Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Albastbewerking — De oude kunst van Volterra

Albastbewerking — De oude kunst van Volterra

Albastbewerking — De oude kunst van Volterra

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ITALIË

Stelt u zich eens een in de natuur voorkomend materiaal voor dat gemakkelijk in vloeiende, fijne vormen gemodelleerd kan worden — een geschakeerde grondstof die door zijn schoonheid, doorschijnendheid en aderpatroon geschikt is voor het snijden van zeer decoratieve details en fantasiefiguren. Weet u wat het is?

WE HEBBEN het over albast. Vóór ons bezoek aan het traditionele centrum voor de bewerking ervan in Italië — de Toscaanse stad Volterra — wisten we niet veel van dit gesteente.

Albastbewerking heeft in Volterra een lange geschiedenis, en gaat helemaal terug tot de Etrusken, de oude bewoners van het gebied. Onder de vele artefacten die we in het plaatselijke Etruskische museum bewonderden, waren honderden albasten asurnen — rechthoekige stenen kistjes waarin de as van de overledenen na de crematie werd begraven — die uit de vierde tot de eerste eeuw voor onze jaartelling stammen. Deze stenen kistjes zijn rijkelijk versierd met reliëfs, vaak taferelen van de vermeende reis van de overledene naar het hiernamaals.

Natuurlijk waren de Etrusken niet de enigen in de oudheid die albast gebruikten. De Egyptenaren gebruikten het heel veel. Er is echter een verschil in de chemische samenstelling tussen zulk oriëntaals albast — waarover ook in de bijbel wordt gesproken — en het veel zachtere gipsalbast van Volterra.

Ook marmer werd in de oude Griekse en Romeinse kunst op grote schaal gebruikt, maar vergeleken met zulke „edele” materialen werd gipsalbast als iets inferieurs beschouwd. Het is een zachtere, brozere steen, die snel krast, en de rol ervan in de architectuur en de kunst is daarom altijd ondergeschikt geweest aan die van marmer. Albasten beeldhouwwerken kunnen blootstelling aan de elementen niet doorstaan. In de bouwkunst wordt albast voornamelijk gebruikt voor interieurs. Aan de andere kant is albast, omdat het zo gemakkelijk gevormd kan worden, in het bijzonder geschikt voor het uitsnijden van kleine details.

De ontwikkeling van een bedrijfstak

Er zijn geen bewijzen voor dat er in de eeuwen na de Etruskische en de Romeinse tijd albastbewerking in Volterra plaatsvond. Maar in historische documenten zijn vermeldingen terug te vinden dat het ambacht in het midden van de zestiende eeuw werd beoefend. In die tijd kreeg Francesco de’ Medici, groothertog van Toscane, van een handwerksman uit Volterra een zeldzame en schitterende op een draaibank gemaakte vaas en gaf die als geschenk aan de hertog van Beieren. In de zeventiende eeuw waren plaatselijke handwerkslieden bezig met het produceren van kunstvoorwerpen en kleine decoratieve stukken. Het ambacht maakte in de achttiende eeuw een opmerkelijke groei door, toen er reproducties van hoge kwaliteit werden gemaakt van klassieke beeldhouwwerken. Tegen die tijd had de faam van albast uit Volterra zich over heel Europa en daarbuiten verbreid.

In deze periode gaf Marcello Inghirami Fei, een plaatselijke edelman die erom bekendstond artistiek talent en zakeninstinct te hebben, de handel in albast een impuls. Hij begon pas ontdekte ondergrondse afzettingen van het mineraal te exploiteren, en in 1791 richtte hij een school op waar meer dan honderd leerlingen het ambacht konden leren onder leiding van bekwame handwerkslieden die men uit verschillende streken van Italië en uit het buitenland had laten komen. De bedrijfstak floreerde.

De acht of negen albastwerkplaatsen die in 1786 bestonden, vermeerderden zich tot zestig in 1830. In die jaren reisden zo’n vijftig avontuurlijke kooplieden uit Volterra de hele wereld af, van Europa tot Amerika, India en het Verre Oosten, om de albasten voorwerpen van hoge kwaliteit aan de man te brengen. Sommigen van hen vergaarden een groot fortuin. De bloeiperiode duurde tot 1870, maar sindsdien zijn er afwisselend periodes van bloei en inzinking geweest. Toch blijft albastbewerking een van de pijlers van de plaatselijke economie.

