Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Abrolhos — Je kijkt je ogen uit

Abrolhos — Je kijkt je ogen uit

Abrolhos — Je kijkt je ogen uit

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN BRAZILIË

IN DE zestiende eeuw waarschuwden zeelieden bij de koraalriffen voor de kust van de Braziliaanse staat Bahia hun collega’s: „Abra os olhos!” (Houd je ogen open!) De overlevering wil dat deze vaak herhaalde waarschuwing de naam werd van een groep van vijf kleine eilandjes in dat gebied — de Abrolhos-archipel.

Abrolhos ligt in de zuidelijke Atlantische Oceaan, slechts tachtig kilometer van de kustplaatsen Caravelas en Alcobaça. Het is echter door koraalriffen omgeven en geïsoleerd. Niet in kaart gebrachte riffen en hevige Atlantische stormen zouden de meeste zeelieden de lust ontnomen hebben om zich in deze wateren te wagen, ware het niet dat er een grote economische aantrekkingskracht was — de bultrugwalvis.

Bultruggen — Vroeger bejaagd, nu bekeken

De walvissen van Abrolhos werden in de negentiende eeuw een belangrijke bron van inkomsten voor de vissersplaatsen aan de kust. Na een speciale mis te hebben bijgewoond waarbij een plaatselijke pastoor hun boten zegende, roeiden of zeilden de jagers in kleine open vaartuigen naar de archipel. Hoe slaagden ze erin zo’n enorm dier te doden? Ze maakten gebruik van het moederinstinct van de walvis. De walvisjagers harpoeneerden eerst een walviskalf en gebruikten dat dan als lokmiddel om de moeder binnen bereik te brengen. De walvissen die ze doodden werden naar het vasteland gesleept, zodat hun waardevolle walvistraan in een van de zes walvisverwerkingsbedrijven van Caravelas gewonnen kon worden.

Na het instorten van de plaatselijke walvistraanmarkt in het midden van de negentiende eeuw ging het met de walvisindustrie echter bergafwaarts. Tegen de twintigste eeuw had de bultrug, na tientallen jaren bejaagd te zijn, Abrolhos als plek om de jongen ter wereld te brengen vrijwel verlaten. Daardoor kwam de walvisvaart rond de eilanden ten slotte tot stilstand. De laatste keer dat daar een walvis werd geharpoeneerd was in 1929.

Een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van Abrolhos begon in 1983, toen de vijf eilanden van de archipel en het Abrolhos-rif — een gebied van in totaal 910 vierkante kilometer — tot marien natuurreservaat werden verklaard. Men had vijftig jaar weinig van de walvissen vernomen, maar in 1987 meldden onderzoekers dat ze in de wateren van het reservaat walvissen hadden gesignaleerd, en ze besloten verder onderzoek te doen. Tot hun verbazing ontdekten ze dat de bultruggen het gebied rond de eilanden weer hadden uitgekozen om hun jongen ter wereld te brengen.

Het nieuws van de terugkeer van de walvissen, en ook het feit dat Abrolhos steeds meer de reputatie van paradijselijke schoonheid kreeg, begon kleine aantallen bezoekers te trekken. Op een stralende zomerochtend ging een gezin in Caravelas aan boord van een kleine vissersboot en zette koers naar Abrolhos — een tocht van zes uur. Een van hen beschrijft zijn bezoek aan de eilanden als volgt:

Een muur van grote hoeden

„Terwijl Manoel, onze schipper, de boot door het Rif van de Muren manoeuvreerde, begreep ik waarom die Portugese zeelieden vroeger deze wateren vreesden. Veelkleurige koraalzuilen — van wel twintig meter hoog en net onder de waterspiegel wel vijftig meter breed — rijzen vanaf de zeebodem op. Wegens hun omgekeerde kegelvorm hebben ze van de plaatselijke bevolking de bijnaam ’grote hoeden’ gekregen. Onder water hebben veel van deze zuilen zich samengevoegd tot enorme bogen en gangen en zelfs tot twintig kilometer lange muren die als platformriffen boven het wateroppervlak uitsteken. Dit zijn de muren van het Rif van de Muren.

Nadat we het rif achter ons hadden gelaten, verscheen Abrolhos aan de horizon. Van een afstand lijken de vijf eilanden op kolossale wiggen die in de oceaan drijven. Geologen hebben geopperd dat deze reusachtige platen in het verre verleden door de druk van opborrelende lava van de oceaanbodem zijn omhooggestuwd. Daardoor hebben de eilanden allemaal eenzelfde vorm — aan de zuidoostelijke kant een steile klif die uit het water oprijst en aan de zuidwestelijke kant een zachte helling die in een smal strand eindigt.

