Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Weet u dat?

Weet u dat?

Weet u dat?

(De antwoorden van deze quiz zijn te vinden in de vermelde bijbelteksten, en de volledige lijst met antwoorden staat op bladzijde 27. Raadpleeg voor aanvullende informatie de publicatie „Inzicht in de Schrift”, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.)

1. Waarom is het verkeerd wanneer iemand probeert zichzelf of anderen te wreken? (Romeinen 12:19)

2. Waarom verbiedt Jehovah het aanbidden van beelden? (Jesaja 42:8)

3. Hoe bezag Jezus zijn door God gegeven aardse toewijzing? (Johannes 4:34)

4. Hoe heette de stad waar David tot koning werd gezalfd en die voordat Jeruzalem dat werd als zijn hoofdstad diende? (2 Samuël 2:1-4)

5. Op welke kostbare edelsteen leek de regenboog rondom de troon van Jehovah volgens Johannes? (Openbaring 4:3)

6. Welke plaats deed Paulus klaarblijkelijk aan toen hij als gevangene naar Rome werd gebracht? (Handelingen 28:13)

7. Met welke dichterlijke bewoordingen spreekt Jeremia over de stad Jeruzalem wanneer hij weeklaagt over haar verwoesting? (Klaagliederen 2:2)

8. Uit angst voor welke regeerder veinsde David krankzinnigheid? (1 Samuël 21:12-15)

9. Waarom was het een doodzonde de zalfolie te bereiden die Jehovah Mozes had voorgeschreven, of die voor persoonlijk gebruik aan te wenden? (Exodus 30:31-38)

10. Welke discipel was de oorzaak van „een scherpe uitbarsting van toorn” tussen Paulus en Barnabas, met als resultaat dat hun wegen zich scheidden? (Handelingen 15:36-41)

11. Op basis waarvan verwerft iemand volgens Johannes 3:16 eeuwig leven?

12. Hoe noemden de eerste-eeuwse christenen hun medegelovigen? (3 Johannes 14)

13. Wie werd aan zijn manier van lopen herkend toen hij David nieuws bracht? (2 Samuël 18:27)

14. Waarom mocht Mozes het Beloofde Land niet binnengaan? (Numeri 20:7-12)

15. Wie stond erom bekend dat hij zijn wagen „als een waanzinnige” bestuurde? (2 Koningen 9:20)

Antwoorden van de quiz

1. Omdat Jehovah verklaart: „Aan mij is de wraak; ik wil vergelden”

2. Omdat alleen hij aanbidding, heerlijkheid en lof verdient

3. Het was als voedsel voor hem

4. Hebron

5. Smaragd

6. Puteoli

7. „Dochter van Juda”

8. Achis, de koning van Gath

9. De zalfolie werd als heilig beschouwd, wat op belangrijkheid en exclusiviteit duidde in verband met zaken die door Jehovah waren ingesteld

10. Markus

11. Geloof oefenen in Jezus

12. Vrienden

13. Ahimaäz

14. Hij handelde onbezonnen en bleef in gebreke Jehovah’s naam te verheerlijken toen hij in water voor de Israëlieten voorzag

15. Jehu