Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het probleem van de behandeling

Het probleem van de behandeling

Het probleem van de behandeling

„Er bestaat geen diabetes die niet erg is. Diabetes is altijd ernstig.” — Anne Daly, Amerikaanse Diabetesvereniging.

„DE UITSLAG van uw bloedonderzoek vertoont aanzienlijke afwijkingen. U moet onmiddellijk onder behandeling.” De woorden van de dokter kwamen hard aan bij Deborah. „Die nacht dacht ik maar steeds dat er in het laboratorium een fout gemaakt moest zijn”, vertelt ze. „Het kon niet waar zijn dat ik ziek was.”

Zoals zo veel mensen dacht Deborah dat ze redelijk gezond was en dus negeerde ze de aanhoudende symptomen. Ze weet haar hardnekkige dorst aan de antihistaminen die ze gebruikte. Ze schreef het frequent urineren toe aan te veel water drinken. En de vermoeidheid — och, welke werkende moeder raakt niet uitgeput?

Maar toen bevestigde een bloedonderzoek dat diabetes de schuldige was. Het viel Deborah niet mee de diagnose te accepteren. „Ik vertelde niemand over mijn ziekte”, zegt ze. „’s Nachts, als het hele gezin sliep, lag ik in het donker te staren en te huilen.” Net als Deborah worden sommigen bij het bericht dat ze diabetes hebben, overspoeld door emoties, waaronder depressiviteit en zelfs boosheid. „Ik maakte een verdrietige periode van ontkenning door”, zegt Karen.

Dat zijn natuurlijke reacties op wat een oneerlijke tegenslag lijkt. Maar met hulp kunnen diabetespatiënten eraan wennen. „De diabetesverpleegkundige heeft me geholpen mijn ziekte te accepteren”, zegt Karen. „Ze verzekerde me dat ik best mocht huilen. Die emotionele uitlaatklep heeft me geholpen me erop in te stellen.”

Waarom ernstig

Diabetes is wel „een stoornis van de motor van het leven” genoemd, en met reden. Als het lichaam geen glucose kan omzetten, kunnen een aantal essentiële mechanismen het laten afweten, soms met levensbedreigende gevolgen. „Mensen sterven niet rechtstreeks aan diabetes,” zegt dr. Harvey Katzeff, „ze sterven aan complicaties. We zijn heel bekwaam in het voorkomen van complicaties, maar doen die zich eenmaal voor, dan brengen we het er niet zo goed af bij de behandeling [ervan].” *

Is er hoop voor personen die aan diabetes lijden? Ja — mits ze de ernst van de ziekte inzien en zich onderwerpen aan een behandelingsprogramma. *

Dieet en lichaamsbeweging

Hoewel type-I-diabetes niet te voorkomen is, bestuderen wetenschappers de genetische risicofactoren en proberen ze manieren te vinden om een immuunaanval te onderdrukken. (Zie het kader „De rol van glucose” op bladzijde 8.) „Bij type-II is het beeld veel rooskleuriger”, schrijft het boek Diabetes — Caring for Your Emotions as Well as Your Health. „Veel van degenen die genetisch vatbaar zouden kunnen zijn, weten elk teken van deze ziekte te vermijden door gewoon een evenwichtig eetpatroon te volgen en geregeld aan lichaamsbeweging te doen, waardoor ze fysiek fit blijven en hun gewicht binnen normale grenzen houden.” *

De waarde van lichaamsbeweging wordt onderstreept door een verslag in de Journal of the American Medical Association over een groot onderzoek onder vrouwen. Uit het onderzoek bleek dat „door één korte periode van lichamelijke activiteit, de opname van glucose [door de lichaamscellen] onder invloed van insuline ruim 24 uur lang hoger ligt”. Daarom concludeert het verslag dat „zowel lopen als energieke activiteit samengaat met een aanzienlijke vermindering van de kans op type-II-diabetes bij vrouwen”. De onderzoekers bevelen minstens dertig minuten matige lichamelijke activiteit op de meeste of zelfs alle dagen van de week aan. Dat kan iets zo simpels als lopen zijn, wat, aldus de American Diabetes Association Complete Guide to Diabetes, „waarschijnlijk de beste, veiligste en goedkoopste vorm van lichaamsbeweging is”.

