Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De gouden wattle — Voorbode van de Australische lente

De gouden wattle — Voorbode van de Australische lente

De gouden wattle — Voorbode van de Australische lente

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN AUSTRALIË

DE BLOESEM die deze bladzijden siert, is geen gewone bloem. Ze is bekend en geliefd in Australië. Sinds 1912 prijkt ze zelfs op het Australische wapenschild; en in 1988 werd ze uitgeroepen tot het officiële nationale flora-embleem. Ook komt ze voor op munten en postzegels. Waarom is ze zo populair?

Het antwoord kan gedeeltelijk worden gevonden in een gedicht van Veronica Mason dat in 1929 werd gepubliceerd. Na een beschrijving van het sombere „olijfgroen en bruin en grijs” dat aan het eind van de winter het landschap domineert, kondigt het gedicht opgewekt aan: „Maar nu is de lente op komst / Met bloesems voor de wattle.”

Bijna iedereen, zo lijkt het, is blij met het nieuws dat de lente op komst is. ’Down under’, in Australië, breekt de lente aan terwijl op het noordelijk halfrond de herfst zijn intrede doet. Het zuidelijk continent krijgt een vroeg teken dat de lente in aantocht is — de plotselinge bloei van de gouden wattle. Daarom kan men elk jaar in augustus schoolkinderen het gedicht van Mason horen opzeggen. En in 1992 verklaarde de gouverneur-generaal van Australië 1 september tot Nationale Wattledag.

Uiteraard is de manier waarop de gouden wattle het voorjaar aankondigt niet gewoontjes — hij doet dat met gratie en schoonheid. Masons gedicht heeft het over de „sierlijke, buigende wattle”, doelend op de manier waarop de takken vol bloesems buigen en wuiven in de lentebries. Wattle is echter niet de officiële naam van deze boom. Hij behoort feitelijk tot een interessante familie die in warme klimaten overal op aarde bekend is.

Een sterke en beroemde familie

De botanische naam voor de gouden wattle is Acacia pycnantha. Deze heester of kleine boom kan vier tot acht meter hoog worden. Maar er zijn zo’n 600 tot 1000 soorten acacia’s in Australië, waar ze wattles worden genoemd. In feite is meer dan de helft van de acaciasoorten die men kent in de wereld, te vinden in Australië. In Europa en Amerika wordt de acacia vaak mimosa genoemd. Een andere acaciasoort wordt vaak in de bijbel genoemd. God gaf de opdracht om de ark van het verbond en delen van de tabernakel van acaciahout te maken. — Exodus 25:10; 26:15, 26.

Een bekend lid van de acaciafamilie is de parasolvormige soort die in Afrika wordt aangetroffen. Het gebladerte van die acacia is iets waar giraffen dol op zijn. Ze zouden de acacia zelfs helemaal kaal vreten als er geen uniek samenwerkingsverband bestond tussen de boom en een mierensoort. De boom verschaft de mier een behuizing en nectar als voedsel. De mier op haar beurt steekt de gulzige giraffe, waardoor de vriendelijke reus wordt aangespoord verderop bij een andere boom te gaan neuzen. Verschaffen deze vormen van samenwerking geen opmerkelijk bewijs van intelligent ontwerp?

De acaciasoorten in Australië hebben niets van giraffen te vrezen. Maar ze hebben wel vijanden, zoals droogte, en daartegen hebben ze een doeltreffende verdediging. De buitenste laag van het acaciazaadje is zo stevig dat het op de een of andere manier moet worden beschadigd voordat er water in kan doordringen en de groei kan beginnen. Die zaden zijn zelfs zo stevig dat tuiniers ze in kokend water moeten weken zodat de opgezwollen peulen zullen ontkiemen wanneer ze worden geplant. In de natuur kan een acaciazaadje tientallen jaren in de grond sluimeren! Ten slotte zal een bosbrand het stevige zaadje doen ontkiemen. Daarom is er zelfs in de droogste perioden een „acaciazaadbank”, veilig onder de grond, waar de zaden gewoon liggen te wachten om weer tot leven te komen.

Er worden nu al enige jaren bepaalde sterke wattlesoorten naar Afrika geëxporteerd om in tijden van droogte als mogelijke voedselbron te dienen. Een groot voordeel van deze acacia’s is dat ze in dorre, onvruchtbare grond in leven kunnen blijven. Bepaalde soorten kunnen zelfs in duinen groeien! Die bomen houden de grond bijeen, brengen er stikstof in en fungeren als beschutting tegen de wind waardoor ze ook het milieu voor de andere planten verbeteren.

De veelzijdige wattle

Er zijn wetenschappers die bepaalde wattlezaden bezien als een mogelijk voedingsgewas, waarbij ze wijzen op hun hoge eiwitgehalte en hun voedingswaarde in vergelijking met een aantal graansoorten. Wanneer de zaden worden geroosterd, hebben ze een lekkere, nootachtige smaak; bepaalde soorten smaken gekookt net als linzen. Men heeft wattlezaden gemalen tot meel en er brood en zelfs pasta van gemaakt. Er zijn acaciasoorten die wel tien kilo zaad per jaar opbrengen.

De aromatische wattlebloem wordt gebruikt voor de fabricage van parfum. Bovendien wordt de acaciaboom op grote schaal gebruikt om te voorzien in veevoer en om bodemerosie tegen te gaan. En dan hebben we het nog niet eens echt gehad over het nut van acaciahout.

Lang geleden maakten de Australische aborigines boemerangs van acaciahout. Een wattlesoort, de Acacia acuminata, is wel frambozenjamboom genoemd omdat zijn hout wanneer het pas is gehakt een geur verspreidt die lijkt op geprakte frambozen. Maar het was het gebruik van acacia’s in de bouw dat ervoor heeft gezorgd dat ze wattles worden genoemd.

Het woord „wattle” is al heel oud. Oorspronkelijk werd het toegepast op het hout dat werd gebruikt bij de middeleeuwse Angelsaksische bouwmethode die bekendstond als „wattle and daub”. Over een vlechtwerk van jonge boompjes, wattles, werden lagen leem aangebracht om muren te maken voor het gebouw. De vroege Australische kolonisten gebruikten voor hun wattle-and-daubhuizen acaciabomen. Na verloop van tijd kwam de acaciaboom bekend te staan onder de Oud-Engelse naam wattle, en de naam is gebleven.

Is het niet opmerkelijk dat er zo veel manieren zijn waarop deze bomen kunnen worden gebruikt? Als het lente wordt in Australië wordt er echter niet aan de veelzijdigheid van de wattle gedacht. Integendeel, als een deken van wuivende, donzige bloesems de heuvelhellingen goudgeel kleurt, worden harten in vervoering gebracht en komen er gedichten in de geest naar boven. Zowel de schoonheid als het nut van de boom herinneren menig bewonderaar aan de vindingrijkheid en genialiteit van degene die „alle dingen heeft gebouwd”, God. — Hebreeën 3:4.

[Illustraties op blz. 16, 17]

Bloesems en zaadpeulen van de wattle

[Verantwoording]

© Australian Tourist Commission

[Illustratieverantwoording op blz. 15]

Wattle: © Copyright CSIRO Land and Water; stamp: National Philatelic Collection, Australia Post; emblem: Used with permission of the Department of the Prime Minister and Cabinet