Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De Duivel — Een boze realiteit?

De Duivel — Een boze realiteit?

De Duivel — Een boze realiteit?

IN VEEL religieuze kringen is men de Duivel voornamelijk als een relikwie van bijgeloof gaan bezien — een bedenksel van mensen. Daarom heeft Dionigi Tettamanzi, de aartsbisschop van Genua — een van de vooraanstaande kardinalen van Italië — nogal wat beroering veroorzaakt met zijn veertig bladzijden tellende pastorale brief over het strijden tegen de Duivel. Er werden „10 geboden” in opgesomd.

Ten eerste: „Vergeet niet dat de duivel bestaat” want zijn „belangrijkste leugen” is „ons te laten geloven dat hij niet bestaat”.

Ten tweede: „Vergeet niet dat de duivel een verleider is. . . . Denk niet dat u immuun of onkwetsbaar bent.”

Ten derde: „Vergeet niet dat de duivel zeer intelligent en sluw is. Hij blijft verraderlijk door fascinerend te zijn, zoals hij voor de eerste mens was.”

Ten vierde: „Wees waakzaam: met ogen en hart. En wees sterk: in geest en deugd.”

Ten vijfde: „Geloof vast in de overwinning van Christus op de verleider” omdat „u hierdoor onbevreesd en kalm zult zijn onder zelfs de meest gewelddadige aanval die tegen u ontketend kan worden.”

Ten zesde: „Bedenk dat Christus u laat delen in zijn overwinning.”

Ten zevende: „Blijf naar het Woord van God luisteren.”

Ten achtste: „Wees nederig en aanvaard gewillig vernederingen.”

Ten negende: „Bid voortdurend, zonder ophouden”, om verleiding te weerstaan.

Ten tiende: „Vereer de Heer uw God en aanbid hem alleen.”

Welke uitwerking had deze pastorale brief? De raadgevingen ervan vielen niet in goede aarde bij het Centrum voor Theologische Studies in Milaan. Het Centrum betoogde dat zo’n „theologische constructie riekte naar middeleeuws denken”. Volgens een woordvoerder „zou mensen hun [eigen] verantwoordelijkheid ontnomen kunnen worden wanneer de duivel de uiteindelijke schuld krijgt”.

Hoewel de bijbel mensen niet ontslaat van de verantwoordelijkheid voor hun daden, identificeert het boek Satan de Duivel duidelijk als „de god van dit samenstel van dingen”, degene door wie Jezus werd verzocht. Het laat ook zien hoeveel macht Satan heeft en dat het zijn bedoeling is ’de geest van de ongelovigen te verblinden’. — 2 Korinthiërs 4:4; Mattheüs 4:1-11.

Satan is inderdaad, zoals de apostel Petrus schreef, „als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden” (1 Petrus 5:8). Het is dan ook niet vreemd dat de apostel Johannes gelovigen in herinnering bracht: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19). We doen er goed aan deze schriftuurlijke waarschuwingen niet te negeren.