Een middagwandeling in Volterra

Met zijn rustige, smalle, met stenen geplaveide straten, stenen gebouwen, schilderachtige straathoeken en zonnige piazza’s, alles omgeven door het bekoorlijke Toscaanse landschap, ademt Volterra een heel eigen sfeer. Het lijkt wel of we terug zijn gestapt in de Middeleeuwen. Tijdens onze zomerse middagwandeling met vrienden willen we beslist de Porta dell’Arco bezoeken, een indrukwekkende boogvormige poort uit de vierde eeuw voor onze jaartelling die deel uitmaakt van de middeleeuwse Etruskische stadsmuren.

We blijven wat hangen voor etalages en staren vol verbazing naar groepen vliegende vogels, steigerende paarden vol levenskracht en gracieuze menselijke figuren — allemaal in albast maar glanzend met de doorschijnendheid van matglas. In gewelfde showrooms zijn sierlijke urnen uitgestald die versierd zijn met wijnstokken vol druiven en reproducties van klassieke beeldhouwwerken alsook vazen, kandelaars, schaakspelen, juwelenkistjes en een heleboel andere sierstukken met ingewikkelde gatenpatronen en graveersels.

Onze vrienden, die onze belangstelling opmerken, nemen ons graag mee naar stoffige werkplaatsen waar we met eigen ogen kunnen zien hoe ambachtslieden het ruwe materiaal omvormen tot deze schitterende producten. Ons wordt verteld dat eivormige knollen, die 2 tot 1000 kilo kunnen wegen, verspreid voorkomen in alle krijtlagen die onder het gebied rond Volterra liggen. De stenen worden uit open steengroeven of tunnels van wel 280 meter diep gehaald. Het albast varieert in kleur van doorzichtig wit tot ivoor en geel, van roodachtig tot donkerbruin, en van grijsgroen tot zwart, vaak verschillend geaderd en met uiteenlopende graden van transparantie.

In de diverse werkplaatsen die we bezoeken, zien we verschillende productietechnieken. We ontmoeten Gloria, die bezig is verfijnde versieringen in een bord te griffen, en Franco, die druk doende is ornamenten te draaien op een draaibank. Veel ronde voorwerpen worden op deze manier gemaakt, van borden en schalen tot lampenkappen en lampen — waarvoor doorschijnend albast bijzonder geschikt is. Het gereedschap en de producten van het ambacht lijken kriskras door elkaar te liggen — raspen en vijlen, houten hamers en beitels, persluchtfrezen, schuurpapier en bustes die nog niet helemaal klaar zijn. De figuren van mensen en dieren waarmee de planken vol staan worden, zo wordt ons verteld, gebruikt als model voor de reproductie van soortgelijke stukken.

Overal ligt een dikke laag wit albastpoeder op. Zelfs dit stof kan gebruikt worden. Beeldjes worden in massa geproduceerd door een mengsel van albastpoeder en polyesterhars in een mal te gieten — maar het resultaat mag men niet verwarren met de authentieke handgemaakte artikelen, zoals veel ambachtslieden prompt naar voren brengen.

Een heftig conflict

Men zegt wel eens dat albast de mensen uit Volterra in het bloed zit, en als we met vriendelijke ambachtslieden spreken, blijkt al snel dat er een heftig conflict onder hen bestaat over hun historische ambacht. Sommigen stellen dat laaggeprijsde voorwerpen met weinig of geen artistieke waarde de goede naam ruïneren van een product dat van oudsher van zeer goede kwaliteit was. Anderen argumenteren dat er op de markt plaats is voor een scala van producten, van unieke kunstwerken tot in massa geproduceerde siervoorwerpen. Het conflict is niet nieuw en is nog lang niet voorbij. Meedogenloze concurrentie en commerciële belangen overschaduwen per slot van rekening zo veel menselijke inspanningen, en zullen waarschijnlijk invloed blijven hebben.

Maar één ding staat vast. De artistieke vermogens waarmee onze Schepper de mens heeft begiftigd zullen altijd blijven bestaan. Wat we bij ons bezoek aan Volterra hebben gezien, is slechts één voorbeeld van de betoverende vaardigheden die iedereen die leeft tot in het volmaakte zal kunnen ontwikkelen als ze de vervulling ondervinden van de profetische woorden van Jehovah God: „Het werk van hun eigen handen zullen mijn uitverkorenen geheel verbruiken.” — Jesaja 65:22.

[Illustraties op blz. 26]

1. Albaststenen worden uit tunnels van wel 280 meter diep gehaald. 2. Een handwerksman draait een vaas op een draaibank. 3. Een sierlijke albasten urn. 4. Een modern albasten beeld