Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Syrië — Sporen uit een interessant verleden

Syrië — Sporen uit een interessant verleden

Syrië — Sporen uit een interessant verleden

HET lag aan een van de kruispunten van de wereld in de oudheid — de plaats waar ooit karavaanroutes samenkwamen die van de Middellandse Zee naar China en van Egypte naar Anatolië liepen. Ooit trokken hier de legers van Akkad, Babylon, Egypte, Perzië, Griekenland en Rome doorheen, eeuwen later gevolgd door Turken en kruisvaarders. In de moderne tijd streden de legers van Frankrijk en Groot-Brittannië om het gezag over dit land.

Een deel van die regio draagt tegenwoordig nog steeds de naam waaronder het duizenden jaren geleden bekendstond — Syrië. Hoewel er in de streek veel is veranderd, zijn er nog steeds sporen uit het verleden te vinden. Omdat Syrië een land is dat een rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de bijbel, is het vooral interessant voor mensen die de bijbel bestuderen.

Damaskus — Een oude stad

Neem bijvoorbeeld Damaskus, de hoofdstad van Syrië. Naar verluidt is het een van de oudste steden ter wereld die vanaf het moment dat ze werden gesticht voortdurend bewoond zijn geweest. De aan de voet van de Anti-Libanon gelegen stad, waar de rivier de Barada doorheen stroomt, was eeuwenlang een welkome oase aan de rand van de grote Syrische Woestijn. Het is waarschijnlijk dat de patriarch Abraham, die in zuidelijke richting naar Kanaän reisde, langs deze stad is gekomen. En hij nam Eliëzer, „een man van Damaskus”, als knecht op in zijn huisgezin. — Genesis 15:2.

Bijna duizend jaar later vochten de Syrische koningen van Zoba tegen Saul, de eerste koning van Israël (1 Samuël 14:47). Ook David, de tweede koning van Israël, was verwikkeld in een strijd met koningen van Aram (de Hebreeuwse naam voor Syrië). Hij versloeg hen en „plaatste . . . garnizoenen in Syrië van Damaskus” (2 Samuël 8:3-8). Zo ontstond er een langdurige vijandschap tussen Israël en Syrië. — 1 Koningen 11:23-25.

In de eerste eeuw G.T. was deze vijandschap klaarblijkelijk wat afgenomen. In die tijd waren er zelfs een paar joodse synagogen in Damaskus. U herinnert u misschien nog dat Saulus (later Paulus) van Tarsus op weg was van Jeruzalem naar Damaskus toen hij tot het christendom werd bekeerd. — Handelingen 9:1-8.

In het moderne Damaskus zijn geen sporen te vinden van Abrahams doortocht of Davids overwinning. Maar er zijn wel overblijfselen van de oude Romeinse stad en een hoofdweg door het oude centrum die hetzelfde traject volgt als de oude Romeinse Via Recta (Rechte straat) ooit deed. In deze straat stond het huis waar Ananias Saulus aantrof nadat deze op wonderbaarlijke wijze net buiten Damaskus tot het christendom was bekeerd (Handelingen 9:10-19). Hoewel de straat er in de verste verte niet meer uitziet als in de Romeinse tijd, moet dit de plek zijn waar de apostel Paulus ooit met zijn voortreffelijke loopbaan begon. De Rechte straat komt uit op de Romeinse Bab-Sharqipoort. De aanblik van de huizen die boven op de stadsmuren zijn gebouwd, maakt duidelijk hoe Paulus kon ontsnappen door zich in een mand via een opening in de muur te laten zakken. — Handelingen 9:23-25; 2 Korinthiërs 11:32, 33.

Palmyra — Een historische oase

Vanuit Damaskus is het in noordoostelijke richting ongeveer drie uur rijden naar een opmerkelijk archeologisch opgravingsterrein: Palmyra, in de bijbel Tadmor genoemd (2 Kronieken 8:4). Deze oase, halverwege tussen de Middellandse Zee en de rivier de Eufraat, wordt van water voorzien door ondergrondse bronnen die hier te voorschijn komen vanuit de noordelijk gelegen bergen. De oude handelsroute tussen Mesopotamië en de landen ten westen daarvan volgde de Vruchtbare Halvemaan en liep daarom ver ten noorden van Palmyra. Maar in de eerste eeuw v.G.T. maakte de politieke instabiliteit in het noorden een kortere, zuidelijker gelegen route wenselijk. Zo begon Palmyra aan zijn bloeitijd.

Palmyra, dat voor Rome nuttig was omdat het aan de oostelijke grenzen van het rijk als bufferstaat diende, ging deel uitmaken van de Romeinse provincie Syrië, maar werd uiteindelijk tot vrijstad uitgeroepen. Langs een indrukwekkende straat met zuilenrijen stonden grote tempels, monumentale bogen, baden en een theater. De zuilengangen aan elke zijde waren geplaveid voor voetgangers, maar de hoofdweg in het midden bleef ongeplaveid omdat dit beter was voor de kameelkaravanen die eroverheen kwamen. Palmyra was een pleisterplaats voor de karavanen die geregeld de handelsroute tussen China en India in het oosten en de Grieks-Romeinse wereld in het westen aflegden. Daar moesten ze belasting betalen over de zijden stoffen, specerijen en andere handelsartikelen die ze vervoerden.

