Jonge mensen vragen . . .

Hoe vind ik een geschikte kamergenoot?

„Zonder huisgenotes had ik nooit als volletijdprediker kunnen dienen en de huur en de energierekeningen kunnen betalen.” — Lynn *.

WANNEER jongeren het huis uit gaan, zijn ze vaak geschokt als ze erachter komen hoeveel het kost om in de ’echte wereld’ te leven. Voor velen is het met een of meer huisgenoten delen in de uitgaven een manier om de hoge kosten van levensonderhoud te bestrijden.

Maar zoals een voorgaand artikel in deze serie al aangaf, kan het samenwonen met iemand — vooral als die persoon een volslagen vreemde voor je is — een echte uitdaging zijn. * Dat geldt zelfs voor jonge christenen die woonruimte delen om als volletijdpredikers te kunnen dienen. Wat je specifieke situatie ook is, als je erover denkt met iemand te gaan samenwonen, is het alleen maar verstandig als je „praktische wijsheid” gebruikt bij het kiezen van die persoon. * — Spreuken 3:21.

Het gevaar van slechte omgang

Veel jonge volwassenen kijken op mededelingenborden, in krantenadvertenties en op internet om mogelijke kamergenoten te vinden. Maar zulke bronnen brengen voor jonge christenen gevaarlijke valkuilen met zich mee. Ze zullen er waarschijnlijk toe leiden dat je mensen ontmoet die jouw geloof, normen of waarden niet delen. Is het bekrompen of asociaal om alleen maar samen te willen wonen met iemand van hetzelfde geloof? Nee, het is verstandig. De bijbel zelf geeft de waarschuwing: „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.” — 1 Korinthiërs 15:33.

Neem bijvoorbeeld Lee, een jonge vrouw. Ze was nog geen gedoopte christen toen ze in een studentenflat ging wonen. „Het was een gevaarlijke omgeving”, zegt ze. „Sommige meisjes troffen bij thuiskomst weleens hun kamergenote aan terwijl die met een jongen aan het vrijen was.” Haar woonomgeving had al snel een negatieve uitwerking op Lee’s geestelijke gezindheid. „Ik sloeg de meeste christelijke vergaderingen over”, geeft ze toe. Het wekt geen verbazing dat haar gedrag steeds meer achteruitging. „Op een dag was ik aan het vloeken en toen zei een van de meisjes: ’Vindt Jehovah dat wel goed?’” Wat een afgang! Gelukkig is Lee weggegaan uit die ongezonde omgeving en is ze geestelijke vorderingen gaan maken. Maar haar ervaring laat uitkomen welk gevaar eraan kleeft wanneer je met mensen samenwoont die jouw normen niet respecteren.

Een geschikte kamergenoot vinden

Maar waar zou je dan kunnen zoeken? Begin met je eigen plaatselijke gemeente van Jehovah’s Getuigen. Het is interessant dat volletijdpredikers  vaak andere geestelijk gezinde jongeren ontmoeten op de diverse scholen en vergaderingen die speciaal voor volletijdpredikers worden gehouden. * Ouders, plaatselijke gemeenteouderlingen, reizende opzieners en anderen kunnen ook helpen; ze kennen misschien andere jongeren die een geschikte kamergenoot zouden kunnen zijn.

Wanneer je anderen laat weten dat je op zoek bent naar een kamer- of huisgenoot, kan dat ook heel goed werken. Hoe meer mensen je erover vertelt, hoe waarschijnlijker het is dat het iets zal opleveren (Prediker 11:6). Vraag bovenal Jehovah om hulp bij het vinden van een kamergenoot en zie naar hem op om je pogingen te zegenen. — 1 Johannes 5:14, 15.

Informatie inwinnen

Als je een mogelijke kamergenoot hebt gevonden, wil je misschien het liefst snel bij elkaar intrekken. Maar het is verstandig om eerst wat informatie in te winnen. Wordt er over die persoon ’een goed bericht uitgebracht door de broeders’ in zijn of haar gemeente? (Handelingen 16:1, 2) Misschien kunnen jij en je ouders zelf met geestelijk bekwame ouderlingen spreken die hem of haar kennen. Je zou kunnen vragen: ’Wat voor reputatie heeft die persoon? Is hij emotioneel en geestelijk stabiel? Heeft hij een aandeel aan de prediking en geeft hij commentaren op de vergadering? Staat hij bekend om zijn onbesproken gedrag?’

Bedenk dat ’hij die met wijzen wandelt, wijs zal worden’ (Spreuken 13:20). „Mijn kamergenoot is heel geestelijk gezind”, zegt David. „Dat helpt me om geestelijk actief te blijven.” Renee, die een aantal kamergenotes heeft gehad, zegt iets van dezelfde strekking: „Sommige van mijn kamergenotes stelden voor om elke avond samen een hoofdstuk uit de bijbel te lezen. Omdat mijn ouders geen Getuigen waren, hebben we nooit een gezinsbijbelstudie gehad. Om nu dus een ’gezinsstudie’ met mijn huisgenotes te hebben, was voor mij gewoon gaaf!” Ja, het kan een echte aanmoediging zijn om met iemand samen te wonen die jouw liefde voor geestelijke zaken deelt.

