Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een behoefte die we allemaal delen

Een behoefte die we allemaal delen

Een behoefte die we allemaal delen

U HEBT VOEDSEL NODIG, en water, en lucht. U hebt enige mate van beschutting en bescherming tegen de elementen nodig. Die behoeften gelden niet alleen voor elk mens maar ook voor talloze miljarden andere levende schepselen op deze planeet. Er is echter één behoefte die uniek is voor mensen. Welke is dat?

De Canadese socioloog Reginald W. Bibby schreef: „Mensen hebben behoeften waaraan alleen religie iets kan doen.” En in de uitgave van februari 2000 van het blad American Sociological Review stond een artikel waarin werd gezegd: „Vermoedelijk zullen spirituele interesses altijd deel uitmaken van de menselijke gedachtewereld.”

Ja, door de hele geschiedenis heen hebben mensen er behoefte aan gehad iets of iemand te aanbidden. Eeuwenlang heeft men zich tot de georganiseerde religie gewend om die behoefte te bevredigen. Maar dat is aan het veranderen. In veel geïndustrialiseerde landen — in Noord-Amerika en het noorden van Europa bijvoorbeeld — verlaten steeds meer mensen hun kerk. Betekent die tendens het einde van de godsdienst? Beslist niet.

„Berichten over de dood van de religie zijn schromelijk overdreven”, schrijft de Zweedse krant Svenska Dagbladet. Wat neemt de plaats van de traditionele kerken in? De krant vervolgt: „Nieuw is dat we tot geen enkele kerk behoren. In plaats daarvan kunnen we een keuze maken uit wat de mondiale religieuze markt te bieden heeft en een aanvaardbare mix samenstellen. . . . Daar kan van alles in zitten, van geneeskrachtige kristallen tot het gewaad van een boeddhistische monnik. Als je je selectie beu bent, kun je heel gemakkelijk iets anders nemen.”

Onderzoekers van de godsdienstsociologie noemen deze trend het „privégeloof” of de „onzichtbare religie”. De eerder geciteerde socioloog Bibby verzon de uitdrukking „religie à la carte”. Anderen spreken van een geloof „op maat” of „naar eigen smaak”. In sommige van oudsher christelijke landen bestaat de grootste religieuze groep nu uit mensen die in feite hun eigen persoonlijke religie hebben.

Beschouw de uitkomst eens van een enquête die gehouden werd in Zweden, een van de meest geseculariseerde landen ter wereld. Bevonden werd dat twee op de drie inwoners zich beschouwden als christenen „op hun eigen persoonlijke manier”. Sommigen zeiden: „Ik heb mijn eigen idee van het christendom”, „Ik voel me niet op m’n gemak in de kerk”, „Ik ga niet graag naar de kerk om naar priesters te luisteren” of „Ik kan me op m’n eigen kamer terugtrekken en voor mezelf bidden.” Velen waren geneigd in reïncarnatie te geloven of in het lot. De meesten zeiden te geloven dat er best een of andere goddelijke kracht of macht kan bestaan maar dat ze die niet zouden kunnen omschrijven.

Uit een andere enquête bleek dat veel mensen hun religieuze gevoelens reserveren voor gelegenheden dat ze buiten zijn en genieten van het natuurschoon. Een jonge boerin vertelde: „Als je in de bossen en op het land bent, dan ben je naar mijn mening het dichtst bij God.” Een andere geënquêteerde, die zichzelf niet als godsdienstig beschouwde, verklaarde: „Als ik de bossen inga, heb ik het gevoel dat het een reusachtige tempel is. . . . En wie het daar voor het zeggen heeft, dat weet ik niet, maar zo ervaar ik het.” Sommigen beschreven de natuur als heilig, goddelijk en ontzag inboezemend en zeiden dat als ze in de natuur waren, dat hun nieuwe kracht, vrede en gemoedsrust schonk. Een interviewer vatte zijn verslag samen met de slotzin: „God is de bossen in getrokken.”

Deze trend valt tegenwoordig in veel delen van de wereld waar te nemen. Thomas Luckmann, een Amerikaanse godsdienstsocioloog, zei dat de kerkelijk georiënteerde religie in industriële samenlevingen vaarwel wordt gezegd en vervangen wordt door een „sociale vorm van religie”. Het individu vormt in feite een levensfilosofie door ideeën over geestelijke zaken uit te kiezen en deze denkbeelden dan te combineren tot zijn eigen privégeloof.

Misschien vraagt u zich af: ’Worden de gevestigde godsdiensten en kerken werkelijk naar de periferie van de samenleving gedrongen? En zo ja, waarom?’ Deze vragen worden in het volgende artikel beschouwd.

[Illustratie op blz. 3]

Over de recente trend om spiritualiteit in de natuur te zoeken, merkte een onderzoeker op: „God is de bossen in getrokken”