Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een blik op de wereld

Een blik op de wereld

Een blik op de wereld

Bomen reduceren stedelijke vervuiling

„Voor het eerst zijn deskundigen in staat gebleken te meten in welke mate verschillende boomsoorten vervuiling kunnen terugdringen”, bericht de Londense Sunday Times. In een drie jaar durend onderzoek in de West Midlands verrichtten wetenschappers uit Engeland en Schotland metingen aan bodemmonsters uit de nabijheid van zo’n 32.000 bomen om te zien welke soorten de meeste schadelijke stofdeeltjes absorbeerden. De onderzoekers maten ook de hoeveelheid deeltjes in de atmosfeer en het ozonniveau. Es, lariks en grove den voerden de lijst aan; het minst doeltreffend waren eik, wilg en populier. Het onderzoek toonde aan dat ’bomen wel driemaal zo doeltreffend kunnen zijn in het zuiveren van de atmosfeer als grasland’. Een computervoorspelling liet zelfs zien dat als slechts de helft van het open gebied van de West Midlands met bomen beplant zou zijn, de uit stofdeeltjes bestaande luchtvervuiling 20 procent lager zou zijn.

Nieuwe soorten

Primatoloog Marc van Roosmalen heeft twee nieuwe apensoorten ontdekt in het Amazoneregenwoud — nadat er sinds 1990 in dat gebied al acht nieuwe soorten zijn gevonden. In een interview in de National Geographic Today zei Van Roosmalen: „Ik besefte niet dat het Amazonegebied zo slecht bekend was, tot ik er al die nieuwe dieren begon te vinden.” De speurtocht naar nog niet ontdekte soorten „heeft weinig van doen met ervaring”, aldus dezelfde onderzoeker, die sinds 1996 vijf nieuwe primaten op zijn naam heeft staan. Veel soorten zijn gelokaliseerd door eenvoudig afgelegen indianendorpjes te bezoeken en te kijken wat daar aan huisdieren wordt gehouden. In een in de Braziliaanse Folha de S. Paulo gepubliceerd commentaar op deze meest recente vondsten, merkte de bioloog Anthony Rylands op: „De vernietiging van habitats in het Amazonegebied in aanmerking genomen, is het heel goed mogelijk dat andere soorten uitsterven voor ze ontdekt worden.”

Religieuze onverdraagzaamheid in Georgië neemt toe

„Jehovah’s Getuigen waren van plan om hier vandaag een zomerbijeenkomst te houden op een veld naast een riviergeul, maar de nacht ervoor kwam een bende kwaadwilligen”, aldus een bericht in The New York Times. „Met busjes kwam een twintigtal mannen getooid met kruisen van de Georgisch-Orthodoxe Kerk, die het huis van de gastheer, Oesjangi Boentoeri, plunderden. Ze gooiden bijbels, religieuze pamfletten en eigendommen van de heer Boentoeri in de tuin op een hoop en verbrandden ze . . . Ze vulden het doopbassin met dieselolie. Ook de politie was er, met inbegrip van de plaatselijke korpschef . . . Er werd niemand gearresteerd. . . . De aanval verliep alsof er een vast script werd gevolgd.” Hoewel zich „in veel voormalige republieken van de Sovjet-Unie, met inbegrip van Rusland,” religieuze spanningen hebben voorgedaan, zegt de Times, „is Georgië uniek vanwege de intensiteit van het geweld tegen religieuze minderheden, en ook vanwege de bewijzen voor medeplichtigheid van overheidsfunctionarissen in de aanvallen. Georgië heeft godsdienstvrijheid opgenomen in de na het sovjettijdperk aangenomen grondwet. In het toenemende geweld hebben zich evenwel tientallen gevallen voorgedaan van aanvallen door gepeupel en brandstichtingen en afranselingen.”

Jeugd stroomt toe bij „pretkerk”

Onder de kop „Jongeren positief over ’pretkerk’” berichtte de Nassauische Neue Presse over de eerste jongerendagen van de protestantse kerk in Hessen en Nassau. Zo’n 4400 woonden het vijfdaagse evenement bij. Het programma omvatte workshops en groepsdiscussies, nachtdiensten met kaarslicht en zang, en volop sport, feest en livemuziek. „Wat compleet ontbrak onder de meer dan 220 programmapunten waren conventionele bijbelstudies en traditionele kerkdiensten”, signaleerde de krant. Een jongerenpastor was totaal verrast „dat sommige jongeren nota bene naar bijbelstudies vroegen, terwijl die toch als behoorlijk droge kost bekendstaan”. Eén tiener had als commentaar: „In feite heeft het programma weinig met de kerk te maken, maar de sfeer is tof.”

