Een ontmoeting met marmotten
Een ontmoeting met marmotten
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ITALIË
ZOU u nader willen kennismaken met een schuw, boeiend en grappig beestje? Hier volgt het verhaal van de ontmoeting die mijn vrouw en ik hadden met een paar harige diertjes — marmotten.
We zijn in de Dolomieten, een bergketen in het noorden van Italië, met uitzicht op twee majestueuze bergtoppen — de Latemar en de Catinaccio. Het steile pad dat we hebben gekozen, leidt naar de hellingen van de Catinaccio. Op de open plekken groeit een verscheidenheid van bloemen. We blijven staan om de sierlijke Turkse lelie te bewonderen. Ook de zwarte vanilleorchis, een klein, samengesteldbloemig plantje met een onmiskenbare vanillegeur, trekt onze aandacht. Halverwege de ochtend heeft de zon de bast verwarmd van de verspreid staande naaldbomen — alpendennen, fijnsparren en lariksen — en daardoor is de lucht met een sterke balsemachtige geur vervuld.
Later komen we bij een boomloze vallei. Rechts zien we een steile, grasrijke helling. Het gebied aan onze linkerhand is bedekt met grote zwerfkeien. Plotseling zien we iets bewegen. Onwillekeurig draai ik me om, maar alles is rustig. Als ik wat beter kijk, zie ik op een rotspunt een marmot. Misschien woont er in de spleten tussen de zwerfkeien wel een kolonie.
De marmot is het grootste lid van de familie eekhoornachtigen. Een van de bekendste soorten van dit plompe knaagdier is de woodchuck, of bosmarmot, in Noord-Amerika. De marmotten die in ons deel van de wereld worden aangetroffen, zijn alpenmarmotten. Het zijn vrij sociale dieren die in kolonies leven.
We gaan van het pad af en proberen de marmot van dichtbij te bekijken maar hij is verdwenen. We wachten, in de hoop dat het schuwe dier weer te voorschijn zal komen. Een tijdje later staat mijn vrouw enthousiast te gebaren. Er zit er eentje vanachter een kei naar ons te gluren! De kleur van de grijsbruine vacht vloeit bijna over
in die van de steen, waardoor het dier haast onzichtbaar wordt. Als ik wat beter kijk, zie ik dat er ook een jongere marmot naar ons gluurt. Iets verderop zien we er nog een — misschien is hij wel de vader. Hoewel we het niet zeker weten, denken we dat het hier om een marmottengezin gaat.De „vadermarmot” is ongeveer 45 centimeter lang en zit rechtop, op zijn achterpoten, alsof hij de wacht houdt. Ondertussen scharrelen de twee andere marmotten tussen de rododendronstruiken. Wanneer marmotten op zoek zijn naar voedsel graven ze met hun voorpoten, die toegerust zijn met sterke klauwen, in de aarde. Als ze een wortel van hun gading tegenkomen, gaan ze rechtop zitten om erop te knabbelen, terwijl ze hem met hun voorpoten vasthouden. Marmotten eten ’s morgens vroeg en ’s avonds, en tussendoor doen ze een middagdutje. Naast planten eten ze sprinkhanen, kevers, wormen en vogeleieren, maar ze slaan geen voedsel op in hun hol.
Het is een grappig familietafereel, maar als ik dichterbij probeer te komen om de marmotten te fotograferen, blijven ze alle drie doodstil zitten. Wanneer ik weer beweeg, wordt de stilte in de vallei verbroken door twee schrille fluitsignalen van de „vadermarmot”. Pijlsnel schieten „moeder” en „zoon” twee smalle openingen in en verdwijnen onder de zwerfkeien. „Vader” staart me een ogenblik aan. Na nog twee fluittonen te hebben voortgebracht, voegt hij zich in allerijl bij de rest van het gezin.
Lager in de vallei zie ik een grote steen die me een ideaal observatiepunt lijkt. Ik ga er op liggen en wacht af. Niet lang daarna verschijnen er twee marmotten in het open veld. Eén klautert op een grote kei en gaat er languit op liggen. De andere marmot klimt vanaf de andere kant op dezelfde steen. Wanneer ze elkaar treffen, lijkt het alsof de twee marmotten elkaar een zoen geven.
Ik blijf de marmotten gadeslaan omdat ik het boeiend vind dat ze van die snelle beweginkjes maken maar ook af en toe een hele tijd stil blijven zitten. De geringste beweging van mij maakt dat ze verstijven en waakzaam hun kop opheffen. Dan doen ze een middagdutje en ogenschijnlijk maakt mijn aanwezigheid ze niets meer uit.
Ik merk op dat het grastapijt vóór me vol gaten zit, makkelijk te zien aan de lichtgekleurde hopen aarde. Dit zijn noodholen waar de marmotten tijdens hun korte voedselzoektochten hun toevlucht zoeken wanneer ze gevaar bespeuren. De ondergrondse holen hebben een centraal vertrek waarop diverse zijtunnels uitkomen. De tunnels kunnen elk één tot zes meter lang zijn en de marmotten vinden in dit
labyrint hun weg met behulp van de zwarte snorharen op hun snuit.Tijdens de ontberingen van de winter trekken groepen van tien tot vijftien marmotten zich terug in een slaapvertrek. In zo’n slaapvertrek, dat eerst met hooi wordt bekleed, verzamelen zich jonge en oude marmotten uit verschillende zomerkwartieren, en naast elkaar beginnen ze — opgerold — aan een lange slaap. Hun lichaamstemperatuur daalt tot onder de 8 °C, hun hart slaat nog maar drie tot vijf keer per minuut en ze ademen slechts één of twee keer per minuut — voor marmotten is dit de limiet om te overleven. Ongeveer eens per maand worden ze wakker om zich van afvalstoffen te ontdoen in een speciaal gegraven ’toilet’ dat zich in een ander deel van het hol bevindt en dat met een prop luchtdicht is afgesloten. De verschillende vertrekken van het winterkwartier zijn elk ook afgesloten, maar die afsluiting is niet luchtdicht. Op die manier is er een minimale luchtcirculatie in het hol.
Wetenschappers proberen al lang te begrijpen hoe marmotten winterse omstandigheden overleven. Onlangs is vastgesteld dat de winterslaap wordt geregeld door bepaalde endocriene klieren, en met name de schildklier. In feite beginnen dieren die met hormonale extracten worden geïnjecteerd, niet aan een winterslaap. Maar het is interessant dat dieren die gedurende de zomer aan intense kou worden blootgesteld, daarop reageren met een verhoogde schildklieractiviteit en stofwisselingssnelheid om een normale lichaamstemperatuur te behouden. Kennelijk weten ze instinctief dat de tijd voor de winterslaap nog niet is aangebroken.
De marmotten zijn zo leuk dat we de tijd vergeten. Het is al laat in de middag en we moeten ze verlaten en teruggaan naar het dal. Tegen de schemering komen we daar aan. We hebben vandaag veel wonderen van de natuur gezien, maar hét hoogtepunt was misschien wel onze ontmoeting met marmotten.
[Illustratie op blz. 16]
Marmotten begroeten elkaar
[Illustraties op blz. 17]
Alpiene bloemen
Baardig klokje
Turkse lelie
Edelweiss
[Illustratieverantwoording op blz. 15]
Marmots: Gerken/Naturfoto-Online.de
[Illustratieverantwoording op blz. 16]
Marmots: Gerken/Naturfoto-Online.de