Lichaamsbeweging door diabetespatiënten moet echter wel onder professionele begeleiding gebeuren. Eén reden daarvoor is dat diabetes het vaatstelsel en de zenuwen kan beschadigen en dus van invloed kan zijn op de bloedcirculatie en het gevoel. Een simpele schram op de voet kan daardoor onopgemerkt blijven, ontstoken raken en gaan zweren — een ernstige situatie die tot amputatie kan leiden als er niet onmiddellijk iets aan gedaan wordt. *

Desondanks kan een programma van lichaamsbeweging een hulp zijn om diabetes onder controle te houden. „Hoe meer onderzoekers de voordelen van geregelde lichaamsbeweging bestuderen,” zegt de ADA Complete Guide, „hoe beter het nieuws wordt.”

Insulinetherapie

Veel diabetespatiënten moeten hun dieet en programma van lichaamsbeweging aanvullen met het dagelijks testen van de glucosespiegel en veelvoudige insuline-injecties. Als resultaat van een betere gezondheid door zich aan een dieet en een goede bewegingsroutine te houden, hebben sommigen met type-II-diabetes, op z’n minst een tijdlang, met insulinetherapie kunnen stoppen. * Karen, die type-I-diabetes heeft, merkte dat lichaamsbeweging de werkzaamheid verhoogt van de insuline die ze spuit. Het resultaat is dat ze haar dagelijkse insulinebehoefte met 20 procent heeft kunnen verlagen.

Indien insuline nodig is, dan hoeft de patiënt zich nog niet ontmoedigd te voelen. „Als je aan de insuline moet, wil dat niet zeggen dat je tekortgeschoten bent”, zegt Mary Ann, een verpleegkundige die een aantal diabetespatiënten verzorgt. „Wat voor vorm van diabetes je ook hebt, als je je bloedsuiker nauwlettend onder controle houdt, zul je andere gezondheidsproblemen later tot een minimum beperken.” Uit een recent onderzoek bleek zelfs dat mensen met type-I die hun bloedsuikerwaarden streng onder controle hielden, „veel minder last hadden van het optreden van diabetische oog-, nier- en zenuwaandoeningen”. De kans op een oogkwaal (retinopathie) bijvoorbeeld werd met 76 procent verminderd! Mensen met type-II die hun bloedsuikerwaarden streng onder controle houden, hebben daar eveneens baat bij.

Om de insulinetherapie gemakkelijker en minder traumatisch te maken, hebben spuiten en insulinepennen — de meest gebruikte hulpmiddelen — microfijne naalden die een minimum aan ongemak geven. „De eerste shot is meestal de ergste”, zegt Mary Ann. „Daarna zeggen de meeste patiënten dat ze nauwelijks iets voelen.” Andere injectiemethoden zijn onder meer automatische injectors, die pijnloos een naald in de huid schieten; hogedrukpistolen, die de insuline letterlijk via een kleine opening in het apparaat door de huid schieten; en infusors, waarbij een catheter wordt gebruikt die twee of drie dagen blijft zitten. De afgelopen jaren heeft het insulinepompje, dat ongeveer zo groot is als een pieper, aan populariteit gewonnen. Dit programmeerbare apparaatje dient via een catheter gestaag insuline toe naargelang de dagelijkse behoeften van het lichaam, wat de toediening van insuline preciezer en gemakkelijker maakt.

Blijf leren

Al met al is er geen altijd toepasbare therapie voor diabetes. Bij het overwegen van een behandeling moet iedereen een aantal factoren in aanmerking nemen om tot een persoonlijke beslissing te komen. „Al bent u dan onder behandeling van een medisch team,” zegt Mary Ann, „u hebt het voor het zeggen.” Het blad Diabetes Care vermeldt zelfs: „De medische behandeling van diabetes zonder systematische educatie in selfmanagement kan als ondermaatse en onethische zorg worden beschouwd.”

Hoe meer de diabetespatiënt over zijn ziekte leert, des te beter toegerust zal hij zijn om met zijn gezondheid om te gaan en zijn vooruitzichten op een langer en gezonder leven te vergroten. Effectieve educatie vereist echter geduld. In het boek Diabetes — Caring for Your Emotions as Well as Your Health wordt uitgelegd: „Als u probeert alles tegelijk te leren, zult u waarschijnlijk in de war raken en de informatie niet doeltreffend gebruiken. Daarbij komt nog dat veel van de nuttigste informatie die u zult moeten leren, niet in boeken of folders te vinden is. Die heeft te maken met . . . hoe uw bloedsuiker varieert naargelang van veranderingen in uw routine. Dat is slechts in de loop van de tijd te leren, met vallen en opstaan.”