Religie en oorlog

„De bloedigste en gevaarlijkste geschillen vandaag de dag . . . zitten verpakt in religie”, stelt het nieuwsblad USA Today. En ze zijn heel moeilijk op te lossen. „De standaardmiddelen van de diplomatie — een bereidheid tot compromissen, bijvoorbeeld, en tot het vergeven van oude grieven — kunnen heel wat moeilijker te hanteren zijn wanneer de strijdende partijen beweren God aan hun zijde te hebben”, voegt de krant eraan toe. „Dat geldt zelfs als religie meer een instrument is om ondersteuning te winnen in het conflict dan dat het er de oorzaak van vormt. Het conflict betreft wellicht een lang niet zo spiritueel gekrakeel om land of macht.” Religieuze geschillen maken het zelfs moeilijk om tot een tijdelijke wapenstilstand te komen. Een voorbeeld vormt de recente strijd in Kosovo. Een paasbestand werd overwogen maar kon niet van kracht worden omdat de datums voor de katholieke en orthodoxe vieringen verschilden. „Uiteindelijk kwam er geen bestand”, schrijft USA Today.

Hiv/aidsepidemie „onbeheersbaar”

„Wereldwijd zijn 40 miljoen mensen geïnfecteerd met hiv, zijn er 20 miljoen gestorven aan aids en worden er jaarlijks 750 000 baby’s met een hiv-infectie geboren”, bericht het Britse medisch tijdschrift The Lancet. Alleen al in 2001 kwamen er vijf miljoen nieuwe infecties bij en stierven er drie miljoen aan aids. Volgens Peter Piot, directeur van de VN-organisatie voor aidsbestrijding, is de epidemie „onbeheersbaar”, hoewel nog in haar „beginfase”. Hij schat dat er in de komende 20 jaar 70 miljoen mensen aan aids zullen sterven. In het beneden de Sahara gelegen deel van Afrika is in sommige steden tussen de 30 en 50 procent van de bevolking hiv-positief. Omdat zo veel jongvolwassenen aan aids sterven, bestaat de vrees dat in 2020 meer dan 25 procent van de beroepsbevolking verloren zal zijn. „De effecten op kinderen hebben bijzonder belangrijke implicaties voor toekomstig economisch herstel”, aldus The Lancet. In Zimbabwe ’kan één op de vijf kinderen verwachten in de vroege tienerjaren ten minste een van de ouders verloren te hebben’.

Voordelen van borstvoeding

„Er is gewoon geen betere voeding voor pasgeborenen” dan moedermelk, schrijft neurochirurg dr. Sanjay Gupta in het tijdschrift Time. „Baby’s die borstvoeding hebben gehad, hebben minder te maken met ziekenhuisopname, oorinfectie, diarree, huiduitslag, allergieën en andere medische problemen dan kleintjes die de fles krijgen.” Borstvoeding wordt ook genoemd als bescherming tegen ademhalingsaandoeningen. Een Deens onderzoek leverde op dat „volwassenen die als baby zeven tot negen maanden borstvoeding hadden gehad, een hoger IQ hebben dan die twee weken of minder borstvoeding hadden gehad”. De Amerikaanse Academie voor Kindergeneeskunde doet de aanbeveling dat een kind zes maanden en indien mogelijk een jaar of langer borstvoeding krijgt. „Baby’s blijken niet de enigen die voordeel hebben van borstvoeding”, zegt U.S.News & World Report. Een onderzoek bij 150.000 vrouwen in 30 landen onthulde dat „voor ieder jaar dat een vrouw borstvoeding geeft, zij haar risico op borstkanker met 4,3 procent vermindert”. Toch „geeft slechts de helft van de Amerikaanse moeders borstvoeding, en dan gemiddeld twee tot drie maanden”.

Sterke gezinsbanden — Minder drugsgebruik

Een studie van tieners in Duitsland, Engeland, Ierland, Italië en Nederland „toont aan dat de kwaliteit van het gezinsleven, of eerder het gebrek daaraan voor veel jonge mensen, de kern vormt van de drugsproblematiek in de westerse maatschappij”, zei onderzoeker dr. Paul McArdle van de Newcastle University in Engeland. Volgens een bericht in de Londense Daily Telegraph ging bij jongelui van wie beide ouders samen zijn en die een goede band met hen hebben, vooral met de moeder, slechts 16,6 procent aan de drugs. Maar waar deze factoren ontbraken, gebruikte 42,3 procent drugs. „Het gevaar van drugsgebruik wordt kinderen op de tv duidelijk voorgehouden en we hebben allerlei programma’s voor drugspreventie op de scholen, maar niemand schijnt zich echt bezig te houden met het punt van ouderlijke verantwoordelijkheid”, zei McArdle. „Ik geloof dat effectieve preventie van drugsgebruik meer te maken heeft met gezinsbanden dan met enige andere factor.”