Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Na de explosies

Na de explosies

Na de explosies

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ECUADOR

OP 20 november 2002 genoten de 124.000 inwoners van de Ecuadoriaanse stad Riobamba van een heerlijke dag. Witte donzige wolkjes sierden de blauwe hemel. De omliggende vulkanen boden met hun besneeuwde toppen een prachtige aanblik. In de stad, die op een hoogte van ruim 2700 meter in het Andesgebergte ligt, verrichtten mensen hun dagelijkse bezigheden, zich er niet van bewust dat dit vredige tafereel op het punt stond wreed verstoord te worden. Ineens werd ’s middags de rust verbroken door een oorverdovende knal! Ramen en deuren begonnen te trillen. Er ontwikkelde zich een dreigende, snel groeiende paddestoelwolk.

Binnen tien minuten volgde er een tweede explosie, vergezeld van een krachtige schokgolf die ruiten deed springen en deuren uit hun scharnieren blies. Er verscheen een kolkende wolk van vuur en rook, die de eerste wolk in het niet deed verzinken. Daarop volgde een hele reeks explosies en lichtflitsen.

José en Ana, een echtpaar van in de zestig en allebei Jehovah’s Getuigen, woonden zo’n 400 meter van de explosie vandaan. Door de kracht van de explosie werden ze tegen de grond geslagen. Ana stond bij de voordeur toen die uit zijn scharnieren werd gerukt en tegen een achtermuur werd geslingerd. Terwijl het doodsbange echtpaar zich naar de achterkant van het huis haastte, begon boven hun hoofd het plafond in te storten. Toch wisten ze op een kleine binnenplaats te komen, waar ze beschutting zochten bij elkaar en begonnen te bidden. Gelukkig kwam een kwartier later hun zoon met een auto en bracht hen in veiligheid.

Het liep niet met iedereen zo goed af. Na de explosies ontstond er paniek. Massa’s mensen vluchtten te voet. Te midden van gegil en geschreeuw gleden sommigen uit en vielen op het glas dat over de trottoirs verspreid lag. Auto’s, bussen en vrachtwagens reden met hoge snelheid de stad uit. Sommige gingen zelfs spookrijden door eenrichtingsstraten! Velen die vanuit school of van hun werk gevlucht waren, verkeerden bijna 24 uur in onzekerheid over het lot van hun familie.

De oorzaak van al die chaos? Een brand in een ondergronds munitiedepot op een nabijgelegen militaire basis had een enorme kettingreactie veroorzaakt van exploderende handgranaten, tankgranaten, mortiergranaten en lichtkogels. Terwijl de explosies maar doorgingen, werd via politiewagens met luidsprekers omgeroepen dat iedereen de stad moest verlaten tot op een afstand van minstens 15 kilometer.

Al snel was Riobamba verlaten. Op de hoofdweg buiten de stad bevonden zich duizenden plaatselijke bewoners, velen zonder jas, die in de koude nacht tegen elkaar aan kropen. Na enkele uren werden de explosies eindelijk wat minder. Vanwege de ijzige kou begonnen de bewoners voorzichtig naar de stad terug te keren. Toen het de volgende ochtend weer licht werd, zagen velen dat de ramen, deuren, daken, plafonds en muren van hun huis ernstig beschadigd waren. Eén gezin ontdekte dat een matras doorboord was met puntige glasscherven. Anderen vonden granaatscherven in en rond hun huis.

Volgens de eerste berichten waren er minstens 7 doden, 538 gewonden en 18.000 beschadigde huizen. Van de 950 Getuigen van Jehovah in het gebied verloor niemand het leven, hoewel 2 Getuigen voor ernstige snijwonden behandeld moesten worden.

Hulp voor de slachtoffers

De ochtend na de explosies gingen plaatselijke ouderlingen van Jehovah’s Getuigen bij hun broeders en zusters langs om te kijken hoe het met hen ging. Later die dag vergaderde een reizende opziener van Jehovah’s Getuigen met ouderlingen uit dertien gemeenten in en rond Riobamba om de schade en het aantal gewonden vast te stellen. Hij moedigde de ouderlingen aan zorg te dragen voor de emotionele en geestelijke behoeften van de slachtoffers. Zelfs onder deze moeilijke omstandigheden was het heel belangrijk de vergaderingen bij te wonen! (Hebreeën 10:24, 25) Dus hielden de plaatselijke gemeenten op de avond na de ramp hun vaste vergaderingen.