Door heel goed op te letten, leert u bijvoorbeeld hoe uw lichaam reageert op stress, waardoor uw bloedsuikergehalte omhoog kan schieten. „Ik leef al vijftig jaar met dit suikerzieke lichaam”, zegt Ken, „en ik weet wat het me te zeggen heeft!” Het is de moeite waard geweest dat hij naar zijn lichaam heeft „geluisterd”, want Ken kan nog fulltime werken — terwijl hij al over de zeventig is!

Het belang van steun van het gezin

Iets wat bij de behandeling van diabetes ook niet vergeten mag worden, is de steun van het gezin. In een naslagwerk wordt zelfs opgemerkt dat „de kwaliteit van het gezinsleven misschien wel de voornaamste opzichzelfstaande factor” is bij het managen van diabetes bij kinderen en jonge volwassenen.

Het is nuttig als gezinsleden iets over diabetes leren en de patiënt zelfs om beurten naar medische afspraken vergezellen. Kennis zal hen helpen een steun te zijn, belangrijke symptomen te herkennen en te weten hoe te reageren. Ted, wiens vrouw al sinds haar vierde type-I-diabetes heeft, vertelt: „Ik merk het als Barbara’s suikerspiegel te laag wordt. Dan valt ze midden in een gesprek stil. Ze transpireert hevig en wordt zonder enige reden kwaad. En haar reacties worden trager.”

Wanneer Catherine, de vrouw van Ken, ziet dat Ken bleek wordt en gaat transpireren en ze een stemmingsverandering bij hem opmerkt, legt ze hem een simpel wiskundevraagstuk voor. Uit Kens verwarde reactie maakt Catherine dan op dat het tijd is om hem het nemen van beslissingen uit handen te nemen en snel iets te doen om de situatie te verhelpen. Ken en Barbara waarderen het allebei intens dat ze een goed geïnformeerde huwelijkspartner hebben van wie ze houden en in wie ze het volste vertrouwen hebben. *

Liefdevolle gezinsleden moeten ernaar streven aanmoedigend, vriendelijk en geduldig te zijn — eigenschappen die een zieke zullen helpen de problemen van het leven aan te kunnen en zelfs het verloop van hun ziekte ten goede kunnen beïnvloeden. Karens man verzekerde haar dat hij van haar hield, wat een bijzonder positief effect had. Karen vertelt: „Nigel zei tegen me: ’Mensen moeten voedsel en water gebruiken om in leven te blijven, net zoals jij voedsel en water nodig hebt — en een kleine dosis insuline.’ Die hartelijke maar praktische woorden waren precies wat ik nodig had.”

Familie en vrienden moeten ook begrijpen dat het schommelen van de bloedsuikerwaarden van invloed kan zijn op de stemming van de diabetespatiënt. „Als ik depressief ben door mijn suiker,” zegt een vrouw, „word ik heel stil, humeurig, snel geïrriteerd en gefrustreerd. Dan vind ik het verschrikkelijk dat ik me zo kinderachtig gedraag. Maar het helpt als ik weet dat anderen de oorzaak begrijpen van die gevoelens, die ik probeer te beheersen.”

Diabetes valt goed in de hand te houden, vooral als de patiënt de medewerking van vrienden en gezinsleden heeft. Bijbelse beginselen kunnen ook helpen. Hoe?

[Voetnoten]

^ ¶8 Tot de complicaties behoren hartkwalen, beroerten, een slechte nierfunctie, perifere vasculaire aandoeningen en zenuwaantasting. Een slechte bloedtoevoer naar de voeten kan tot ulceratie leiden, die in ernstige gevallen amputatie van het aangetaste been nodig maakt. Diabetes is ook de meest voorkomende oorzaak van blindheid onder volwassenen.

^ ¶9 Ontwaakt! spreekt zich niet voor een bepaalde therapie uit. Personen die vermoeden dat ze diabetes hebben, moeten een arts raadplegen die ervaring heeft met de preventie en behandeling van de ziekte.

^ ¶11 Overtollig vet rond het middel (het appelvormige lichaam) schijnt gevaarlijker te zijn dan vet op de heupen (het peervormige lichaam).

^ ¶13 Rokers lopen een nog groter risico, want roken is schadelijk voor het hart en de bloedsomloop en vernauwt de bloedvaten. In een naslagwerk wordt gezegd dat het bij 95 procent van de amputaties bij diabetes om rokers gaat.

