Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Crazy Horse — Een berg wordt een monument

Crazy Horse — Een berg wordt een monument

Crazy Horse — Een berg wordt een monument

WAT zou een briljante, autodidactische Pools-Amerikaanse beeldhouwer ertoe bewegen de taak op zich te nemen een berg zo te veranderen dat hij gaat lijken op een gerespecteerde indiaanse krijger? Het was geen overhaaste beslissing, want de beeldhouwer, Korczak Ziolkowski, deed er zeven jaar over om tot een besluit te komen.

In 1939 ontving Korczak een brief van Henry Standing Bear, een oud indianenopperhoofd van de Lakota, die in het South Dakota’s Pine Ridge-indianenreservaat woonde. Het opperhoofd vroeg hem een gedenkteken te maken in de Black Hills van South Dakota voor een van de legendarische indiaanse opperhoofden. De Lakota-indianen bezien de Black Hills als heilig indiaans grondgebied en waren er niet blij mee toen de beeldhouwer Gutzon Borglum precies in het hartje van hun vereerde Black Hills zijn gigantische sculptuur op Mount Rushmore voltooide met de koppen van vier Amerikaanse presidenten. Opperhoofd Standing Bear schreef aan Korczak: „Mijn medeopperhoofden en ik willen graag dat de blanke man weet dat de rode man ook grote helden heeft.”

Waarom Crazy Horse?

Waarom viel de keus op Crazy Horse *? Robb DeWall legt uit: „Het waren de indianen die Crazy Horse uitkozen voor het gedenkteken. In essentie was Crazy Horse de belichaming van wat de indianen bewonderden — hij was een buitengewoon moedige krijger en een briljant tacticus, de eerste indiaan van wie bekend is dat hij zijn tegenstanders stelselmatig in de val lokte. Hij . . . ondertekende nooit een verdrag en woonde nooit in een reservaat.”

Hoe kwam Korczak aan het idee voor zijn ontwerp? Hij hoorde een verhaal over een antwoord dat Crazy Horse gaf aan een blanke koopman die hem bespotte omdat hij weigerde in het reservaat te gaan wonen terwijl de meeste Lakota zich daar wel al hadden gevestigd. De koopman vroeg: „Waar is dan nu je land?” Crazy Horse „keek naar de horizon, wees over het hoofd van zijn paard en verklaarde fier: ’Mijn land is waar mijn doden begraven liggen.’”

Waar moest het monument komen?

De eerste opgave was de berg uit te kiezen die zou worden veranderd in iets wat volgens het plan het grootste beeldhouwwerk ter wereld zou worden en zelfs de nabijgelegen Mount Rushmore zou overtreffen. In 1947 kozen Korczak en opperhoofd Standing Bear ten slotte voor een berg die hun doel zou dienen. Het was de 200 meter hoge top van een berg die 2050 meter boven zeeniveau ligt. Korczak noemde hem Thunderhead Mountain (Donderkopberg) vanwege de ongebruikelijke wolkenformaties die er soms boven verschenen. Hoe zouden ze toestemming krijgen om deze berg te veranderen in een gigantisch monument voor een indiaan?

DeWall verklaart in het boek Korczak — Storyteller in Stone: „Iedereen kon aanspraak maken op een mijnconcessie in de Black Hills en in feite het betreffende land ’bezitten’ zolang er maar elk jaar voor een bedrag van 100 dollar aan exploratiewerk werd verricht. Korczak vond het ironisch dat het de regering niets kon schelen dat de berg er uiteindelijk als een indiaan te paard uit kwam te zien, zolang hij maar elk jaar het vereiste exploratiewerk deed.”

Hoeveel van de berg moest er worden verplaatst?

