Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Globalisering — De hoop en de vrees

Globalisering — De hoop en de vrees

Globalisering — De hoop en de vrees

„Globalisering is dé grote economische gebeurtenis van onze tijd. . . . Ze schept ongekende mogelijkheden voor miljarden mensen overal ter wereld.” — MARTIN WOLF, FINANCIEEL COLUMNIST.

„Wij, de bevolking van de aarde, vormen één grote familie. Het nieuwe tijdperk biedt nieuwe uitdagingen en nieuwe mondiale problemen, zoals milieurampen, uitputting van de hulpbronnen, bloedige conflicten en armoede.” — EDVARD SJEVARDNADZE, PRESIDENT VAN GEORGIË.

IN DECEMBER 1999 werd een vergadering van de Wereldhandelsorganisatie in Seattle (VS) verstoord door rellen. De politie gebruikte traangas, rubberkogels en peperspray om de orde te herstellen. Ten slotte werden honderden betogers gearresteerd.

Wat was de aanleiding tot de zogenoemde Battle of Seattle? Een hele reeks zorgen over het verlies van banen, het milieu en sociaal onrecht. Maar om het simpel te zeggen: de demonstranten vreesden globalisering — het effect ervan op mensen en op de planeet.

Hun vrees is niet afgenomen. Sinds 1999 zijn de antiglobaliseringsdemonstraties groter en feller geworden. In sommige gevallen proberen wereldleiders hun topconferenties nu in geïsoleerde gebieden te houden waar het betogers niet mee zal vallen om de gang van zaken te verstoren.

Uiteraard ziet niet iedereen globalisering als een bedreiging. Hoewel sommigen globalisering veroordelen als de moeder van alle euvelen in de wereld, wordt ze door anderen toegejuicht als de panacee voor de meeste wereldproblemen. Het mag dan zo zijn dat dit voortdurende debat het grootste deel van de mensheid irrelevant toeschijnt, omdat velen slechts een vaag idee hebben van wat er bij globalisering betrokken is, maar hoe u er ook over denkt, de globalisering is al van invloed op uw leven en die invloed zal waarschijnlijk in de toekomst nog groter worden.

Wat is globalisering precies?

„Globalisering” is de term die sommigen gebruiken om de groeiende mondiale onderlinge afhankelijkheid van mensen en landen aan te duiden. Het tempo waarin dat proces verloopt, is in ruwweg het afgelopen decennium aanzienlijk versneld, grotendeels door de enorme vooruitgang in de technologie. (Zie het kader op blz. 5.) In die periode zijn de vijandige blokken van de Koude Oorlog nagenoeg verdwenen, zijn handelsbarrières geheel of gedeeltelijk geslecht, zijn de grootste financiële markten van de wereld geïntegreerd en was reizen goedkoper en gemakkelijker.

Die groeiende wereldwijde integratie heeft een hele reeks consequenties gehad — op economisch, politiek, cultureel en milieugebied. Helaas kunnen sommige van die consequenties negatief zijn. In het Human Development Report 1999 van de Verenigde Naties werd uitgelegd: „De levens van mensen overal ter wereld zijn dieper, intenser en rechtstreekser met elkaar verbonden dan ooit. Dat opent veel nieuwe mogelijkheden tot goede en slechte ontwikkelingen.” Zoals zo veel wat de mens heeft bereikt, heeft globalisering zowel positieve als negatieve kanten.

Vooruitzichten voor een welvarender wereld

De globalisering „heeft de wereld wetenschappelijk en cultureel verrijkt en is ook in economisch opzicht veel mensen ten goede gekomen”, schrijft de winnaar van de Nobelprijs voor economie Amartya Sen. Het Human Development Report 1999 wijst er eveneens op dat globalisering „een enorm potentieel biedt om in de 21ste eeuw de armoede uit te bannen”. De reden voor dit optimisme is de spectaculaire groei van de welvaart die de globalisering met zich mee heeft gebracht. Wereldwijd gezien heeft het gemiddelde gezin nu een driemaal zo groot inkomen als vijftig jaar geleden. *

Sommige analytici zien nog een voordeel in economische integratie: ze denken dat landen daardoor minder geneigd zijn oorlog te voeren. Thomas L. Friedman voert in zijn boek The Lexus and the Olive Tree aan dat globalisering „de drijfveren om geen oorlog te voeren versterkt en de kosten van oorlogvoering in meer opzichten verhoogt dan in enig vorig tijdperk in de moderne geschiedenis”.

Door meer interactie tussen mensen kan ook de mondiale solidariteit verbeterd worden. Enkele mensenrechtenorganisaties hebben de mogelijkheden van het internet kunnen aanboren om hun zaak effectief te bevorderen. Zo werd het internationale verdrag van 1997 waarbij landmijnen werden verboden ten dele bereikt door het gebruik van e-mail om wereldwijd allerlei sympathiserende groepen te mobiliseren. Deze inschakeling van bezorgde burgers werd toegejuicht als „een nieuwe manier van internationale diplomatie bedrijven, waarbij regeringen en gewone burgers nauw samenwerken om een mondiale humanitaire crisis aan te pakken”.

Ondanks deze positieve resultaten vrezen veel mensen nog steeds dat de nadelige effecten van globalisering zwaarder wegen dan de voordelen ervan.