Op donderdag en vrijdag werd een gedetailleerd rapport van de schade aan de huizen van Getuigen opgesteld en naar het plaatselijke bijkantoor van Jehovah’s Getuigen in Guayaquil gestuurd. In het rapport stond dat het dringend noodzakelijk was honderden gebroken ramen af te dichten om de bewoners tegen de kou te beschermen. Binnen enkele uren had het bijkantoor grote rollen doorzichtig plastic, tape en betonspijkers gekocht voor noodreparaties.

Zaterdagochtend om negen uur arriveerde er een vrachtwagen van het bijkantoor. Teams van mannen en vrouwen waren in de huizen van hun mede-Getuigen al aan het helpen de glasscherven op te ruimen zodat het plastic aangebracht kon worden. Het werk werd vanuit een plaatselijke Koninkrijkszaal georganiseerd. Er werden strepen op de grond getrokken zodat het plastic snel kon worden afgemeten. Aan de hand van opmetingen door de hulpteams werd het plastic op de juiste lengte gesneden en vervolgens aan de wachtende installatieteams gegeven.

De eerder genoemde José vertelt: „Toen we de middag na de explosie thuiskwamen, waren de broeders er al puin aan het ruimen. Op zaterdag kwam mijn buurman langs. Hij merkte op dat de ramen van mijn huis zo netjes met plastic waren afgedicht en vroeg me: ’Hoeveel heeft dat je wel niet gekost?’” Wat was hij verbaasd te horen dat het helemaal gratis was gedaan!

Zaterdagavond hadden de ongeveer 200 vrijwilligers uit plaatselijke gemeenten de ramen van 91 huizen van Getuigen afgedicht. Ook veel niet-Getuigen hadden er voordeel van. In een plaatselijke krant stond een foto van een huis waaraan de Getuigen gewerkt hadden, met de vermelding dat slechts één van de acht bewoners een Getuige van Jehovah was.

Voorzien in emotionele steun

Deze ramp was emotioneel gezien natuurlijk een hele klap. Om de plaatselijke Getuigen troost te bieden, werd op maandagmiddag 25 november om vijf uur een speciale vergadering georganiseerd, die door vertegenwoordigers van het plaatselijke bijkantoor zou worden geleid. Omdat de elektrische verlichting het nog niet deed, kon de vergadering niet later op de avond worden gehouden. Gezien de wat ongunstige vergadertijd werden er slechts zo’n 600 aanwezigen verwacht. Maar de congreshal in Riobamba stroomde vol met een menigte van 1421 mensen, inclusief enkele buren van Getuigen! Het programma was opgebouwd rond teksten als Psalm 4:8: „In vrede wil ik mij neerleggen en ook slapen, want gij, ja, gij alleen, o Jehovah, doet mij in zekerheid wonen.” Alle aanwezigen waren heel erg dankbaar voor het vertroostende geestelijke programma.

Aan het einde van het programma werden honderden exemplaren van het Ontwaakt!-artikel „Hoe u uw kind kunt helpen natuurrampen te verwerken” (22 juni 1996) aan ouders uitgedeeld. Eén paragraaf uit het artikel luidt:

„Het Amerikaanse Federale Bureau voor Rampenbestrijding (de FEMA) merkt op dat kinderen normaal gesproken vlak na een ramp bang zijn dat (1) zij in de steek gelaten zullen worden, (2) zij van het gezin gescheiden zullen worden, (3) de ramp nog eens zal gebeuren, en (4) er iemand gewond zal raken of zal omkomen.” Naar aanleiding van dat artikel kregen ouders de volgende raad:

1. Probeer als gezin bij elkaar te blijven.

2. Neem de tijd om de situatie kalm uit te leggen.

3. Moedig de kinderen aan zich te uiten.

4. Laat de kinderen meehelpen met het schoonmaakwerk.

Later werden er ook exemplaren van het Ontwaakt!-artikel uitgedeeld aan buren en bijbelstudenten.

Drie weken na de explosie werden materialen gekocht om definitieve reparaties aan onder meer ramen, plafonds en daken uit te voeren. Binnen nog eens drie weken waren die projecten voltooid en waren tevens twee Koninkrijkszalen hersteld. Velen uitten hun dankbaarheid voor die liefdevolle hulp.

In deze „laatste dagen” zijn rampen aan de orde van de dag (2 Timotheüs 3:1-5). Maar de hulp die Jehovah’s Getuigen elkaar en hun buren geven, is een bewijs van de kracht van het ware christendom. José bracht het mooi onder woorden toen hij zei: „Jehovah’s organisatie treuzelt niet om ons te helpen als we in nood verkeren.”

[Illustraties op blz. 15]

Zo’n 200 Getuigen boden zich vrijwillig aan voor het schoonmaakwerk. Nieuw glas voor de ramen werd opgemeten, gesneden en geplaatst. Daken werden vervangen