’Wij gehoorzamen God meer dan mensen’

Op zeventienjarige leeftijd was Adam een van de drie winnaars van een door het U.S. Holocaust Memorial Museum uitgeschreven prijsvraag. De inzenders — bijna 500 in totaal — lieten door middel van kunst of een geschreven tekst de moed uitkomen die onder de nazi-onderdrukking werd getoond. Adam is een Getuige van Jehovah, en hij besloot een collage te maken die zou uitbeelden welke tegenspoed leden van zijn religie onder het naziregime te verduren kregen. De collage, zo zegt Adam, weerspiegelde geen nederlaag of bitterheid, maar vreugde doordat Jehovah’s Getuigen zegevierden over de meedogenloze aanval van die wrede onderdrukker. Er is een afbeelding van een kind. Waarom? „Om te laten zien dat zelfs kinderen onder de nazivervolging standvastig bleven”, zegt Adam.

Het is bekend dat Jehovah’s Getuigen gedurende het nazitijdperk weigerden de Hitlergroet te brengen of zijn politieke partij te steunen. Hun standpunt wordt verduidelijkt in de rechterbovenhoek van Adams collage. Daar wordt een brief geciteerd die op 7 oktober 1934 door alle gemeenten van Jehovah’s Getuigen aan de Duitse regering werd gezonden. In de brief stond onder andere: „Uw wet is lijnrecht in tegenspraak met Gods wet. Wij volgen de leiding van de getrouwe apostelen en ’moeten God meer gehoorzamen dan mensen’, en dat zullen wij ook doen (Handelingen 5:29). . . . Aangezien uw regering en uw regeringsvertegenwoordigers blijven trachten ons tot ongehoorzaamheid aan de hoogste wet van het universum te dwingen, moeten wij u er nu van in kennis stellen dat wij, door zijn genade, Jehovah God zullen gehoorzamen en volledig op Hem vertrouwen dat hij ons van alle verdrukking en verdrukkers zal bevrijden.”

Adam is trots op zijn geestelijke erfgoed. „Jehovah’s Getuigen waren vastbesloten hun medemens geen kwaad te doen en niemand anders dan God te vereren, ook al betekende dit de dood”, zegt hij. Het onwrikbare standpunt van Jehovah’s Getuigen komt naar voren in de titel van Adams collage: „Wij zijn vastbesloten God meer te gehoorzamen dan mensen!”