Vrees voor een sterker verdeelde wereld

De grootste reden tot bezorgdheid over globalisering is vermoedelijk de manier waarop de kloof tussen rijk en arm erdoor verbreed is. Terwijl de mondiale rijkdom ontegenzeglijk toegenomen is, is ze geconcentreerd geraakt in minder handen en minder landen. Het nettovermogen van de 200 rijkste mensen op aarde overtreft nu het totale inkomen van veertig procent van de wereldbevolking — zo’n 2,4 miljard mensen. En terwijl de lonen in rijke landen blijven stijgen, hebben tachtig straatarme landen in de afgelopen tien jaar in feite een daling van het gemiddelde inkomen gezien.

Nog een fundamentele reden tot bezorgdheid is het milieu. De economische globalisering is gestimuleerd door marktkrachten die veel meer geïnteresseerd zijn in winsten dan in de bescherming van de planeet. Agus Purnomo, hoofd van het Wereld Natuur Fonds in Indonesië, legt het dilemma uit: „We moeten constant opboksen tegen economische belangen. . . . Ik ben bang dat we binnen een decennium allemaal milieubewust zullen zijn maar dat er niets over zal zijn om te verdedigen.”

Mensen tobben ook over hun baan. Zowel banen als inkomen zijn onzekerder geworden, doordat internationale fusies en felle concurrentie bedrijven ertoe dwingen hun werkzaamheden te stroomlijnen. Het aannemen en ontslaan van werknemers op basis van de geldende marktbehoeften lijkt logisch voor een bedrijf dat eropuit is meer winst te maken, maar het ruïneert het leven van mensen.

Met de globalisering van de geldmarkten heeft nog een destabiliserende factor zijn intrede gedaan. Het komt voor dat internationale investeerders grote bedragen aan ontwikkelingslanden lenen maar hun kapitaal later plotseling terugeisen als de economische vooruitzichten slechter worden. Gebeurt dit massaal, dan kan het ene land na het andere in een economische crisis raken. Door de monetaire crisis in Oost-Azië in 1998 verloren dertien miljoen mensen hun baan. In Indonesië bleek zelfs bij de werknemers die hun baan behielden de koopkracht van hun loon gehalveerd te zijn.

Het is dus begrijpelijk dat de globalisering zowel vrees als hoop wekt. Hebt u reden om de globalisering te vrezen? Of kunt u verwachten dat uw leven er welvarender door wordt? Heeft de globalisering ons reden gegeven om optimistisch te zijn over de toekomst? In ons volgende artikel zal op die vragen worden ingegaan.

[Voetnoot]

^ ¶12 Gemiddelden, vooral mondiale gemiddelden, kunnen echter misleidend zijn. In veel gebieden is het inkomen van gezinnen de afgelopen vijftig jaar helemaal niet gestegen, terwijl het loon van anderen nu een veelvoud is van dat van vijftig jaar geleden.

[Inzet op blz. 3]

Het nettovermogen van de 200 rijkste mensen op aarde overtreft het totale inkomen van 40 procent van de wereldbevolking

[Kader/Illustraties op blz. 5]

DE TECHNOLOGIE ACHTER DE GLOBALISERING

De technologie heeft in het afgelopen decennium een revolutie teweeggebracht in de communicatie. De toegang tot mensen en informatie is nagenoeg overal ter wereld sneller, goedkoper en makkelijker geworden.

TELEVISIE De meeste mensen hebben nu toegang tot televisie, ook al bezitten ze zelf geen toestel. In 1995 waren er mondiaal 235 tv-toestellen op 1000 mensen, bijna het dubbele van het aantal in 1980. Een kleine schotelantenne al kan mensen die in afgelegen streken wonen in staat stellen uitzendingen van over de hele wereld te ontvangen. „Tegenwoordig kan geen land zich ooit echt afsnijden van de mondiale media”, verklaart Francis Fukuyama, hoogleraar politieke economie.

INTERNET Elke week worden zo’n 300.000 nieuwe gebruikers aangesloten op het internet. In 1999 werd geschat dat tegen 2001 er 700 miljoen mensen on line zouden gaan. „Als resultaat daarvan”, legt de schrijver Thomas L. Friedman uit, „hebben nooit eerder in de geschiedenis van de wereld zo veel mensen zo veel kunnen leren over het leven, de producten en de denkbeelden van zo veel andere mensen.”

TELEFOON Dankzij glasvezelkabels en satellietnetwerken zijn de telefoonkosten sterk gedaald. De kosten van een gesprek van drie minuten van New York naar Londen daalden van $245 in 1930 tot $0,35 in 1999. Draadloze netwerken hebben de mobiele telefoon net zo gewoon gemaakt als de computer. Tegen het eind van 2002 zullen naar schatting een miljard mensen een mobiele telefoon gebruiken, en veel van die gebruikers zullen hun mobieltje kunnen gebruiken om toegang te krijgen tot het internet.

MICROCHIP Alle bovengenoemde hulpmiddelen, die voortdurend verbeterd worden, zijn afhankelijk van microchips. De afgelopen dertig jaar is de computerkracht van microchips elke achttien maanden verdubbeld. Nooit eerder is er zo veel informatie opgeslagen in zo weinig ruimte.