Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe kan ik tot mijn klasgenoten prediken?

Hoe kan ik tot mijn klasgenoten prediken?

Jonge mensen vragen . . .

Hoe kan ik tot mijn klasgenoten prediken?

„Ik was aan het prediken toen ik ineens iemand tegenkwam die ik kende. Ik schrok me wezenloos! De persoon met wie ik werkte, moest het van me overnemen.” — Alberto.

„Ik wist dat een van mijn klasgenoten in die straat woonde, dus liet ik mijn broer aan alle deuren het woord doen. Na een tijdje had hij het een beetje gehad en vroeg hij me de volgende deur te doen. Ik klopte aan en — help — híj deed open! Ik stond te trillen op mijn benen!” — James.

JONGE mensen vinden het vaak niet cool om over religie te praten. De jongeren onder ware christenen waarderen echter het voorrecht dat ze van God hebben gekregen om hun geloof met anderen te delen. Duizenden jonge Getuigen van Jehovah nemen daarom deel aan het predikingswerk van huis tot huis. Sommigen van hen zijn echter bang daarbij een bekende van school tegen te komen. „Ik word nog steeds zenuwachtig als ik een oude bekende van school tegenkom”, zegt Jennifer, ook al is het al een paar jaar geleden dat ze van de middelbare school kwam.

Als je een jonge christen bent, voel je je misschien ook weleens zo. Natuurlijk zijn we allemaal bang te worden afgewezen, dus is het volkomen normaal als je het een beetje eng vindt om met een klasgenoot over religie te praten. * Maar er is geen reden om verstijfd van angst te zijn. Kun je je nog de man herinneren die in de bijbel „Jozef van Arimathea” wordt genoemd? Hij geloofde de dingen die hij van Jezus had geleerd. Toch beschrijft de bijbel Jozef als iemand „die een discipel van Jezus was, maar in het geheim uit vrees voor de joden” (Johannes 19:38). Wat zou jij nu vinden van een vriend die jullie vriendschap geheim wil houden? (Lukas 12:8, 9) Het wekt dan ook geen verbazing dat God van alle christenen verwacht dat ze een „openbare bekendmaking” van hun geloof doen (Romeinen 10:10). Daartoe behoort ook dat je met jongeren op je school spreekt.

Jozef van Arimathea overwon zijn angst, in ieder geval dusdanig dat hij toestemming vroeg het lichaam van Jezus te mogen begraven. Hoe kun je jouw angst overwinnen?

Enthousiasme voor de prediking ontwikkelen

De apostel Paulus had er beslist geen moeite mee om zijn geloof met anderen te delen. In Romeinen 1:15 zegt hij dat hij popelt van verlangen om de boodschap van de bijbel bekend te maken. Hoe was hij zo enthousiast geworden? Hij zegt, zoals opgetekend in vers 16: „Ik schaam mij niet voor het goede nieuws; het is in feite Gods kracht tot redding voor een ieder die geloof heeft.” Hoe staat het met jou? Heb je je zelf echt van de waarheid overtuigd? (Romeinen 12:2) Geloof je zelf dat de boodschap van de bijbel „Gods kracht tot redding” is?

Enkel met je ouders de christelijke vergaderingen bijwonen is niet genoeg. „Het is makkelijk om gewoon mee te gaan naar vergaderingen,” zegt een jongere die Deborah heet, „want je ouders zeggen dat het moet. Maar wanneer mensen me vragen stelden over de bijbel, kon ik die niet beantwoorden.” Een jongere die Mi Young heet, vindt ook dat „we voor onszelf moeten bewijzen dat dit de waarheid is”.

Wat kan je motiveren om je kennis van de bijbel met anderen te delen? Zelf de bijbel bestuderen. Een jongere genaamd Sean zegt: „Wanneer je zelf aan een persoonlijke studie van de bijbel begint, zal dat alles ook je eigen overtuiging gaan worden. Je studeert voor jezelf.” Het is waar dat niet iedereen van nature een studiebol is. „Ik hou niet van lezen”, geeft Shevon toe. „In het begin vond ik het dus moeilijk om De Wachttoren en Ontwaakt! te lezen of dagelijks de bijbel te lezen. Maar na een tijdje ging ik het wel doen.”

Wat zijn de resultaten van zo’n ijverige studie? De apostel Paulus zegt: ’Geloof volgt op hetgeen wordt gehoord’ (Romeinen 10:17). Naarmate je geloof en overtuiging toenemen, zal je houding zeker ook veranderen. Een Braziliaanse jongere genaamd Elisângela kwam tot de conclusie: „Een christen zijn is een eer en niet iets om je voor te schamen.” Naarmate je geloof toeneemt, zal het je er zelfs toe aanzetten met anderen te spreken — met inbegrip van je klasgenoten. Paulus zei: ’We oefenen geloof en daarom spreken wij’ (2 Korinthiërs 4:13). Trouwens, hoe zou je ’rein van het bloed’ van anderen kunnen zijn als je levengevende kennis zou onthouden aan de jongeren die je elke dag ontmoet? — Handelingen 20:26, 27.

