Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Akanspreuken — Een weerspiegeling van maatschappelijke normen

Akanspreuken — Een weerspiegeling van maatschappelijke normen

Akanspreuken — Een weerspiegeling van maatschappelijke normen

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN GHANA

WAT is een spreuk? Eén woordenboek definieert een spreuk als „een korte zin die vaak door mensen wordt geciteerd, die raad geeft of je iets over het leven vertelt”. De Joruba van Nigeria geven een kleurrijker definitie: „Een paard dat iemand vliegensvlug naar de ontdekking van ideeën kan brengen.”

Het belang van spreuken of spreekwoorden komt tot uiting in de volgende spreuk die bij het Ghanese Akanvolk goed bekend is: „Een wijze wordt toegesproken met spreuken, niet met proza.” Het gaat erom dat een wijs mens niet altijd een preek nodig heeft om overtuigd te raken van de juiste handelwijze. Een passende spreuk stimuleert het denkvermogen, geeft begrip en kan iemand motiveren het goede te doen.

In Ghana worden spreuken veelvuldig gebruikt tijdens huwelijks- en begrafenisplechtigheden, en in de folkloristische muziek nemen ze een belangrijke plaats in. Ook bij diplomatieke besprekingen zijn ze essentieel. Een woordvoerder of gezant maakt vaak een vaardig gebruik van spreuken.

In de Akangemeenschap is vaardigheid in het gebruik van spreuken een teken van wijsheid. Het is interessant dat de in de bijbel genoemde koning Salomo, een man die beroemd was om zijn wijsheid en diplomatie, naar verluidt 3000 spreuken kende. Natuurlijk, de spreuken in de bijbel werden door God geïnspireerd en zijn in alle opzichten waar, wat niet geldt voor spreuken die op de ervaringen en inzichten van mensen gebaseerd zijn. Menselijke spreuken mogen nooit met de bijbel gelijkgesteld worden, ongeacht hoe wijs ze zijn. Maar laten we eens een paar Akanspreuken onder de loep nemen.

Denkbeeld van God

In Ghana erkennen spreekwoorden vaak het bestaan van God en dat komt in veel Akanspreuken tot uiting. De overtuiging van de Akan laat geen ruimte voor atheïstische ideeën. Eén spreuk zegt bijvoorbeeld: „Niemand toont God aan een kind.” Gods bestaan is overduidelijk, zelfs voor een kind. Deze spreuk wordt vaak gebruikt in verband met iets wat een kind automatisch zal leren zonder veel aanwijzingen.

Een andere Akanspreuk luidt: „Ook al ren je weg van God, je bevindt je nog steeds onder hem.” Iemand misleidt dus zichzelf als hij probeert God te negeren. Lang geleden maakte de bijbel iets soortgelijks duidelijk door te zeggen dat Gods ogen „op elke plaats [zijn], terwijl ze de slechten en de goeden gadeslaan” (Spreuken 15:3). We zijn allemaal rekenschap verschuldigd aan de Almachtige.

Uiting van maatschappelijke normen en waarden

In de Akanspreuken ligt, net als in spreuken uit andere culturen, een schat aan maatschappelijke normen en waarden opgesloten. In het volgende voorbeeld wordt de kracht van het gesproken woord goed beklemtoond: „Je verspreken is erger dan je verstappen.” Een weerspannige tong kan inderdaad veel schade aanrichten en zelfs het verschil uitmaken tussen leven en dood. — Spreuken 18:21.

Maar als de tong in toom wordt gehouden, kan die een echte vredestichter zijn, zoals wordt bevestigd door het volgende spreekwoord: „In aanwezigheid van de tong redetwisten de tanden niet.” Waar het hier om gaat, is dat strijdende partijen — bijvoorbeeld een man en zijn echtgenote — kwesties op een vriendschappelijke manier kunnen oplossen door rustig met elkaar te praten. En zelfs als dat niet helpt en er een bemiddelaar wordt ingeschakeld, kan diens vaardige gebruik van de tong een eind maken aan onenigheid.

