Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De grote trek

De grote trek

De grote trek

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN KENIA

DE GROND dreunt onder een miljoen stampende hoeven. De massa deinende lijven stroomt voorwaarts in een wolk van rood stof. De dunne spichtige poten gaan in galop, en de kudde passeert glooiende dalen en heuvels, passeert open grasland, passeert rivieren en stromen. In een grote brede golf gaat het voort, enorme sporen nalatend waar het gras tot op de wortels is afgegraasd. Deze immense kudde loeiende en voortjagende dieren vormt een van de grootste spektakels in de natuur — de grote trek van de gnoes.

Afrika’s hof van Eden

De grote Serengetivlakte is een niet in cultuur gebracht gebied. Gelegen in de landen Tanzania en Kenia beslaat dit immense gebied van golvend grasland zo’n 30.000 vierkante kilometer. Dankzij een rijke vulkanische bodem zijn de omstandigheden ideaal voor de malse grassen die het land als een tapijt bedekken. Er zijn stukken met een begroeiing van acaciabomen en ook savannen met doornbomen waarvan het gebladerte olifantenfamilies voedsel verschaft. Gracieus bewegen zich kudden giraffen met lange trage stappen over de savanne.

In sommige gebieden steken ’kopjes’ van door wind en regen gladgeslepen graniet uit de vlakten omhoog en bieden ideale uitkijkposten voor leeuwen en luipaarden. Snel stromende rivieren die door het gebied kronkelen, zitten vol nijlpaarden en krokodillen. Op de open vlakten ziet men kudden gnoes, hartebeesten, topi’s en vele andere soorten antilopen grazen. Dorstige zebra’s verzamelen zich bij waterpoelen, zodat daar een ketting van zwartwitte kralen omheen lijkt te liggen. Gazellen en impala’s steken met moeiteloze, grote sprongen de vlakten over. Grote kudden kafferbuffels met hun zware gebogen hoorns en gespierde lijven grazen langzaam voort, met hun brede bekken grote plukken gras lostrekkend.

Leeuwentroepen zijn er in de Serengeti in overvloed. Op het heetst van de dag liggen ze te luieren in de schaduw van bomen en struiken, wachtend op de avondkoelte waarin ze op jacht gaan. Gevlekte luipaarden zijn bijna onzichtbaar zoals ze zich elegant over hoge takken van bomen hebben gevlijd en daar gecamoufleerd worden door het gevlekte licht onder het gebladerte. Voor de cheetah is het open grasland het ideale terrein voor zijn bliksemsnelle sprintjes. Zijn magere lichaam is niet veel meer dan een vage vlek als hij over de vlakte achter een prooi aan gaat.

Ja, de Serengeti als ecosysteem verschaft ons met zijn paradijselijke dierenwereld een schitterend schouwspel. Maar het zijn de enorme kudden gnoes die daarvan een van de grootste wonderen vormen.

De clown van de vlakte

Er zwerven naar schatting een anderhalf miljoen gnoes in de Serengeti rond. De gnoe is een heel apart beest, met een grote lange kop en glanzende ogen, die ver uiteen hoog in de schedel geplaatst zijn. De hoorns die op die van runderen lijken, buigen licht naar beneden en naar buiten en wijzen dan met een hoek omhoog. Zijn rug loopt schuin af naar een achterlijf dat er zwak uitziet en niet lijkt te passen bij de sterke schouders en nek van het dier. Dunne spillepoten dragen het gewicht van zijn zware lichaam. Met een lange wittige baard onder de kin, donkere manen en een staart als van een paard lijkt de gnoe op iets wat uit een aantal verschillende dieren in elkaar geknutseld is.

De capriolen van gnoes zijn vaak een clowneske en amusante vertoning. Wanneer ze in grote kudden bij elkaar zijn, produceren ze een luidruchtig brullend geluid dat lijkt op een koor van duizenden kikkers. Als ze zich in de openheid van de vlakten bevinden, lijken ze met een verbaasde en verraste blik de wereld om zich heen op te nemen.

Soms zet een gnoestier het op een hollen, zijwaartse sprongen makend en in kringetjes rennend. De kop opgooiend bokt en stuitert hij op zijn stijve poten, en werpt op een ronduit komieke wijze stof op. Volgens sommigen is dit alles bedoeld om indruk te maken op vrouwtjes of om aan andere mannetjes met een vertoon van kundigheid een waarschuwing te doen toekomen. Maar soms lijkt de stier gewoon in een speelse bui te zijn.

Borelingen in een vijandige wereld

Als het de juiste tijd is, gaan de gnoes hun jongen werpen. Ze bezitten het unieke vermogen om de geboorte van hun jongen te synchroniseren, en zo’n tachtig tot negentig procent van de kalveren wordt in een periode van drie weken geworpen. In deze periode neemt de kudde toe met duizenden blatende gnoebaby’s. Elke moeder moet heel snel een binding met haar kalf tot stand brengen, want als de kudde het in een plotselinge paniek op een rennen zet, zouden moeder en kalf gemakkelijk van elkaar gescheiden kunnen raken, en het kalf zal het dan bijna zeker niet overleven.

De jongen komen in een vijandige wereld terecht waar vanaf het eerste moment roofdieren loeren. Vrouwtjes wachten met het werpen van hun jong totdat er geen tekenen van gevaar zijn. Maar als ze toch door een roofdier verrast worden, hebben ze het ongelooflijke vermogen het geboorteproces te onderbreken en weg te hollen. Op een later tijdstip wanneer er geen gevaar dreigt, kunnen ze dan de geboorte van hun kalf voltooien.

