Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wanneer er een eind komt aan slavernij!

Wanneer er een eind komt aan slavernij!

Wanneer er een eind komt aan slavernij!

VRIJHEID! Er zijn maar weinig woorden die ons meer aanspreken. Mensen hebben gestreden en geleden, geleefd en hun leven gegeven voor de vrijheid. Maar helaas is voor velen van hen de verwezenlijking van hun doel niet echt dichterbij gekomen. Is er hoop op bevrijding van slavernij — een hoop die niet op frustratie en teleurstelling zal uitlopen? Die is er.

De apostel Paulus tekende onder inspiratie Gods belofte op „dat ook de schepping zelf vrijgemaakt zal worden van de slavernij des verderfs en de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods zal hebben” (Romeinen 8:21). Maar hoe kunnen we er zeker van zijn dat God werkelijk zo’n „glorierijke vrijheid” tot stand zal brengen? Onder andere door Gods bemoeienissen met de mensheid door de eeuwen heen te beschouwen.

„Waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid”, zegt de bijbel (2 Korinthiërs 3:17). Ja, Gods geest of werkzame kracht vermag bijzonder veel. God wendt zijn kracht al heel lang aan om in veel opzichten vrijheid te brengen. Hoe dan wel? Laten we in gedachte houden dat er veel vormen van slavernij zijn. We hebben al een van de boosaardigste vormen besproken, die waarbij de sterken de zwakken met geweld tot slaaf maken. Maar sta eens stil bij enkele andere vormen van slavernij.

Mensen kunnen zichzelf in de greep brengen van allerlei verslavingen waaraan ze zich bijzonder moeilijk kunnen ontworstelen. En mensen kunnen in slavernij raken door leugens en bedrog; ze kunnen door misleiding hun hele leven onder valse leerstellingen gebukt gaan. Het allergeniepigst nog is een vorm van slavernij die elk van ons teistert — of we dat nu beseffen of niet — en de gevolgen ervan zijn dodelijk. Maar hoewel we in deze bespreking verschillende vormen van slavernij onder één noemer brengen, willen we beklemtonen dat we ze beslist niet gelijkstellen. Ze verschillen aanzienlijk. Niettemin is er een belangrijk gemeenschappelijk element. Uiteindelijk zal de God van vrijheid ervoor zorgen dat de mensheid bevrijd wordt van de last van al deze vormen van slavernij.

In de greep van verslavingen

Let eens op hoe in het boek When Luck Runs Out de gokverslaving beschreven wordt: „Een stoornis waarbij de persoon wordt gedreven door een overweldigende en onweerstaanbare drang tot gokken. De drang houdt aan en wordt steeds intenser en dringender . . . totdat die drang uiteindelijk alles wat van betekenis is in zijn leven doordringt, ondermijnt en vaak vernietigt.” Niemand weet hoeveel mensen er verslaafd zijn geraakt aan gokken. Voor slechts één land, de Verenigde Staten, wordt hun aantal op zo’n zes miljoen geschat.

Alcoholafhankelijkheid kan even verwoestend zijn, zo niet verwoestender, en komt in de meeste landen meer voor dan gokverslaving. In één groot land lijdt wel de helft van de volwassen mannen aan een zekere mate van alcoholisme. Ricardo, die twintig jaar geleden alcoholist werd, legt uit wat deze vorm van verslaving betekent: „Vanaf het moment dat je wakker wordt, schreeuwt je lichaam om alcohol — om je zenuwen te kalmeren, je problemen te vergeten of gewoon om je voldoende zelfvertrouwen te geven om het leven aan te kunnen. Iets drinken wordt een obsessie en toch probeer je jezelf en anderen om je heen wijs te maken dat je gedrag normaal is.”

Alcohol is niet de enige substantie waaraan mensen verslaafd raken. Wereldwijd gebruiken miljoenen mensen drugs. Daarnaast gebruiken zo’n 1,1 miljard mensen tabak, die een van de allerverslavendste drugs bevat. Veel mensen zouden graag met roken stoppen, maar ze voelen zich verslaafd. Is Jehovah een doeltreffend Bevrijder gebleken uit zulke sterke vormen van slavernij? *

Neem nu het voorbeeld van Ricardo. „Zo’n jaar of tien geleden besefte ik dat de alcohol mijn leven beheerste”, vertelt Ricardo. „Mijn huwelijk, mijn werk en mijn gezin leden eronder en ik wist dat ik mijn problemen nooit zou kunnen oplossen als ik mij niet aan de greep van de alcohol zou ontworstelen. Door een studie van de bijbel leerde ik dat de zware drinker wordt geplaagd door armoede — zowel letterlijke als geestelijke (Spreuken 23:20, 21). Ik wilde een goede band met God hebben en mijn oprechte gebeden waarin ik om zijn hulp smeekte, stelden me in staat eerlijk tegenover mezelf te zijn. Een man bestudeerde de bijbel met me en bleek een bijzonder waardevolle vriend. Als ik een terugval had, gaf hij de hoop niet op maar wees hij me geduldig en vastberaden de weg die God voor ware christenen aangeeft.”

