Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een unieke kudde wilde witte runderen

Een unieke kudde wilde witte runderen

Een unieke kudde wilde witte runderen

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN GROOT-BRITTANNIË

CHILLINGHAM PARK, in het Engelse graafschap Northumberland aan de grens met Schotland, is het domein van een kleine kudde „Wild White cattle” (wilde witte runderen). Elk jaar komen er van heinde en ver bezoekers om ze te zien. Waarom? Omdat deze dieren uniek zijn. Vandaag behoren mijn vrouw en ik tot de bezoekers.

Men denkt dat deze „Wild White” runderen op zijn minst vanaf de dertiende eeuw in Chillingham leven, toen er een parkmuur werd gebouwd die een terrein van ongeveer 600 hectare omsloot waarin het wilde vee voor consumptiedoeleinden bijeen werd gedreven. Deze opvallende dieren, met slechts 140 hectare tot hun beschikking, hebben allemaal rode oren, zwarte hoeven en een gevlekte kop. De vlekken worden zichtbaar wanneer ze een jaar of twee zijn en breiden zich geleidelijk uit over de nek en schouders.

Voor zover bekend heeft de kudde nooit gekleurde, of zelfs maar gedeeltelijk gekleurde, nakomelingen voortgebracht. Naar verluidt zijn ze nooit met tamme rassen gekruist. Ze lijken niet op de circa duizend andere runderen van Chillingham Park die nu in kleine kudden in heel Groot-Brittannië en Noord-Amerika kunnen worden aangetroffen. Tests hebben aangetoond dat de bloedgroep van deze kudde uniek is onder West-Europese runderen.

De twee horens van de stier groeien naar voren en naar buiten, terwijl de horens van het wijfje naar achteren gericht zijn. De vorm van de schedel en de manier waarop de horens groeien, komen overeen met die van de oeros, de uitgestorven wilde os die op oude grotschilderingen in Europa staat afgebeeld. Enkele kenners menen dat de runderen in Chillingham rechtstreeks afstammen van de ossen die rondzwierven op de Britse Eilanden, maar over hun oorsprong tast men nog steeds in het duister.

Hiërarchie in de kudde

Om deze dieren wat beter te kunnen bekijken, gaan we mee met een beheerder van de kudde in zijn terreinwagen. Met een vaart rijden we heuvelafwaarts over hobbelige weilanden en plotseling krijgen we de kudde in het vizier, die beschut tegen de zon onder een kleine groep bomen staat. Enkele kijken nieuwsgierig naar ons met een typische koeienblik. Een stuk of twee drie komen langzaam naar onze auto gesjokt en wrijven er met hun massieve horens tegenaan.

De beheerder wijst naar de leider van de kudde die bekendstaat als de koningsstier. Hij is de gezondste en sterkste stier. Tijdens zijn „regeringstijd”, die zo’n drie jaar duurt, zal hij alle kalveren verwekken die de koeien zullen voortbrengen. Op die manier schijnt jaar na jaar uitsluitend het beste beschikbare bloed te worden doorgegeven. Geen enkele stier mag paren met zijn eigen nakomelingen en geen zoon neemt de functie van dekstier van zijn vader over.

Instinct

Eens was de wolf, die voornamelijk aasde op de zwakkere leden van de kudde, de voornaamste vijand van deze dieren, maar sinds de zestiende eeuw is de wolf in Groot-Brittannië uitgestorven. Soms slaan de runderen op hol als ze opgeschrikt worden en wanneer ze ten slotte stil blijven staan, vormen de stieren instinctief een beschermende cirkel rond de koeien en hun kalfjes, veilig voor elk mogelijk roofdier.

Deze runderen zijn echt wild en het heeft dus nauwelijks zin om bij de zorg voor deze dieren gebruik te maken van de hedendaagse ervaring in het boerenbedrijf. Ze zullen zelfs in de winter, wanneer er weinig gras is, alleen hooi en stro eten en graan en veevoer weigeren. De kalveren hebben een erg laag geboortegewicht waardoor er tijdens het kalven weinig problemen zijn; maar als een koe het zwaar mocht krijgen, kan er niets worden gedaan om haar te helpen omdat er geen veearts bij gehaald kan worden. Als een van de dieren door een mens wordt aangeraakt, zou het naar verluidt door de rest van de kudde kunnen worden gedood.

Koeien kalven op enige afstand van de kudde en houden hun jong gedurende ongeveer een week verborgen. Daarna komen moeder en kalf dichter bij de kudde en komt de koningsstier naar ze toe om ze naar de kudde te begeleiden. Dan besnuffelen en inspecteren de koeien het kalf voordat het wordt toegelaten. Als het eenmaal is geaccepteerd, krijgt het verder geen speciale aandacht meer.

In 1967 kwam een grote uitbraak van mond- en klauwzeer tot op een afstand van vier kilometer van Chillingham Park. In allerijl werd het terrein afgegrendeld, en de kudde werd gered. Daarna besloot men dat er in Schotland met een kleine reservekudde moest worden gestart, als voorzorgsmaatregel tegen uitsterven. In dit geval waren er geen problemen met verstoten omdat alle dieren die voor deze nieuwe kudde waren uitgekozen, gezamenlijk werden verhuisd.

We hebben genoten van onze korte excursie naar de „Wild White cattle” en vonden het interessant iets over hun geschiedenis te horen. Misschien zult u ooit eens zelf in de gelegenheid zijn deze unieke beesten in hun vredige omgeving te bekijken.

[Illustratieverantwoording op blz. 27]

Courtesy Chillingham Wild Cattle Association

Loaned by courtesy of Lawrence Alderson