Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wat is materialisme?

Wat is materialisme?

De zienswijze van de bijbel

Wat is materialisme?

MENSEN hebben van nature het vermogen tot spiritualiteit en een behoefte om God te aanbidden. Maar de mens werd uit materie geschapen. Hij heeft dus materiële behoeften en kan van materiële dingen genieten. Sommige christenen zijn materieel heel rijk. Is dat op zich een bewijs dat ze materialistisch zijn en niet geestelijk ingesteld? En is het aan de andere kant zo dat arme mensen minder gauw materialistisch zijn en eerder geestelijk ingesteld?

U bent het er ongetwijfeld mee eens dat materialisme heel wat meer inhoudt dan gewoon veel geld of bezittingen hebben. Kijk eens naar de volgende bijbelse voorbeelden die laten zien wat materialisme nu echt is en hoe we de gevaren kunnen vermijden die het voor onze geestelijke instelling heeft.

Zij hadden rijkdom en roem verworven

Sommigen van de getrouwe dienstknechten van God in bijbelse tijden hadden rijkdom en roem verworven. Abraham bijvoorbeeld „was rijkelijk voorzien van kudden en zilver en goud” (Genesis 13:2). Job stond bekend als „de grootste van alle oosterlingen” wegens zijn grote veestapel en zijn vele dienstknechten (Job 1:3). Sommige koningen van Israël, zoals David en Salomo, waren enorm rijk. — 1 Kronieken 29:1-5; 2 Kronieken 1:11, 12; Prediker 2:4-9.

Ook in de eerste-eeuwse gemeente waren er rijke christenen (1 Timotheüs 6:17). Van Lydia wordt gezegd dat ze ’een purperverkoopster uit de stad Thyatira en een aanbidster van God’ was (Handelingen 16:14). Purperverf en purpergekleurde kleren waren duur en waren gewoonlijk alleen voor prominente of rijke mensen. Lydia was dus misschien zelf ook tamelijk rijk.

In tegenstelling daarmee waren sommige getrouwe aanbidders van Jehovah in bijbelse tijden heel arm. Vanwege natuurrampen, ongelukken en sterfgevallen waren sommige gezinnen tot armoede vervallen (Prediker 9:11, 12). Wat moet het voor die arme mensen moeilijk zijn geweest te zien dat anderen veel geld of materiële bezittingen hadden! Maar toch zou het voor hen verkeerd zijn geweest te oordelen dat de rijken materialistisch waren of te concluderen dat de armen God toegewijder dienden. Waarom? Denk eens na over wat aan materialisme ten grondslag ligt.

De liefde voor geld

Eén woordenboek definieert materialisme als „het volledig in beslag genomen worden door of de nadruk leggen op materiële dingen in plaats van intellectuele of geestelijke dingen”. Materialisme vindt dus zijn oorsprong in onze verlangens, onze prioriteiten en ons doel in het leven. Dit blijkt duidelijk uit de volgende twee bijbelse voorbeelden.

Jehovah gaf Baruch, de secretaris van de profeet Jeremia, krachtige raad. Baruch was wegens de omstandigheden in Jeruzalem en zijn nauwe omgang met de onpopulaire Jeremia waarschijnlijk arm. Toch merkte Jehovah op: „Wat u betreft, gij blijft grote dingen voor u zoeken. Blijf ze niet zoeken.” Het kan zijn dat Baruch materialistisch begon te worden doordat hij zich steeds meer ging bezighouden met de rijkdom of materiële zekerheid van anderen. Jehovah bracht Baruch onder de aandacht dat Hij hem uit de komende vernietiging van Jeruzalem zou bevrijden, maar dat Hij zijn bezittingen niet zou beschermen. — Jeremia 45:4, 5.

Jezus vertelde een illustratie van een man die ook voortdurend met materiële dingen bezig was. Deze man was meer gefocust op zijn rijk zijn dan op het gebruiken van wat hij had om zijn dienst voor God uit te breiden. De rijke man zei: „Ik zal mijn voorraadschuren afbreken en grotere bouwen, . . . en ik zal tot mijn ziel zeggen: ’Ziel, gij hebt vele goede dingen opgelegd voor vele jaren; neem uw gemak, eet, drink en wees vrolijk.’” Jezus vervolgde: „Maar God zei tot hem: ’Onredelijke, nog deze nacht eist men uw ziel van u op. Voor wie zullen dan de door u opgeslagen dingen zijn?’ Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God.” — Lukas 12:16-21.

Waar gaat het nu in deze twee verslagen om? Ze helpen ons in te zien dat materialistisch zijn niet afhangt van wat iemand allemaal heeft, maar van de belangrijkheid die hij aan materiële dingen toekent. De apostel Paulus zei: „Zij . . . die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten. Want de liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorboord” (1 Timotheüs 6:9, 10). Het is de vastbeslotenheid om rijk te worden en de liefde voor materiële dingen die problemen veroorzaken.

Zelfonderzoek is nodig

Christenen letten, ongeacht hun financiële situatie, bijzonder goed op om de strik van materialisme te vermijden. De kracht van rijkdom is bedrieglijk en kan onze geestelijke instelling verstikken (Mattheüs 13:22). Voor we het weten kan onze aandacht van geestelijke naar materiële dingen verschuiven — met droevige gevolgen. — Spreuken 28:20; Prediker 5:10.

Christenen doen er dus goed aan hun prioriteiten en hun doel in het leven te onderzoeken. Of ze nu in materieel opzicht weinig hebben of veel, mensen die geestelijk ingesteld zijn, doen hun best Paulus’ aansporing op te volgen om hun hoop „niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten”. — 1 Timotheüs 6:17-19.