Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Auto’s, vroeger en nu

Auto’s, vroeger en nu

Auto’s, vroeger en nu

SINDS onheuglijke tijden heeft de mens belangstelling voor transport. In het begin was hij afhankelijk van dieren om te reizen. Maar er was behoefte aan efficiëntere manieren om zich te verplaatsen. Een sleutelfactor was het wiel, dat leidde tot door paarden getrokken wagens en koetsen. Vernieuwingen in de negentiende eeuw hebben het transport echter veranderd op manieren die voorheen ondenkbaar waren.

Verbeterde motoren

In de tweede helft van de negentiende eeuw ontwikkelde een Duitser genaamd Nikolaus August Otto een viertakt-gasmotor, die het uiteindelijk won van zowel de stoommachine als de elektromotor. Carl Benz en Gottlieb Daimler uit Duitsland waren belangrijke pioniers in de Europese autoproductie. In 1885 reed Benz in een driewieler, aangedreven door een eencilinder-tweetaktmotor die 250 toeren per minuut haalde. Daimler had sinds 1872 stationaire gasmotoren gebouwd. Ruim tien jaar later ontwikkelde hij samen met Wilhelm Maybach een snellopende verbrandingsmotor met een carburateur die het mogelijk maakte benzine als brandstof te gebruiken.

Al gauw bouwden Daimler en Maybach een motor die 900 toeren per minuut haalde. Later bouwden ze een tweede motor, die ze op een fiets monteerden en op 10 november 1885 voor het eerst lieten lopen. In 1926 fuseerden de firma’s Daimler en Benz en verkochten ze hun producten onder de naam Mercedes-Benz *. Interessant is dat de twee mannen elkaar nooit hebben ontmoet.

In 1890 vervaardigden twee Fransen — Emile Levassor en René Panhard — in hun werkplaats een vierwielig voertuig met een motor die in het midden van het chassis gemonteerd was. Het jaar daarop plaatsten ze de motor aan de voorkant, waar hij beter beschermd zou zijn tegen het stof en de modder van de onverharde wegen.

Auto’s worden betaalbaarder

De eerste auto’s waren behoorlijk duur en dus buiten het bereik van de meeste mensen. Maar dit veranderde in 1908, toen Henry Ford begon met de lopendebandproductie van het T-model, dat later als tin lizzie (blikken liesje) bekend kwam te staan. Deze auto bracht een revolutie in de auto-industrie teweeg. Hij was goedkoop, veelzijdig bruikbaar en gemakkelijk te onderhouden. Ook mensen met een bescheiden inkomen konden zich er een veroorloven. * Volgens het boek Great Cars of the 20th Century heeft het T-model „Amerika — en uiteindelijk de wereld — op wielen gezet”.

Nu, bijna een eeuw later, vinden velen de auto meer een noodzaak dan een luxe. Uit een onderzoek, gepubliceerd in de Londense krant The Independent, blijkt dat mensen hem soms zelfs gebruiken voor ritjes van minder dan een kilometer.

De technologische vooruitgang heeft niet alleen een hogere snelheid maar ook een grotere veiligheid mogelijk gemaakt. De afgelopen jaren is er in verscheidene landen zelfs een daling in het aantal dodelijke ongelukken te zien geweest. Voor sommigen is veiligheid een belangrijker verkoopargument geworden dan het uiterlijk. Zo maken verbeterde kreukelzones het bijvoorbeeld mogelijk dat bij een botsing het grootste deel van de schok door bepaalde gedeelten van de carrosserie wordt opgevangen, terwijl de steviger constructie direct rond de bestuurder en de passagiers een veiligheidskooi vormt. Het antiblokkeersysteem zorgt voor een betere controle over de wagen op een glad wegdek. De driepuntsgordel beschermt zowel de borst als de heupen, en de airbag * voorkomt dat bij een botsing het hoofd tegen het stuur of dashboard slaat.

Natuurlijk is er geen vervanging voor goede rijgewoonten. „Het heeft geen zin om auto’s veiliger te maken als onze manier van rijden niet goed is; zelfs de meest geavanceerde technologie op het gebied van veiligheid zal ons niet kunnen beschermen als we bepaalde natuurwetten overtreden”, beklemtoont de in Mexico-Stad verschijnende krant El Economista.