Korczak, die over beperkte middelen beschikte, stond voor een gigantische taak en in het begin werkte hij in zijn eentje. De eerste springstofexplosie, die op 3 juni 1948 plaatsvond, verplaatste een kleine tien ton rots. Vanaf dat begin tot 1994 is er op die manier naar schatting 8,4 miljoen ton rots van de berg verwijderd. Honderden indianen woonden de eerste explosie bij, met inbegrip van vijf van de negen nu nog in leven zijnde overlevenden van de beroemde Slag bij Little Bighorn (25 juni 1876). *

Korczak was een vasthoudende en toegewijde man. Met gebruikmaking van plaatselijk hout dat hij had verzameld, bouwde hij een trap met 741 treden naar de top van de berg, waar hij van plan was springstoffen tot ontploffing te brengen op de plaats waar het hoofd van het paard zou worden uitgehouwen. Hij had energie nodig om de handhamerboor aan te drijven. Die kwam van een oude compressor die op benzine liep. Korczak moest een 620 meter lange en 8 centimeter dikke pijpleiding aanleggen die eerst omhoog liep, de berg op, en vervolgens over de berg naar de plek waar hij aan het boren was. Telkens wanneer de compressor er zonder waarschuwing mee ophield, moest hij de trap af, alle 741 treden, om de motor opnieuw te starten. Zijn record was negen keer op en neer op één dag! Hij kon het zich niet veroorloven iemand in dienst te hebben om op de compressor te letten. Kennelijk waren zijn uithoudingsvermogen en vastberadenheid groot.

In 1951 gebruikte hij 660 liter witte verf om de contouren van het ontwerp van het beeldhouwwerk op de berghelling te schilderen. Dat maakte het voor bezoekers makkelijker zich een voorstelling te maken van het eindresultaat.

Een tragedie en een crisis

In de jaren ’70 en het begin van de jaren ’80 concentreerde Korczak zich erop om met explosieven voldoende stukken rots te verwijderen om het paardenhoofd ruwweg vorm te geven. Hij had al twee hartinfarcten gehad (1968 en 1970). In de zomer van 1982 onderging hij een geslaagde viervoudige bypassoperatie. Toen deed zich een tragedie voor — in oktober van datzelfde jaar overleed Korczak plotseling op de leeftijd van 74 jaar. Wat zou er nu gebeuren met het reusachtige Crazy Horse​-project? Zou de dood van de beeldhouwer ook het einde van het project betekenen?

Korczak had nooit verwacht dat hij zijn werk zelf zou voltooien. Hij wist dat het meer dan een mensenleven zou vergen om het project af te maken, dus had hij voor het karwei gedetailleerde plannen gemaakt. Zijn vrouw, Ruth, en hun tien kinderen zetten zich net zo in voor de voltooiing van het monument als hij had gedaan. Ruth was bij elke fase van het project betrokken geweest terwijl ze hem hielp bij zijn berekeningen en ook bij technische aspecten van het werk.

Zijn hoogste prioriteit was de voltooiing van het hoofd van het paard. Maar zijn dood haalde een streep door de rekening. In 1987 besloten zijn vrouw en de directeuren van de non-profitstichting zich te concentreren op het gezicht van Crazy Horse. Wat was de aanleiding voor die verandering? Omdat het gezicht veel kleiner was dan het hoofd van het paard zou het sneller afgemaakt kunnen worden en waren de kosten lager. Ook zou het de mensen eerder een herkenbaarder beeld geven en misschien de steun van het publiek voor het project bevorderen.

Verbazingwekkende afmetingen

Het hoofd van Crazy Horse is 26,7 meter hoog en 18 meter breed. Er wordt wel beweerd dat „er alleen al in het hoofd van Crazy Horse ruimte zou zijn voor alle vier de hoofden op Mount Rushmore, met elk een hoogte van twintig meter, en dat er dan nog plek over zou zijn!” Volgens enkele bronnen zal Crazy Horse, met zijn uitgestrekte linkerarm en zijn paard, het grootste beeldhouwwerk ter wereld zijn — 172 meter hoog en 195 meter lang. De arm zelf wordt 69 meter lang en de wijsvinger wordt 11,4 meter lang en 3 meter dik.

Korczak wilde geen regeringsgeld voor zijn project aannemen. Bij twee gelegenheden werd hem tien miljoen dollar aan beschikbare overheidssubsidie aangeboden en weigerde hij. DeWall zegt dat Korczak „onwrikbaar vasthield aan zijn filosofie van vrij ondernemen. Gedurende zijn leven bracht hij voor Crazy Horse in z’n eentje meer dan vijf miljoen dollar bijeen, die hij er ook weer aan uitgaf.” Hij nam geen salaris aan en had ook geen persoonlijke onkostenrekening.