Nu voelt Ricardo zich bevrijd uit zijn vroegere slavernij — in zekere zin tenminste. Hij geeft ronduit toe dat hij eerst af en toe terugviel. „Maar ondanks die inzinkingen”, zegt hij, „heeft mijn wens om Jehovah trouw te dienen, naast de steun van mijn vrouw en andere christenen, me geholpen de situatie de baas te worden. Ik zie uit naar de tijd die God heeft beloofd waarin ’niemand zal zeggen „Ik ben ziek”’ en alcoholisme tot het verleden zal behoren. Ondertussen blijf ik mijn dagelijkse strijd voeren om mijn lichaam aan te bieden als ’een slachtoffer dat levend, heilig en God welgevallig is’.” — Jesaja 33:24; Romeinen 12:1.

Overal ter wereld hebben vele duizenden mensen persoonlijk Gods hulp ervaren bij hun gevecht tegen uiteenlopende verslavingen. Uiteraard hadden ze het voor een groot deel aan zichzelf te wijten dat ze verslaafd raakten, misschien doordat ze toegaven aan allerlei druk of verleidingen. Niettemin hebben ze gemerkt dat Jehovah een heel geduldige Bevrijder is. Hij is bereid al degenen die hem echt willen dienen te helpen en te sterken.

De waarheid zal u vrijmaken”

En als mensen nu in slavernij verkeren door leugens en bedrog? Jezus Christus verzekert ons dat bevrijding daaruit mogelijk is. „Indien gij in mijn woord blijft,” zei hij, „zijt gij werkelijk mijn discipelen, en gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:31, 32). Toen hij dit zei, waren veel van zijn toehoorders slaven van een star stelsel van farizeïsche overleveringen. Jezus zei zelfs over de religieuze leiders van zijn tijd: „Zij binden zware vrachten samen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren” (Mattheüs 23:4). Jezus’ leer bevrijdde mensen uit die slavernij. Hij stelde religieuze leugens aan de kaak, identificeerde zelfs de bron ervan (Johannes 8:44). En hij verving de leugens door de waarheid door duidelijk Gods redelijke vereisten voor de mensheid te onthullen. — Mattheüs 11:28-30.

Net als Jezus’ discipelen ontdekken thans duizenden mensen dat ze zich met Gods hulp kunnen ontdoen van de religieuze leugens en valse tradities die hen in slavernij hebben gehouden. Na de verkwikkende waarheden uit de bijbel te hebben geleerd, zijn ze vrij van de verstikkende angst voor de doden, vrij van de vrees voor eeuwige pijniging in een brandende hel en vrij van de druk om zuurverdiend geld te betalen voor religieuze diensten van geestelijken die beweren Christus te vertegenwoordigen — degene die gezegd heeft: „Gij hebt om niet ontvangen, geeft om niet” (Mattheüs 10:8). Bovendien staat er een nog grotere vrijheid voor de deur.

De geniepigste slavernij

Merk op hoe Jezus een reeds genoemde, geniepige vorm van slavernij beschreef waarmee elke man, elke vrouw en elk kind op aarde worstelt: „Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: Al wie zonde doet, is een slaaf van de zonde” (Johannes 8:34). Wie kan er beweren dat hij niet zondigt? Zelfs de apostel Paulus moest toegeven: „Het goede dat ik wens, doe ik niet, maar het slechte dat ik niet wens, dat beoefen ik” (Romeinen 7:19). Hoewel niemand zich van de boeien van de zonde kan ontdoen, is onze situatie niet hopeloos.

Jezus verzekerde zijn discipelen: „Indien de Zoon u . . . vrijmaakt, zult gij werkelijk vrij zijn” (Johannes 8:36). De vervulling van deze belofte zal niets minder betekenen dan bevrijding van de allerschadelijkste vorm van slavernij. Om te begrijpen hoe dat te verwezenlijken is, moeten we eerst weten hoe we oorspronkelijk in die slavernij geraakt zijn.

De bijbel onthult dat God de mens heeft geschapen met een vrije wil, zonder neiging tot zondigen. Maar een zelfzuchtige, onzichtbare geestenzoon van God wilde macht over de mensheid uitoefenen, ongeacht de kosten in de vorm van menselijk lijden. Om dat doel te bereiken zorgde deze opstandige engel, die later Satan de Duivel werd genoemd, ervoor dat onze eerste menselijke ouders, Adam en Eva, zich van God afkeerden. Nadat Adam opzettelijk Gods specifieke instructies had overtreden, werd hij niet alleen zelf een zondaar maar gaf hij de onvolmaaktheid en dood ook aan al zijn nakomelingen door (Romeinen 5:12). Uiteindelijk werd Satan ’de heerser van de wereld’, en ’de zonde heeft als koning over de mensheid geregeerd met de dood’. — Johannes 12:31; Romeinen 5:21; Openbaring 12:9.