Sommige jonge christenen hebben echter het gevoel dat ze niet goed zijn toegerust om met anderen over de bijbel te spreken. „Als je niet weet wat je moet zeggen,” zegt een jongen die Joshua heet, „is er niet veel aan om te prediken.” Nogmaals, een grondiger begrip van de bijbel zal je helpen hem vaardig te hanteren (2 Timotheüs 2:15). In gemeenten van Jehovah’s Getuigen kunnen jongeren op de gemeenteouderlingen afstappen en persoonlijke hulp vragen om onderwijsvaardigheden te ontwikkelen. Matthias, een Duitse jongere, zegt: „Toen ik echt gesprekken kreeg met mensen — en niet alleen maar bijbelse lectuur aanbood — begon ik van de prediking te genieten.”

Ten slotte kun je God in gebed vragen je te helpen om met vrijmoedigheid te spreken (Handelingen 4:29). De apostel Paulus ondervond persoonlijk dat God hem in dit opzicht hielp. In 1 Thessalonicenzen 2:2 zegt hij: ’Door bemiddeling van onze God hebben wij vrijmoedigheid verzameld om onder veel strijd het goede nieuws van God tot u te spreken.’ Volgens een naslagwerk zou deze uitspraak kunnen worden weergegeven met: „God nam de vrees uit ons hart weg.” Dus waarom zou je niet tot God bidden en hem vragen de vrees uit je hart weg te nemen?

Laat weten dat je een Getuige bent

In overeenstemming met dat gebed zou je een zeer moedige stap kunnen zetten. Chic, een Britse jongere, geeft het advies: „Vertel je klasgenoten dat je een christen bent.” Je wilt geen ’geheime discipel’ zijn. Een jongere genaamd Rebecca geeft toe dat ze ooit doodsbenauwd was om tijdens de prediking iemand tegen te komen die ze kende. Maar ze zegt dat ze heeft ontdekt dat „als je hun vertelt dat je een christen bent en van deur tot deur gaat, ze soms zullen vragen: ’En kom je dan ook eens bij mij aan de deur?’”

Maar waarom zou je wachten op een toevallige ontmoeting? Zoek naar gelegenheden om je geloof met anderen op school te delen. Denk aan de vragen die de apostel Paulus stelde: „Hoe zullen zij . . . geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt?” (Romeinen 10:14) Jij bent het beste in de gelegenheid ertoe bij te dragen dat je klasgenoten gaan luisteren. Een meisje dat Iraida heet, merkt op: „De school is een predikingsgebied dat alleen wij kunnen bereiken.” Veel jongeren maken daarom gebruik van hun situatie door informeel te prediken.

Soms zijn er echter projecten in de klas die je de gelegenheid geven over bijbelse waarheden te vertellen. Jaimie, een Brits meisje, vertelt: „Tijdens de natuurkundeles hadden we het over evolutie en ik vertelde wat ik geloofde. Een van de jongens maakte me belachelijk en zei dat Jehovah’s Getuigen minderwaardig zijn en geen recht hebben op onderwijs. Maar de andere kinderen in de klas namen het meteen voor me op.” Kennelijk leverde haar reputatie als voorbeeldige christen resultaat op. Jaimie voegt eraan toe: „Het gevolg was dat ik het boek Is er een Schepper die om u geeft? * aan een klasgenoot kon geven.”

Micu, een veertienjarig meisje in Roemenië, vertelt een soortgelijke ervaring: „Mijn lerares kondigde aan dat we in de klas de thema’s alcohol, tabak en drugs zouden bespreken. Dus nam ik de Ontwaakt!-uitgave van 22 maart 2000 mee over het onderwerp ’Hoe u kunt stoppen met roken’. Een klasgenoot zag het tijdschrift, pakte het op en wilde het niet meer teruggeven. Na het te hebben gelezen, zei ze dat ze vastbesloten was met roken te stoppen.”

Je krijgt misschien niet altijd zo’n gunstige reactie. Maar Prediker 11:6 geeft ons de aansporing: „Zaai in de morgen uw zaad en laat tot de avond uw hand niet rusten; want gij weet niet waar dit succes zal hebben.” Als je je klasgenoten over je geloofsovertuiging vertelt, zal dit in ieder geval de basis leggen voor een fijner gesprek als je hen ooit in de van-huis-tot-huisprediking mocht tegenkomen. Jessica, een Britse jongere, zegt: „Getuigenis geven aan mensen van je school is eigenlijk makkelijker omdat je hen al beter kent.” Je zou er weleens verbaasd over kunnen staan hoe benieuwd enkele van je klasgenoten zijn naar je geloof.

Nu zal weliswaar niet iedereen je vriendelijk ontvangen, maar Jezus gaf de volgende praktische raad: „Als iemand u ergens niet ontvangt of niet naar uw woorden luistert, verlaat dan dat huis . . . en schudt het stof van uw voeten” (Mattheüs 10:14). Met andere woorden, je hoeft de afwijzing niet persoonlijk op te vatten. Ga gewoon rustig weg en probeer iemand te vinden die wel wil luisteren. Uiteindelijk zul je oprechte mensen ontmoeten die hongeren naar de waarheid en die bereid zijn te luisteren. Zou het je geen voldoening geven als een van hen een klasgenoot was? In dat geval zul je blij zijn dat je je angst om je geloof met klasgenoten te delen, hebt overwonnen.

[Voetnoten]

^ ¶18 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Inzet op blz. 12]

„Wanneer je zelf aan een persoonlijke studie van de bijbel begint, zal dat alles ook je eigen overtuiging gaan worden.” — Sean.

[Illustratie op blz. 10]

Wees niet bang om te laten weten dat je een Getuige bent

[Illustratie op blz. 10]

Projecten in de klas bieden vaak gelegenheden om over bijbelse waarheden te vertellen