^ ¶16 Sommigen van deze mensen hadden baat bij orale medicatie. Dat kunnen middelen zijn die de alvleesklier stimuleren meer insuline af te scheiden, andere die het stijgen van de bloedsuiker vertragen en weer andere die de insulineresistentie verlagen. (Orale medicatie wordt meestal niet voorgeschreven bij type-I-diabetes.) Op het ogenblik kan insuline niet oraal worden ingenomen, want de spijsverteringssappen breken dit eiwit af voordat het de bloedstroom bereikt. Noch insulinetherapie noch orale medicatie heffen de noodzaak van lichaamsbeweging en een goed dieet op.

^ ¶26 Medische autoriteiten raden diabetespatiënten aan altijd een identificatiekaart bij zich te hebben en een identificatieketting of -armband te dragen. In een kritieke situatie kunnen die een leven redden. De reactie op een ernstige daling van het bloedsuikergehalte bijvoorbeeld kan ten onrechte geïnterpreteerd worden als een andere medische aandoening of zelfs als een alcoholprobleem.

[Kader/Illustratie op blz. 6]

Komt diabetes ook bij jongeren voor?

Diabetes „komt steeds meer voor bij jongeren”, zegt dr. Arthur Rubenstein, een vooraanstaand endocrinoloog en decaan van de Mount Sinai School of Medicine in New York. De gemiddelde leeftijd waarop diabetes begint, daalt inderdaad. „Tien jaar geleden leerden we medisch studenten dat je deze ziekte niet bij mensen onder de veertig zag”, vertelt diabetesspecialist dr. Robin S. Goland in verband met type-II-diabetes. „Nu zien we het bij kinderen onder de tien.”

Hoe komt het dat diabetes onder jongeren toeneemt? Soms is er sprake van genetische aanleg. Maar gewicht en milieu kunnen ook een rol spelen. Het aantal te dikke kinderen is de afgelopen twintig jaar verdubbeld. Hoe is dat te verklaren? „Er hebben zich de afgelopen twintig jaar een aantal veranderingen in de eetgewoonten en activiteitenpatronen voorgedaan”, zegt dr. William Dietz van het Amerikaanse Centrum voor Ziektebestrijding en Preventie. „Zo wordt er meer buitenshuis gegeten; het ontbijt wordt vaker overgeslagen; er worden meer frisdranken en snacks geconsumeerd; op school wordt minder aan [lichamelijke opvoeding] gedaan; en de pauzes op school zijn weggevallen.”

Diabetes is niet te genezen. Daarom is het verstandig de raad op te volgen van een tiener die diabetespatiënt is. Hij zegt eenvoudig: „Vermijd junkfood en blijf fit.”

[Kader/Illustratie op blz. 8, 9]

De rol van glucose

Glucose is de energiebron voor de biljoenen cellen in het lichaam. Maar om in de cellen te komen, heeft glucose een „sleutel” nodig: insuline, een chemische verbinding die wordt afgescheiden door de alvleesklier. Bij type-I-diabetes is er eenvoudig geen insuline. Bij type-II maakt het lichaam wel insuline aan maar meestal niet genoeg. * Bovendien zijn de cellen onwillig insuline toe te laten — iets wat men insulineresistentie noemt. Bij beide vormen van diabetes is het resultaat hetzelfde: hongerige cellen en gevaarlijke bloedsuikerwaarden.

Bij type-I-diabetes valt het immuunsysteem de insulineproducerende bètacellen in de alvleesklier aan. Daarom is type-I-diabetes een auto-immuunziekte. Tot de factoren die een immuunreactie op gang kunnen brengen, behoren virussen, toxische stoffen en bepaalde geneesmiddelen. De genetische constitutie kan er ook een rol bij spelen, want type-I-diabetes komt vaak familiair voor en doet zich het meest voor onder blanken.

Bij type-II-diabetes is de genetische factor nog sterker maar dat type komt meer voor onder niet-blanken. Het komt het meest voor onder de aborigines in Australië en onder indianen; de laatsten hebben zelfs het hoogste type-II-diabetescijfer ter wereld. Onderzoekers bestuderen het verband tussen erfelijkheid en zwaarlijvigheid, evenals de manier waarop overtollig vet de insulineresistentie bij genetisch vatbare mensen schijnt te bevorderen. * In tegenstelling tot type-I komt type-II-diabetes voornamelijk voor bij personen van boven de veertig.

[Voetnoten]

^ ¶44 Ongeveer 90 procent van de diabetespatiënten heeft type-II. Vroeger sprak men dan van „niet-insulineafhankelijke diabetes” of „ouderdomsdiabetes”. Deze termen zijn echter onnauwkeurig, want wel 40 procent van de patiënten met type-II-diabetes heeft insuline nodig. Bovendien wordt bij een alarmerend aantal jonge mensen — sommigen nog niet eens in de tienerleeftijd — type-II-diabetes vastgesteld.