Praktische wijsheid

De waarde van onderscheidingsvermogen en een vooruitziende blik wordt levendig uitgedrukt in tal van spreekwoorden die praktische wijsheid beklemtonen. Een impulsief, roekeloos persoon die nalaat de consequenties van zijn daden te overdenken, zou deze spreuk in zijn oren kunnen knopen: „Je zoekt eerst een vluchtroute voordat je de cobra tergt.”

Een ouder die een paar vervelende trekken in zijn of haar kind waarneemt, wil misschien acht geven op deze spreuk: „Als je een groeiende stengel ziet die in je oog kan prikken, trek je hem uit, je maakt hem niet scherper.” Ja, elke slechte trek moet met wortel en al worden uitgeroeid — of in de kiem worden gesmoord — voordat die tot bloei komt en echt problemen veroorzaakt.

Zinspeling op zeden en culturele gebruiken

Soms moet men een cultuur begrijpen om de strekking van haar spreuken te vatten. Onder de Akan vindt men het bijvoorbeeld van slechte manieren getuigen als met de linkerhand gebaren worden gemaakt waar anderen, vooral ouderen, bij zijn. Op deze etiquetteregel wordt gedoeld in de spreuk De linkerhand wordt niet gebruikt om de weg te wijzen naar je geboorteplaats”. Met andere woorden, iemand moet waardering hebben voor wat hij heeft, met inbegrip van zijn afkomst.

Een spreuk die zinspeelt op de bij Akanfamilies geldende maaltijdtraditie zegt: „Een kind dat leert zijn handen te wassen, eet met de ouderen.” Bij maaltijden zitten leden van een gezin naargelang van hun leeftijd in groepen bij elkaar. Maar een kind dat zich goed gedraagt, vooral op het gebied van persoonlijke hygiëne en etiquette, zal misschien op een betere plaats mogen gaan zitten, aan tafel bij zijn vader en andere volwassenen. De spreuk onderstreept dat iemands achtenswaardigheid meer wordt bepaald door zijn gedrag dan door zijn leeftijd.

Overweegt u een huwelijk? Kijk dan eens naar deze Akanspreuk: „Het huwelijk is geen palmwijn die geproefd kan worden.” De verkopers van palmwijn, een gegiste drank die wordt verkregen van het sap van de palmboom, laten potentiële kopers meestal proeven voordat deze beslissen of en hoeveel ze willen kopen. Het huwelijk is echter niet iets wat geproefd of getest kan worden. Deze spreuk beklemtoont dat de huwelijksband permanent is en dat proefhuwelijken onacceptabel zijn.

Scherpe observatie van dingen

Uit veel spreekwoorden blijkt dat de voorouders van de Akan mens en dier goed hebben gadegeslagen. Een nauwkeurige observatie van een kip en haar kuikens resulteerde bijvoorbeeld in deze spreuk: „Een kuikentje dat dicht bij zijn moeder blijft, krijgt de dij van de sprinkhaan.” Wat betekent dit? Als iemand zich afzondert, wordt hij gemakkelijk vergeten wanneer er goede dingen worden verdeeld.

Iedereen die weleens een dode kikker heeft bekeken, kan snappen hoe waar het volgende gezegde is: „Je ziet pas hoe lang een kikker is wanneer hij dood is.” Deze spreuk wordt vaak geciteerd als iemand niet wordt gewaardeerd. In zo’n situatie troost de niet-gewaardeerde persoon zich met de gedachte dat zijn goede eigenschappen misschien tijdens zijn afwezigheid ten volle zullen worden beseft.