Palmyra had in de derde eeuw G.T., tijdens het hoogtepunt van zijn bloei, zo’n 200.000 inwoners. Het was omstreeks die tijd dat zijn ambitieuze koningin Zenobia tegen Rome streed en ten slotte in 272 G.T. werd verslagen. Op die manier vervulde Zenobia zonder het te weten een deel van een profetie die zo’n 800 jaar daarvóór door Daniël was opgetekend * (Daniël hfst. 11). Na de nederlaag van Zenobia bleef Palmyra een tijdje voortbestaan als een strategische buitenpost van het Romeinse Rijk, maar zijn vroegere macht en grootsheid behoorden voorgoed tot het verleden.

De Eufraat

Een rit van drie uur door de woestijn in noordoostelijke richting brengt ons in de stad Dayr az Zawr, waar de indrukwekkende rivier de Eufraat te zien is. Deze historische waterweg vindt zijn oorsprong in de bergen van oostelijk Anatolië (Aziatisch Turkije), komt net ten noorden van Karkemis Syrië binnen en stroomt dan in zuidoostelijke richting naar Irak. Vlak bij de Irakese grens liggen de overblijfselen van twee Syrische steden uit de oudheid.

Honderd kilometer naar het zuidoosten liggen, in een bocht van de Eufraat, de ruïnes van de oude vestingstad Doura-Europos. Nog eens 25 kilometer naar het zuidoosten ligt het oude Mari, dat ooit een welvarende handelsstad was en in de achttiende eeuw v.G.T. door de Babylonische koning Hammurabi werd verwoest. In de archieven van het koninklijke paleis van Mari werden op zijn minst 15.000 spijkerschrifttabletten ontdekt — documenten die er veel toe hebben bijgedragen de geschiedenis tot leven te brengen.

Toen de troepen van Hammurabi de stad verwoestten, sloopten ze de hogere muren en vulden de lager gelegen kamers met bakstenen en aarde. Hierdoor werden de muurschilderingen, beelden, keramische voorwerpen en talloze andere artefacten beschermd totdat de plek in 1933 door een Frans team van archeologen werd ontdekt. Die voorwerpen kunnen in de musea van Damaskus en Aleppo en ook in het Louvre (Parijs) worden bekeken.

Oude steden in het noordwesten van Syrië

De weg langs de Eufraat in noordwestelijke richting komt uit bij Aleppo (Haleb). Van Aleppo wordt net als van Damaskus beweerd dat het een van de oudste steden ter wereld is die voortdurend bewoond zijn geweest. De soeks (overdekte bazaars) van Aleppo behoren tot de schilderachtigste in het Midden-Oosten.

Iets ten zuiden van Aleppo ligt Tell Mardikh, de plaats waar eens de oude stadstaat Ebla lag. Ebla was een machtige handelsstad die in de tweede helft van het derde millennium v.G.T. over Noord-Syrië heerste. Opgravingen hebben er de overblijfselen aan het licht gebracht van een tempel die aan de Babylonische godin Isjtar gewijd was. Ook werd er een koninklijk paleis ontdekt met archieven die zo’n 17.000 kleitabletten bevatten. In het museum van Idlib, een plaatsje op 25 kilometer ervandaan, kunnen artefacten uit Ebla worden bezichtigd.

Meer naar het zuiden aan de weg naar Damaskus ligt Hama, het bijbelse Hamath (Numeri 13:21). Hama is een van de mooiste steden van Syrië omdat de rivier de Orontes erdoorheen kronkelt. Dan is er nog Ras-sjamra, de plaats waar eens de oude stad Ugarit lag. In het derde en tweede millennium v.G.T. was Ugarit een welvarende handelshaven die helemaal vergeven was van de aanbidding van Baäl en Dagon. Vanaf 1929 hebben Franse archeologen een groot aantal kleitabletten en bronzen voorwerpen met inscripties opgegraven die veel licht hebben geworpen op de corrumperende aard van de Baälaanbidding. Daardoor kunnen we beter begrijpen waarom God de Baälaanbiddende Kanaänieten tot de vernietiging veroordeelde. — Deuteronomium 7:1-4.

Ja, in het hedendaagse Syrië zijn nog steeds sporen te vinden uit een interessant verleden.

[Voetnoot]

^ ¶12 Zie het artikel „De donkerharige meesteres van de Syrische Woestijn” in De Wachttoren van 15 januari 1999, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Kaart op blz. 24, 25]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

MIDDELLANDSE ZEE

‐‐ Grenzen waarover wordt getwist

EGYPTE

ISRAËL

JORDANIË

LIBANON

SYRIË

DAMASKUS

Barada

Orontes

Hama (Hamath)

Ugarit (Ras-sjamra)

Ebla (Tell Mardikh)

Aleppo (Haleb)

Karkemis (Jerablus)

Eufraat

Zenobia

Dayr az Zawr

Doura-Europos

Mari

Palmyra (Tadmor)

IRAK

TURKIJE

[Illustraties op blz. 24]

Damaskus (onder) en de Rechte straat (boven)

[Illustratie op blz. 25]

Koepelvormige huizen

[Illustratie op blz. 25]

Ugarit

[Illustratie op blz. 25]

Hama

[Illustratie op blz. 26]

Mari

[Illustratie op blz. 26]

Aleppo

[Verantwoording]

© Jean-Leo Dugast/Panos Pictures

[Illustratie op blz. 26]

Koninklijk paleis, Ebla

[Illustratie op blz. 26]

Herders bij Zenobia

[Illustraties op blz. 26]

Palmyra

[Illustratie op blz. 26]

Eufraat bij Doura-Europos

[Illustratieverantwoording op blz. 25]

Children: © Jean-Leo Dugast/Panos Pictures; beehive homes: © Nik Wheeler