Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Haar initiatief werd beloond

Haar initiatief werd beloond

Haar initiatief werd beloond

VEEL JONGEREN ONDER JEHOVAH’S GETUIGEN geven een goed voorbeeld in het moedig spreken over hun geloof. Neem Stella, een tiener uit Thessaloníke (Griekenland). „Op een van onze christelijke vergaderingen”, zegt ze, „werden manieren besproken waarop we onze video’s kunnen gebruiken om anderen te helpen Jehovah te leren kennen. Ik dacht aan een manier waarop ik de video Jehovah’s Getuigen — De organisatie achter de naam kon gebruiken. De volgende dag sprak ik met de schooldirecteur en stelde ik voor de video op school te laten zien. Tot mijn verrassing had hij geen bezwaar — als de leerkrachten het tenminste goed vonden.

Later die dag zei de directeur tegen me dat de video de week daarop vertoond kon worden — maar alleen na schooltijd. Ik was teleurgesteld omdat ik dacht dat mijn klasgenoten niet hun vrije tijd zouden opofferen om naar de video te kijken. Toch nodigde ik de volgende dag iedereen uit te komen. Ze gingen niet alleen op de uitnodiging in, maar nodigden ook leerlingen van andere klassen uit. Ook zes leerkrachten — onder wie een theoloog — kwamen naar de video kijken.

Iedereen was heel aandachtig. Na afloop vroeg de directeur me een vraag-en-antwoordbespreking te leiden. Veel leerlingen waren onder de indruk van het vrijwilligerswerk dat op het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen wordt gedaan, wat in de video te zien was. ’Ook al worden ze niet betaald, ze doen hun werk met plezier!’, zei een leerling enthousiast.

Ik vertelde alle aanwezigen over onze op de bijbel gebaseerde publicaties. Ik deelde ook Koninkrijksnieuws nr. 36 uit, ’Het nieuwe millennium — Wat heeft de toekomst voor u in petto?’ De directeur vroeg om meer exemplaren om ze aan de leerkrachten te geven die er niet waren.

Na afloop spraken veel leerlingen met hun vrienden over de video. Ik was blij dat ik van deze gelegenheid gebruik had gemaakt om getuigenis te geven. Mijn klasgenoten hebben meer respect voor me; maar wat het belangrijkste is, ze tonen respect voor de God die ik aanbid!”