Nu konden we op het grootste eiland, Santa Bárbara, de vuurtoren en een grillig silhouet van huizen met twee verdiepingen onderscheiden. De werknemers van het Braziliaanse Instituut voor Milieu en Duurzame Natuurlijke Grondstoffen (IBAMA) en van de Braziliaanse marine die op het eiland wonen, zijn afhankelijk van een bevoorradingsschip dat elke twee weken arriveert. Het is goed voor te stellen dat de komst van de boot ook met verlangen tegemoet wordt gezien door de plaatselijke geitenpopulatie — het noodrantsoen van de eilanders. Pensions, hotels, bars of restaurants zijn niet toegestaan. Toeristen die willen overnachten, moeten zich tevredenstellen met een slaapplaats op een van de boten die rond de eilanden voor anker liggen.

Terwijl Manoel voorzichtig het anker liet zakken, het koraalrif goed in het oog houdend, kwamen er twee opzichters van IBAMA aan boord om enkele regels van het reservaat uiteen te zetten. Toeristen bezoeken alleen de twee eilanden Siriba en Redonda, volgen aangegeven paden en worden altijd vergezeld door een opzichter. Ze mogen niet vissen en geen souvenirs meenemen — nog geen steentje van het strand. Ook het kijken naar de walvissen is aan strikte regels gebonden. Niet meer dan drie boten tegelijk mogen de walvissen benaderen, en ze mogen niet dichterbij komen dan 100 meter. Als een walvis naar een boot toe zwemt, moet de motor afgezet worden en mag die alleen weer aangezet worden als de walvis boven water komt. De boten moeten het gebied verlaten als een walvis tekenen van stress vertoont.”

Fascinerende vogelwereld

„Vogels doen het hier goed. De keerkringvogel, de maskerrotspelikaan, de bruine rotspelikaan, de Amerikaanse fregatvogel en de bonte stern — allemaal hebben ze broedkolonies op Abrolhos.

Terwijl we op de eerste dag van ons bezoek over de rotsige kust van Siriba klauterden, wees Jordan, een onderzoeker van IBAMA, ons op nesten van rotspelikanen en roodsnavelkeerkringvogels. De rotspelikaan nestelt graag op vlak terrein, maar de roodsnavelkeerkringvogel geeft de voorkeur aan rotsspleten, die bescherming bieden tegen krachtige windvlagen waardoor het nest makkelijk ondersteboven zou kunnen waaien.

De ster van de vogelwereld is ongetwijfeld de fregatvogel, die ongeveer zo groot is als een kip. In de paartijd wordt de opvallende keelzak van het mannetje vuurrood en zwelt op tot de grootte van een voetbal. Paradoxaal genoeg is de fregatvogel afhankelijk van de zee maar is hij bang voor water. Zijn verenkleed is slecht ingevet, dus kan hij niet naar vis duiken zonder doorweekt te raken.

Wat de fregatvogel aan waterdichte veren mist, compenseert hij met zijn vliegcapaciteiten. Met zijn indrukwekkende vleugelspanwijdte van twee meter vangt hij warme luchtstromen op en blijft bijna bewegingloos in de lucht hangen terwijl hij zijn vissersmaatje tegen wil en dank, de rotspelikaan, scherp in het oog houdt. Zodra de rotspelikaan een vis vangt, schiet de fregatvogel naar beneden en doet een aanval met zijn lange haaksnavel, waarbij hij de vis soms direct uit de bek van de rotspelikaan grist. Als de geschrokken rotspelikaan zijn vangst laat vallen, duikt de fregatvogel omlaag en vangt de buit handig op voordat die het water raakt. En als de rotspelikaan de vis al heeft ingeslikt? Men heeft zelfs wel gezien dat de agressieve fregatvogel de rotspelikaan achtervolgde en hem dwong zijn maaltje uit te braken!”

Onder het wateroppervlak

„De tweede dag van ons bezoek besteedden we aan onderwaterverkenning. De watertemperatuur in de archipel komt nooit onder de 24 graden Celsius, en je kunt wel 15 meter diep kijken. Er is geen dure duikuitrusting nodig om het kalme, ondiepe water rond de eilanden te verkennen. Alles wat je nodig hebt, is een snorkel, een duikbril en zwemvliezen. Wanneer de zon in deze onderwaterwereld doordringt, weerkaatst ze op de scholen vis, op de groene, lila en gele koralen, en op de rode sponzen en wieren. We baden in veelkleurig licht. Hoewel het aantal koraalsoorten klein is vergeleken bij andere tropische riffen, komen sommige alleen hier voor.