 Dingen bespreken

Ga er vervolgens voor zitten om een aantal dingen te bespreken. Zulke gesprekken kunnen je helpen te bepalen of jullie met elkaar overweg kunnen. Het is interessant dat een onderzoek waarover in het blad Communication Research Reports werd bericht, onthulde dat huisgenoten die op elkaar lijken in hun stijl van communiceren „het meest tevreden en gelukkig blijken te zijn met hun huisgenoot”. Als je dus een open, gezellig, expressief type bent, kun je tegen problemen aanlopen als je met iemand samenwoont die gereserveerd en stil is en die geneigd is zich af te zonderen.

Hoewel je van jullie gesprek niet een soort politieverhoor wilt maken, kan het nuttig zijn het te hebben over de onmiddellijke doeleinden en plannen van een toekomstige kamergenoot. Streeft hij naar geestelijke vooruitgang of wil hij gewoon een gespannen situatie thuis ontvluchten? Lynn wijst op nog een probleem dat kan ontstaan: „Ik had een kamergenote die verkering had en haar vriend was er altijd, en bleef tot ’s avonds laat hangen.” Lynn vond hun uitingen van genegenheid ongepast en storend. Maar zulke problemen kunnen soms worden voorkomen als er van tevoren wat basisregels worden opgesteld. Renee zegt bijvoorbeeld: „We hadden een regel dat jongens maar tot een bepaald tijdstip mochten blijven.” Het zou ook goed zijn als beide kamergenoten afspreken om nooit alleen met iemand van de andere sekse in de kamer of de flat te zijn.

Ook is het nuttig om dingen te bespreken als hobby’s, voorkeuren en smaak van muziek. „Ik vind het leuk om met iemand samen te wonen die van dezelfde dingen houdt als ik, die dezelfde persoonlijkheid heeft en die graag dezelfde dingen doet”, zegt Mark. Natuurlijk wil het hebben van een verschillende smaak niet per se zeggen dat je niet met elkaar kunt samenwonen. Waar het echt om gaat is, hoe flexibel zijn jullie? Zijn jullie bereid verschillen te verdragen en veranderingen aan te brengen om je aan elkaar aan te passen?

Lee geeft de volgende suggestie: „Je moet ook vragen wat de ander van de regeling verwacht. Sommige mensen verwachten dat je hun beste vriend en hun beste maatje bent. Maar dat is niet wat ik zoek.” David zegt ook: „Ik vind het leuk als ik een kamergenoot heb met wie ik dingen kan ondernemen maar die niet vindt dat hij altijd met me mee moet als ik iets met anderen wil ondernemen.” Zo moet je er ook achter komen of de persoon erin geïnteresseerd is je partner te zijn in de prediking of misschien iets anders in gedachten heeft, zoals het dienen in een anderstalige gemeente.

Zorg er ten slotte voor dat je niet vergeet onderwerpen aan te snijden als koken (weet een van jullie tweeën hoe dat moet?), de verdeling van huishoudelijke taken, het gebruik van persoonlijke apparaten, kastruimte, meubels, opslagruimte en huisdieren. Wanneer je zulke dingen grondig bespreekt, kan dat misverstanden en gekwetste gevoelens voorkomen. Spreuken 20:18 zegt: „Door raad worden de plannen zelf stevig bevestigd.”

„Betamelijk en volgens regeling”

Nog een nuttig beginsel vinden we in Lukas 14:28, waar staat dat we ’de kosten moeten berekenen’. Ja, probeer uit te rekenen hoeveel je aan de kosten van levensonderhoud kwijt zult zijn. Hoeveel zal er aan huur worden besteed? Aan levensmiddelen? Energieverbruik? Gaan jullie samen één telefoon gebruiken? Als dat zo is, hoe zal dan de rekening worden opgesplitst? „Ik zou absoluut zeker willen weten of een meisje haar deel van de onkosten kan betalen voordat ik haar als huisgenote zou nemen”, zegt Lynn. Het on line tijdschrift The Next Step merkt terecht op: „Huisgenoten die geen bijdrage leveren aan de huur of het eten . . . of die voor hoge energierekeningen zorgen, veroorzaken stress waar niemand op zit te wachten.”

„Soms gaat het niet om hoeveel,” zegt Renee, „maar om wanneer!” Ze legt uit: „Onze huur moet op de derde van de maand worden betaald. Maar soms gaat een huisgenote het weekend weg voordat ze haar deel heeft betaald en moet ik langs onze huisbaas om excuses aan te bieden.” Het is duidelijk dat het verstandig is om alles „betamelijk en volgens regeling” te doen en belangrijke dingen niet aan het toeval over te laten (1 Korinthiërs 14:40). Vaak is het verstandig afspraken op schrift te stellen.

Als je zorgvuldig en voorzichtig bent zal dat de kans vergroten dat je een kamergenoot vindt die een aanmoediging voor je zal zijn en geen bron van spanningen. Maar stel dat er zich problemen en persoonlijkheidsconflicten voordoen? Een volgend artikel zal op die situaties ingaan.

[Voetnoten]

[Illustratie op blz. 26]

Woonruimte delen met mensen die zich niet aan de bijbelse moraal houden, levert gevaren op

[Illustratie op blz. 26]

Spreek voordat jullie gaan samenwonen, met elkaar over belangrijke dingen