^ ¶46 Men spreekt over het algemeen van zwaarlijvigheid als iemand 20 procent of meer boven zijn ideale lichaamsgewicht is.

[Illustratie]

Glucosemolecuul

[Verantwoording]

Courtesy: Pacific Northwest National Laboratory

[Kader op blz. 9]

De rol van de alvleesklier

De alvleesklier, die ongeveer het formaat heeft van een banaan, ligt vlak achter de maag. Volgens het boek The Unofficial Guide to Living With Diabetes „is de gezonde alvleesklier constant in de weer als een ware evenwichtskunstenaar: ze slaagt erin gelijkmatige, stabiele bloedsuikerwaarden te handhaven door als de glucosespiegel in de loop van de dag hoger en lager wordt, precies de juiste hoeveelheid insuline af te scheiden”. Bètacellen in de alvleesklier zijn de bron van het hormoon insuline.

Als bètacellen niet voldoende insuline produceren, hoopt de glucose zich op in het bloed, waardoor hyperglykemie ontstaat. Het tegenovergestelde — te lage bloedsuiker — wordt hypoglykemie genoemd. Samen met de alvleesklier helpt de lever bij het handhaven van de bloedsuikerwaarden door overtollige glucose op te slaan in een vorm die glycogeen heet. Op bevel van de alvleesklier zet de lever glycogeen weer om in glucose voor gebruik door het lichaam.

[Kader/Illustratie op blz. 9]

De rol van suiker

Het is een gangbare misvatting dat het eten van veel suiker diabetes veroorzaakt. Er zijn medische bewijzen dat het risico bij genetisch vatbare personen verhoogd wordt door dik worden, ongeacht de suikerconsumptie. Toch is te veel suiker eten ongezond, omdat suiker weinig voedingswaarde heeft en bijdraagt tot zwaarlijvigheid.

Een andere misvatting is dat diabetespatiënten een abnormale behoefte aan suiker hebben. Maar in werkelijkheid hebben ze net zoveel zin in zoetigheid als de meeste andere mensen. Diabetes die niet onder controle is, kan tot honger leiden — maar niet per se tot trek in suiker. Diabetespatiënten kunnen wel zoetigheid eten, maar ze moeten hun suikerconsumptie in aanmerking nemen bij het plannen van hun totale dieet.

Uit recent onderzoek is gebleken dat een eetpatroon dat rijk is aan fructose — suiker uit fruit en groente — bij dieren tot insulineresistentie en zelfs diabetes kan bijdragen, ongeacht hun gewicht.

[Diagrammen/Illustraties op blz. 8, 9]

Diabetes eenvoudig uitgebeeld

ALVLEESKLIER

Een gezond mens

Na een maaltijd reageert de alvleesklier op stijgingen van het glucosegehalte van het bloed door de juiste hoeveelheid insuline af te scheiden

Insulinemoleculen hechten zich aan receptoren op spiercellen en andere cellen. Daardoor worden vervolgens ingangen geactiveerd die glucosemoleculen toelaten

De glucose wordt door spiercellen opgenomen en verbrand. Op die manier wordt het glucosegehalte in de bloedstroom weer normaal

Type-I-diabetes

De insulineproducerende bètacellen in de alvleesklier worden door het immuunsysteem aangevallen. Als gevolg daarvan wordt er geen insuline geproduceerd

Zonder de hulp van insuline kunnen de glucosemoleculen de cellen niet binnengaan

Type-II-diabetes

In de meeste gevallen produceert de alvleesklier een beperkte hoeveelheid insuline

Als receptoren minder ontvankelijk zijn voor insuline, worden de ingangen die nodig zijn om glucose uit het bloed op te nemen niet geactiveerd

De glucose hoopt zich op in de bloedstroom, waardoor vitale processen worden belemmerd en vaatwanden beschadigd raken

[Diagram]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

CEL

receptor

ingang

insuline

kern

glucose

[Diagram]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

BLOEDVAT

rode bloedcellen

glucose

[Verantwoording]

Man: The Complete Encyclopedia of Illustration/J. G. Heck

[Illustratie op blz. 7]

Het juiste dieet is van levensbelang voor diabetespatiënten

[Illustraties op blz. 10]

Diabetespatiënten kunnen aan normale activiteiten deelnemen