Tegenwoordig is er een entreeprijs voor personen die samen in één auto reizen en een lager bedrag voor individuele bezoekers en motorrijders. Op dit moment komen er jaarlijks ruim een miljoen bezoekers naar Crazy Horse. Er is al veel apparatuur en geld geschonken om het project draaiende te houden.

Het Indian Museum

Op het terrein van Crazy Horse staat het indrukwekkende Indian Museum of North America dat opgetrokken is uit plaatselijk hout. Daarin bevinden zich duizenden indiaanse kunstvoorwerpen afkomstig uit veel van de stammen van Noord-Amerika — en dat zijn er ruim 500. Er is ook een uitgebreide bibliotheek met naslagwerken over ’Native Americans’ (inheemse Amerikanen) die door wetenschappers en studenten geraadpleegd kunnen worden.

Ter plaatse zijn ook indianen zoals Priscilla Engen en Freda Goodsell (Oglala-Lakota) aanwezig om vragen te beantwoorden en uitleg te geven over een aantal tentoongestelde kunstvoorwerpen en kunstnijverheidsproducten. Donovin Sprague, universiteitsdocent en lid van de Miniconjou, een Lakotastam, kan tijdens een bezoek ook worden geraadpleegd. Hij is een achterachterkleinzoon van opperhoofd Hump, die in 1876 heeft meegevochten in de Slag bij Little Bighorn.

Hoe ziet de toekomst van het Crazy Horse​-monument eruit?

Er zijn plannen voor een nieuw onderkomen voor het museum. Korczaks oorspronkelijke idee was om het museum dichter bij de voet van het monument te hebben, in de stijl van een Navaho-hogan. Het zal een gebouw worden met meerdere verdiepingen, met een doorsnede van 110 meter. Ook zijn er plannen voor een universiteit en een medisch opleidingscentrum voor de Noord-Amerikaanse indianen. Maar voordat deze ambitieuze dromen gerealiseerd kunnen worden, moet het Crazy Horse​-monument zelf voltooid worden. Hoe lang gaat dat duren? Ruth, Korczaks vrouw, zegt: „We kunnen geen datums prikken omdat er te veel variabele factoren bij komen kijken — het weer, hoe streng de winters zullen zijn, financiën en andere factoren. Het element dat werkelijk belangrijk is, is dat we gestaag vooruitgang boeken in de richting van ons uiteindelijke doel.”

[Voetnoten]

^ ¶5 Als jonge man stond Crazy Horse (ca. 1840–1877) bekend als „His Horse Stands in Sight”. „Hij kreeg waarschijnlijk voor zijn twintigste verjaardag de naam Crazy Horse [Tasunke Witko in het Lakota], waarmee hij de derde en laatste in de familie werd die de naam droeg.” Zijn vader en grootvader vóór hem droegen die naam ook. — Encyclopedia of North American Indians.

^ ¶11 Bij die historische slag werden luitenant-kolonel George Armstrong Custer en zijn onderdeel van 215 cavaleristen door een gemengd leger van zo’n 2000 Teton-Sioux (Lakota) en Cheyenne verslagen en werden de cavalerieversterkingen onder aanvoering van majoor Marcus Reno en kapitein Frederick Benteen verjaagd. Crazy Horse was een van de indiaanse leiders in die strijd.

[Illustratie op blz. 14, 15]

Schaalmodel van Crazy Horse met het geschilderde hoofd van het paard op de berghelling

[Verantwoording]

Pages 2 and 15: Korczak, Sculptor © Crazy Horse Memorial Fnd.

[Illustratie op blz. 15]

Korczak en opperhoofd Henry Standing Bear op 3 juni 1948 met achter hen het marmeren schaalmodel en de berg vóór de eerste explosie

[Verantwoording]

Photo: Crazy Horse Memorial archives

[Illustratie op blz. 16]

Het gezin Ziolkowski. Vierde van rechts is Ruth, de weduwe van Korczak

[Verantwoording]

Crazy Horse photo

[Illustratie op blz. 17]

Interieur van het Indian Museum

[Illustratie op blz. 16, 17]

Jaarlijkse mars naar het gezicht van Crazy Horse

[Verantwoording]

Photo by Robb DeWall, courtesy Crazy Horse Memorial Foundation (nonprofit)

[Illustratieverantwoording op blz. 16]

Photos by Robb DeWall, courtesy Crazy Horse Memorial Foundation (nonprofit)