Het opvallend blauwe water rond de eilanden wemelt van de meer dan 160 soorten vis. Er zijn dieren in allerlei vormen en afmetingen: de onechte karetschildpad, die een incidentele bezoeker is, de Franse engelvis, de witkeeldoktersvis, de geep, de papegaaivis, de grote zeebaars en de murene. De vissen zijn zo tam dat ze letterlijk uit je hand eten, en als het voedsel op is, knabbelen ze zachtjes aan je vingers op zoek naar meer.”

Een comeback

„In de namiddag van onze derde dag in de archipel gingen we met gemengde gevoelens naar Caravelas terug. Ik was verrukt over Abrolhos, maar teleurgesteld omdat we nog niet één walvis hadden gezien. Toen we echter ongeveer een half uur onderweg waren, riep Manoel plotseling: ’Walvis ahoi! Walvis ahoi!’ Op een afstand van zo’n 200 meter waren er drie bultrugwalvissen verschenen — twee volwassen dieren en een kalf. We konden duidelijk de witte onderkant van hun enorme vinnen zien. Eén kwam dichterbij, misschien uit nieuwsgierigheid, en bleef een paar minuten naast ons zwemmen. Ik kon mijn ogen niet geloven toen de walvis uit het water sprong. Hij richtte zijn reusachtige lichaam half uit het water op en liet zich toen met een klap op zijn rug vallen. Hij veroorzaakte een enorme geul in de oceaan! Terwijl de eilanden achter ons in de verte verdwenen, zagen we nog steeds de staartvinnen van de walvissen en af en toe een straal nevel die van het wateroppervlak omhoogspoot. We waren blij te zien dat de bultrug zijn comeback maakt.”

Onzekere toekomst

De dreiging van walvisjagers is dan misschien verdwenen, maar andere dreigingen bestaan nog steeds. Het zou niet reëel zijn te denken dat deze eilanden gevrijwaard kunnen worden voor milieuproblemen. Een oceanograaf zei het zo: ’Het is niet genoeg een archipel te beschermen en de toegang ertoe te beperken, als alles eromheen vernield wordt.’

Veel wetenschappers geloven dat een stijging van de temperatuur op aarde verantwoordelijk is voor het verbleken van het Rif van de Muren — een teken dat de minuscule algen die zich erin bevinden, verdwijnen. Het lijkt onvermijdelijk dat ontbossing en bodemerosie op het vasteland, waardoor de hoeveelheid slib die de rivieren in zee deponeren toeneemt, uiteindelijk de koralen van de eilanden zullen aantasten. En omdat het aantal bezoekers jaarlijks toeneemt, zullen natuurbeschermers uiteraard waakzaam moeten blijven om te voorkomen dat Abrolhos het slachtoffer wordt van zijn eigen ongerepte schoonheid.

Maar tot nu toe heeft geen van deze wolken aan de horizon van Abrolhos een schaduw geworpen op zijn maagdelijke schoonheid — zijn ontzagwekkende acrobatische walvissen, zijn fascinerende vogelwereld en zijn unieke koralen. Bijna 500 jaar na zijn ontdekking vormt Abrolhos nog steeds een plek waar het de moeite waard is je ogen open te houden. Een bezoek eraan is een waar genoegen en een onvergetelijke ervaring.

[Kaart op blz. 15]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

BRAZILIË

ABROLHOS

[Kaart op blz. 15]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

ABROLHOS-ARCHIPEL

Siriba

Redonda

Santa Bárbara

Guarita

Sueste

[Illustratie op blz. 15]

De vuurtoren van Abrolhos, gebouwd in 1861

[Illustratie op blz. 16]

Fregatvogel

[Illustratie op blz. 16]

Hersenkoraal

[Verantwoording]

Enrico Marcovaldi/Abrolhos Turismo

[Illustratie op blz. 16]

Franse engelvis

[Illustratie op blz. 16, 17]

Maskerrotspelikaan

[Illustratie op blz. 16, 17]

Redonda

[Verantwoording]

Foto da ilha: Maristela Colucci

[Illustratie op blz. 17]

Murene

[Illustratie op blz. 17]

Doktersvis

[Illustratie op blz. 17]

Roodsnavelkeerkringvogel

[Illustratie op blz. 18]

Een bultrug met kalf