Hoe kunnen we bevrijd worden? Door Jezus’ discipelen te worden, kunnen we voordeel trekken van Christus’ offerandelijke dood, die het mogelijk maakt „degene teniet te doen die het middel bezit de dood te veroorzaken, namelijk de Duivel, en om allen die uit vrees voor de dood hun leven lang aan slavernij onderworpen waren, te bevrijden” (Hebreeën 2:14, 15). Stel u eens voor — vrij van slavernij aan zonde en dood! Is de gedachte aan die vrijheid niet aanlokkelijk?

Hoe staat het echter met de vorm van slavernij die we aan het begin hebben besproken? Zal er ooit een eind komen aan die gedwongen slavernij?

Een degelijke basis voor hoop

We kunnen er beslist op vertrouwen dat er een eind zal komen aan zo’n weerzinwekkende vorm van slavernij. Waarom? Nu, beschouw het volgende eens: Jehovah God was direct verantwoordelijk voor de grootste mars naar de vrijheid in de hele menselijke geschiedenis. Misschien kent u het historische verslag wel.

Het volk Israël verkeerde in slavernij aan Egypte; het werd gedwongen tot zwaar lichamelijk werk en kreeg een onmenselijke behandeling. Ze riepen tot God om hulp en in zijn grote barmhartigheid luisterde hij naar hen en trad handelend op. Bij monde van Mozes en Aäron eiste hij dat de Egyptische farao de Israëlieten in vrijheid liet vertrekken. Die trotse monarch weigerde dat herhaaldelijk, zelfs nadat Jehovah een reeks verwoestende plagen over het land had gebracht. Ten slotte kreeg God Farao op de knieën. De Israëlieten waren eindelijk vrij! — Exodus 12:29-32.

Is het geen opwindend verslag? Maar misschien vraagt u zich af waarom God in moderne tijden niet iets soortgelijks heeft gedaan. Waarom heeft hij niet ingegrepen in de menselijke aangelegenheden en een eind gemaakt aan slavernij? Bedenk dat niet Jehovah ’de heerser van de wereld’ is maar Satan. Wegens de strijdpunten die destijds in Eden opgeworpen werden, heeft Jehovah deze goddeloze Tegenstander toegestaan een beperkte tijd te regeren. Slavernij, onderdrukking en wreedheid zijn domweg kenmerken van Satans heerschappij. Onder die invloed is de heerschappij van mensen een ellendige mislukking gebleken. De bijbel vat dat bondig samen met de woorden: ’De ene mens heeft over de andere mens geheerst tot diens nadeel.’ — Prediker 8:9.

Maar voor hoe lang? De bijbel legt uit dat we in „de laatste dagen” leven, een tijd waarin zelfzucht en hebzucht hoogtij zouden vieren (2 Timotheüs 3:1, 2). Dat betekent dat Gods koninkrijk, waar Jezus ons om leerde bidden, weldra een rechtvaardige maatschappij tot stand zal brengen waarin slavernij verboden zal zijn (Mattheüs 6:9, 10). Jezus Christus, Gods aangestelde koning, zal actie ondernemen om elk spoor van slavernij de kop in te drukken totdat de laatste vijand, de dood, teniet wordt gedaan. — 1 Korinthiërs 15:25, 26.

Wanneer die dag ten slotte aanbreekt, zullen getrouwe mensen zien dat de bevrijding van Gods volk uit slavernij in Egypte slechts een voorproefje was van deze veel grotere bevrijding. Ja, te zijner tijd zal „ook de schepping zelf vrijgemaakt . . . worden van de slavernij des verderfs”. Uiteindelijk zal iedereen ten volle „de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods” kunnen genieten. — Romeinen 8:21.

[Voetnoot]

^ ¶9 In de eerste eeuw kwam vraatzucht veel voor bij grote Romeinse feestmalen. Daarom werden christenen gewaarschuwd zich niet door voedsel of iets soortgelijks in slavernij te laten brengen. — Romeinen 6:16; 1 Korinthiërs 6:12, 13; Titus 2:3.

[Illustratie op blz. 7]

Alleen al in de Verenigde Staten zijn naar schatting zes miljoen mensen verslaafd aan gokken

[Illustraties op blz. 7]

Honderden miljoenen mensen zijn verslaafd aan drugs, alcohol en tabak

[Illustraties op blz. 8, 9]

Net als Ricardo hebben duizenden mensen Gods hulp ervaren bij hun gevecht tegen verslavingen

[Illustraties op blz. 10]

De Israëlieten werden bevrijd uit slavernij; binnenkort wacht ware aanbidders van God een nog grotere bevrijding