Sommige auto’s van tegenwoordig lijken wel huizen op wielen. Een aantal zijn uitgerust met een cd-speler, een televisie, een telefoon en voor en achter een aparte geluid- en temperatuurbediening. Er zijn ook auto’s met een global positioning system, dat met behulp van satellieten bestuurders in staat stelt de gunstigste route naar hun plaats van bestemming te vinden. Sommige systemen bieden actuele informatie over problemen op de weg. Natuurlijk is het hebben van de nieuwste snufjes of het laatste model voor veel mensen een statussymbool geworden — een trend die fabrikanten en adverteerders niet genegeerd hebben.

Zoals we hebben gezien, is er aan de auto veel verbeterd sinds hij meer dan een eeuw geleden zijn intrede deed. Mits op een verantwoorde en veilige manier gebruikt, kan hij een bijzonder nuttig hulpmiddel voor een zaken- of plezierreis zijn.

[Voetnoten]

^ ¶5 Emil Jellinek, een belangrijke investeerder van Daimler, stelde voor om het model naar zijn dochter Mercedes te vernoemen. Hij vreesde dat de Duits klinkende naam Daimler niet goed zou verkopen in Frankrijk.

^ ¶8 Oorspronkelijk kostte het T-model $850, maar tegen 1924 kon men al een gloednieuwe Ford kopen voor slechts $260. De productie van het T-model werd negentien jaar voortgezet en gedurende die periode werden er meer dan vijftien miljoen gemaakt.

^ ¶10 Airbags kunnen gevaarlijk zijn wanneer ze als enige veiligheidsvoorziening worden gebruikt, vooral voor kinderen en kleine volwassenen.

[Tabel/Illustraties op blz. 22-25]

Aangegeven jaartallen zijn productietijden

1885 Benz Patent Motorwagen

Eerste functionele auto ter wereld

1907–1925 Rolls-Royce Silver Ghost

Snel, krachtig, stil, comfortabel en betrouwbaar

1908–1927 Ford T-model

Bevorderde de massaproductie; meer dan 15 miljoen auto’s verkocht

Achtergrond: assemblagelijn van Ford

1930–1937 Cadillac V16 7.4-L

Eerste en meest succesvolle productie van een 16-cilindermotor

1939–nu Volkswagen Kever

Meer dan 20 miljoen geproduceerd. De nieuwe Beetle (links onder) kwam in 1998 op de markt

1941–nu Jeep

Misschien wel de meest herkenbare auto

1948–1965 Porsche 356

Gebaseerd op de Volkswagen Kever; begin van het succes van de Porsche

1952–1957 Mercedes-Benz 300 SL

Bijnaam Gullwing (Vleugeldeur). De eerste auto met een buizenframe en een injectiemotor

1955–1968 Citroën DS 19

Met hydraulische stuur- en rembekrachtiging, vierversnellingsbak en hydro-actief veersysteem

1959–nu Mini

Deze vernieuwende en populaire auto was ook erg succesvol in races en rally’s

1962–1964 Ferrari 250 GTO

Met zijn 300 pk V-12-motor erg geschikt als racewagen

1970–1973 Datsun 240Z

Een betrouwbare en betaalbare sportwagen

1970–nu Range Rover

Beschouwd als de beste terreinauto met vierwielaandrijving

1984–nu Chrysler Minivan

Droeg bij tot het begin van de minivan-rage

Thrust SSC

Vestigde op 15 oktober 1997 in de Black Rock Desert in Nevada (VS) het officiële snelheidsrecord van 1228 kilometer per uur

[Verantwoording]

Benz-Motorcar: DaimlerChrysler Classic; background: Brown Brothers; Model T: Courtesy of VIP Classics; Rolls-Royce: Photo courtesy of Rolls-Royce & Bentley Motor Cars

Jeep: Courtesy of DaimlerChrysler Corporation; black Beetle: Courtesy Vintage Motors of Sarasota; yellow Beetle: VW Volkswagen AG

Citroën: © CITROËN COMMUNICATION; Mercedes Benz: PRNewsFoto

Chrysler Minivan: Courtesy of DaimlerChrysler Corporation; Datsun: Nissan North America; Thrust SSC: AP Photo/Dusan Vranic