Bondige spreuken

Hoewel Akanspreuken mondeling van generatie op generatie zijn doorgegeven, zijn veel gezegden bewaard gebleven in de symboliek die in de kunst te vinden is, bijvoorbeeld in houtsnijwerk, wandelstokken, goudgewichten en traditionele kledij, maar ook in moderne stofmotieven. Bezoekers van Ghanese kunstgaleries zien misschien afbeeldingen van een man die in een boom klimt en daarbij door een andere man wordt geholpen. Daarmee wordt het volgende spreekwoord uitgebeeld: „Als je in een goede boom klimt, krijg je misschien een zetje.” De onderliggende boodschap is duidelijk — als je doeleinden nastreeft die de moeite waard zijn, kan het zijn dat je steun krijgt.

Vooral begrafenissen bieden de mogelijkheid voor wat een schrijver „textielredekunst” noemt. De bedroefde stemming van de gelegenheid vraagt feitelijk om meditatie over het leven. De motieven die in begrafeniskledij te zien zijn, brengen boodschappen over met een filosofische grondslag. Kleding met daarop een afbeelding van een ladder of een trap doet bijvoorbeeld denken aan de spreuk: „Een mens beklimt de ladder des doods niet in z’n eentje.” * Daardoor worden allen erop geattendeerd een nederige kijk op zichzelf te hebben en niet te leven alsof de dood hen niet kan treffen. — Prediker 7:2.

In de Akanmaatschappij zijn gezanten of woordvoerders van traditionele vorsten goed onderlegd in het welsprekende gebruik van spreuken en dragen ze ook een scepter met motieven die bepaalde gekoesterde normen en waarden van het volk weergeven. Bijvoorbeeld: een vogel die de kop van een slang pakt, is een bondige manier om het volgende gezegde uit te drukken: „Als je de kop van de slang pakt, is de rest nog maar een touwtje.” De boodschap? Pak problemen resoluut aan — zonder omwegen.

De spreukenetiquette

Net als bij illustraties is het moment en de manier waarop een spreuk moet worden gebruikt afhankelijk van zowel het argument als de toehoorder. De doeltreffendheid van een argument kan worden ondermijnd als een spreuk niet juist wordt gebruikt. En omdat het gebruik van spreuken in sommige culturen een belangrijk deel is van de gespreksetiquette, kan het verkeerde gebruik ervan een negatieve uitwerking hebben op het beeld dat men van de spreker heeft.

In Ghana worden de ouderen in de maatschappij gezien als de auteurs en de beheerders van spreuken. Daarom worden spreekwoorden vaak voorafgegaan door de zin: „Onze ouderen zeggen . . .” En in een geval waarin een spreker tegen een veel ouder publiek spreekt, is het beleefd om het gebruik van een spreuk vooraf te laten gaan door de uitdrukking: „U, ouderen, zegt . . .” Uit respect zal een jongere spreker niet de indruk willen wekken dat hij de ouderen onderwijst in de woorden van wijsheid die met de spreuk worden uitgedrukt.

Enkele opmerkelijke waarnemingen

Spreuken kunnen aan een argument voorafgaan of erop volgen. Ze kunnen ook zo slim met een argument worden verweven dat er misschien inzicht nodig is om de zinspeling te bespeuren. Over een nederig en vredelievend persoon kan een Akan bijvoorbeeld zeggen: „Als het alleen van die en die afhing, viel er in dit dorp geen schot.” Dat doet denken aan de spreuk: „Als het alleen aan de slak en de schildpad lag, viel er in de jungle geen schot.” Beide worden beschouwd als zachtaardige en bedachtzame dieren die niet geneigd zijn tot vechten. Mensen met die eigenschappen bevorderen de vrede.

Maar als u wilt dat een Akan een serie spreuken gaat opzeggen, krijgt u er misschien maar één te horen: „Als je niet slaapt, kun je ook niet dromen.” Met andere woorden, je kunt spreuken niet lukraak gebruiken, net zomin als je kunt dromen als je wakker bent. Het gebruik van spreuken wordt bepaald door de omstandigheden.

[Voetnoot]

^ ¶25 Het is vermeldenswaard dat dit motief te zien is in kledij van verschillende kleuren en dat het niet beperkt is tot de donkerder kleuren die normaalgesproken bij begrafenissen worden gebruikt.