten genieten praktisch geen wettelijke bescherming en hun paspoorten worden steevast door de handelaars in beslag genomen. Zulke migranten kunnen aangetroffen worden in werkplaatsjes, in de huishouding, in de visserij of in de landbouw. Sommigen belanden ten slotte in de prostitutie. Als ze door de autoriteiten worden betrapt, worden ze waarschijnlijk naar hun land teruggestuurd, zonder een cent. Maken ze bezwaar tegen hun slechte werkomstandigheden, dan kan het zijn dat ze geslagen of seksueel misbruikt worden of zelfs hun familie thuis met geweld wordt bedreigd.

Misdadigersbendes weten potentiële migranten vaak te verlokken door hun goedbetaalde banen te beloven. Als gevolg daarvan komt het voor dat een arm gezin al hun bezittingen verpandt om ten minste één gezinslid naar Europa of de Verenigde Staten te sturen. Kan de migrant zijn onkosten niet betalen, dan zal er van hem verwacht worden dat hij de schuld, die wel $40.000 kan bedragen, met werken aflost. Het ’nieuwe leven’ dat hem beloofd is, blijkt uiteindelijk veel van slavenarbeid weg te hebben.

[Illustratie]

Illegale vluchtelingen in Spanje

[Kader/Illustratie op blz. 9]

Verloren onschuld

Siri’s familie woonde in de heuvels van Zuidoost-Azië, waar haar ouders hun rijstvelden bewerkten. Op een dag vertelde een vrouw haar ouders dat ze Siri een goedbetaalde baan in de stad kon bezorgen. Haar aanbod van $2000 — een klein fortuin voor de boeren in de heuvels — konden ze moeilijk afwijzen. Maar al gauw verkeerde Siri in slavernij aan een bordeel. De eigenaars vertelden haar dat ze hun om weer vrij te zijn $8000 zou moeten terugbetalen. Siri was toen vijftien jaar.

Het was Siri onmogelijk deze schuld af te lossen. Met slaag en seksueel misbruik werd ze tot medewerking gedwongen. Zolang ze bruikbaar was, zou ze nooit in vrijheid worden gesteld. De harde realiteit wil dat veel van zulke prostituees uiteindelijk wel in vrijheid worden gesteld — maar dan slechts om naar hun dorp terug te keren om aan aids te sterven.

Een dergelijke handel bloeit ook in andere delen van de wereld. In een rapport uit 1999 met als titel Internationale verhandeling van vrouwen naar de Verenigde Staten werd geschat dat er elk jaar tussen de 700.000 en 2.000.000 vrouwen en kinderen worden verhandeld, van wie velen voor prostitutie. Sommigen worden misschien misleid, anderen gewoon gekidnapt; maar vrijwel allemaal worden ze gedwongen tot werk dat ze niet willen doen. Een tiener uit Oost-Europa die uit handen van een prostitutiebende werd gered, zei over degenen die haar vast hadden gehouden: „Ik had nooit gedacht dat dit mogelijk was. Die mensen zijn beesten.”

Sommige ongelukkige slachtoffers zijn zelfs opgepikt in vluchtelingenkampen, waar beloften van banen en goed geld in Europa of de Verenigde Staten onweerstaanbaar kunnen zijn. Het streven naar een beter leven heeft talloze vrouwen in seksuele slavernij gebracht.

[Kader/Illustraties op blz. 10]

Bereken de kosten alvorens om economische redenen te migreren

Met het oog op de vele criminele bendes die betrokken zijn bij de handel in migranten en de moeilijkheid legaal naar landen in de geïndustrialiseerde wereld te emigreren, moeten echtgenoten en vaders zorgvuldig de volgende vragen beschouwen voordat ze een beslissing nemen.

1. Is onze economische situatie echt zo hopeloos dat een van ons of het hele gezin naar een land moet verhuizen waar de lonen hoger zijn?

2. Hoeveel schuld zouden we moeten maken om de reis te financieren, en hoe zal die schuld worden afgelost?

3. Is het het waard het gezin op te splitsen met het oog op financiële voordelen die niet realistisch kunnen blijken? Veel illegale migranten vinden het vrijwel onmogelijk normaal werk te vinden in geïndustrialiseerde landen.

4. Moet ik de verhalen over hoge lonen en sociale voorzieningen geloven? De bijbel zegt: „Iedereen die onervaren is, hecht geloof aan elk woord, maar de schrandere geeft acht op zijn schreden.” — Spreuken 14:15.

5. Welke garantie heb ik dat we onszelf niet uitleveren aan een criminele organisatie?

6. Besef ik wel dat indien inderdaad zo’n criminele bende de reis organiseert, mijn vrouw — of mijn dochter — gedwongen zou kunnen worden als prostituee te werken?

7. Besef ik dat indien ik als illegale immigrant een land binnenkom, ik misschien niet in staat zal zijn vast werk te vinden en ik uitgewezen zou kunnen worden, waardoor ik al het geld dat ik in de reis geïnvesteerd heb kwijt zou zijn?

8. Wil ik het eigenlijk wel overwegen een illegale immigrant te worden of mijn toevlucht te nemen tot oneerlijke praktijken om toegelaten te worden in een welvarender land? — Mattheüs 22:21; Hebreeën 13:18.

[Diagram/Kaart op blz. 8, 9]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Migratie van vluchtelingen en allochtone arbeiders

Voornaamste migraties van allochtone arbeiders

→ Gebieden met grote populaties vluchtelingen en ontheemden

[Verantwoording]

Bronnen: The State of the World’s Refugees; The Global Migration Crisis; en World Refugee Survey 1999.

Mountain High Maps® Copyright © 1997 Digital Wisdom, Inc.

[Illustratie op blz. 7]

Een vluchtelinge in afwachting van hervestiging

[Verantwoording]

UN PHOTO 186226/M. Grafman