Het kalf zelf schijnt een aangeboren zintuig voor gevaar te hebben en staat binnen een paar minuten na de geboorte al op zijn pootjes. Met een week is het jonge dier in staat om met vijftig kilometer per uur over de vlakten te galopperen.

Tijd om weer eens verderop te gaan

Gnoes migreren in grote kudden over de Serengeti. De sleutel voor hun massale verplaatsingen is de regen. De regenval wordt beheerst door weerpatronen die een jaarlijkse cyclus volgen. Het hele jaar door regent het gewoonlijk ergens binnen de grenzen van dit enorme grasland.

Gnoes hebben dagelijks water nodig en moeten een constant aanbod van gras hebben om zich te voeden. Zo lang er voedsel en water beschikbaar zijn, blijven ze in het betreffende gebied. Maar met het verstrijken van het droge seizoen begint het gras op de vlakten te verdrogen en verdwijnen de watervoorraden. De kudden kunnen niet wachten totdat de regen naar ze toe komt. Ze moeten de regen volgen.

Waar de regen valt, ondergaan de droge vlakten een snelle verandering. In enkele dagen komen groene scheuten uit de grond omhoog en produceren een groene weelde van gras. Deze tere bladschijven zitten vol voedingsstoffen en vocht — en oefenen een enorme aantrekkingskracht uit op gnoes.

Deze dieren hebben het vermogen om regenval te bespeuren, zelfs over grote afstanden. Niemand kan met stelligheid zeggen hoe ze weten dat het ergens anders in de Serengeti regent — of ze nu de hoog optorenende onweerswolken in de verte zien of dat ze het vocht in de droge lucht ruiken. Hoe dan ook, om te overleven moeten de kudden in beweging komen. En dat gebeurt dan ook!

Een hachelijke reis

Aanvankelijk heeft het vertrek een geleidelijk verloop. Gnoes zijn kuddedieren; wanneer één dier in een bepaalde richting begint te lopen, zijn er andere in zijn buurt die stoppen met grazen en erachteraan willen. Al gauw heeft de hele kudde zich in een indrukwekkende exodus in beweging gezet. Aangedreven door dorst en honger bewegen ze voort. Soms rennen ze. Op andere momenten sjokken ze in lange rijen achter elkaar aan, diepe geulen makend in de stoffige grond.

Het is een tocht vol gevaren. Roofdieren volgen de immense kudden hoefdieren en houden scherp in de gaten welk dier trager is of kreupel gaat of ziek is. Naarmate de gnoes vorderen komen ze steeds dieper in territoria van leeuwenfamilies waar deze vijanden in hinderlaag op ze wachten. Vanuit hun schuilplaats in het lange hoge gras rennen de grote katten de massa grazende dieren in, waardoor die zich in paniek verspreiden. Luipaarden, cheetahs, wilde honden en hyena’s doen er alle hun voordeel mee als een dier achteropraakt of zich te ver van de kudde als geheel verwijdert. Als een roofdier een prooi doodt, verschijnen de aasgieren. Ruziënd en vechtend over de restanten laten ze niets anders over dan een aantal botten, die daar dan in de hete Afrikaanse zon zullen liggen te bleken.

Snel stromende rivieren vormen formidabele hindernissen die de kudde moet passeren. Zo’n oversteek is een spectaculaire gebeurtenis, waarbij duizenden dieren zich van de hoge oever in het water daar beneden storten. De meeste bereiken veilig de overkant. Andere worden door de stroming meegevoerd of vallen ten prooi aan de krokodillen die vlak onder het oppervlak van het water liggen te wachten. Deze gevaarlijke reis wordt jaarlijks ondernomen. Aan het eind is er misschien wel 3000 kilometer afgelegd.

De mens — De grootste belager

Duizenden jaren heeft de mens weinig invloed uitgeoefend op de migratie van de gnoes. Nu vormt de mens de grootste bedreiging voor dit verschijnsel. In recente decennia hebben de regeringen van Tanzania en Kenia geprobeerd de dieren van de Serengeti te beschermen. Maar ook al vindt de trek van de gnoes grotendeels binnen de grenzen van beschermde wildreservaten plaats, toch worden duizenden dieren het slachtoffer van stropers. Uitgerust met strikken, giftige pijlen en vuurwapens jagen ze op de dieren om kooplustigen aan wild en trofeeën te helpen. Een heel leger opzieners bewaakt de beschermde gebieden, maar de Serengeti is zo groot dat volledige bescherming haast onmogelijk is. Naarmate de menselijke bevolking toeneemt, groeit ook de druk om deze vruchtbare graslanden te gaan gebruiken. Het reserveren van grote stukken grond ten behoeve van natuurbehoud is een omstreden zaak die constant ter discussie staat.

Ooit zwierven er miljoenen bizons over de vlakten van Noord-Amerika. Ze zijn er niet meer. Sommigen vrezen dat de laatste grote kudden gnoes in Oost-Afrika hetzelfde lot wacht. Het zou werkelijk triest zijn als we het verdwijnen zouden moeten meemaken van zo’n ontzagwekkend natuurwonder. Hoezeer verlangen we naar de dag dat onder Gods rechtvaardige bestuur mens en dier in perfect evenwicht en volmaakte harmonie zullen leven (Jesaja 11:6-9). Ondertussen zullen we steeds weer onder de indruk zijn van deze spectaculaire gebeurtenis — de grote trek van de gnoes.

[Illustratie op blz. 18]

De kudden moeten snel stromende rivieren passeren