Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Overstromingen in de Kaukasus

Overstromingen in de Kaukasus

Overstromingen in de Kaukasus

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN RUSLAND

VORIG jaar is er in het noorden van Kaukasië in slechts twee dagen net zoveel regen gevallen als normaalgesproken in drie maanden. Een groot aantal rivieren trad buiten hun oevers. Zelfs kleine beekjes werden woeste stromen die alles op hun pad wegspoelden. Dammen braken door en huizen en andere gebouwen werden verwoest. Ineens waren duizenden mensen dakloos. Velen kwamen om doordat ze niet snel genoeg uit hun huis konden komen. Anderen konden slechts machteloos toekijken hoe dierbaren door het kolkende water werden meegesleurd.

In de stad Nevinnomyssk probeerde een gezin op hun tractor te ontsnappen. Maar door een enorme golf kantelde de tractor, en het hele gezin kwam om. Sommigen verloren het leven terwijl ze anderen probeerden te redden. Volgens officiële schattingen werden 335.000 mensen door de overstromingen getroffen. Meer dan 200 van hen overleden en velen werden vermist.

Tienduizenden huizen kwamen onder water te staan. Waterleidingen en rioleringen werden verwoest. Door het kolkende water werden er zelfs lijken uit hun graf weggespoeld, onder andere van dieren die aan miltvuur gestorven waren. De schade door de overstromingen bedroeg naar schatting 16 miljard roebel, of ongeveer 400 miljoen euro.

Dit eens zo mooie en vruchtbare land dat vaak bezongen wordt in liederen en gedichten, zag er nu troosteloos uit! Maar de ramp had geen invloed op echte naastenliefde.

Snel hulp geboden

In het begin was er geen schoon water, elektriciteit, gas of telefoonverbinding. Mensen verloren elkaar uit het oog. In het getroffen gebied woonden ook meer dan 3000 Getuigen van Jehovah, van wie ruim 700 in en rond Nevinnomyssk. Zodra er dus berichten van de overstromingen binnenkwamen, vormden de Getuigen speciale noodcomités ten behoeve van de slachtoffers. Deze comités kwamen al in actie voordat er van staatswege reddingswerkers arriveerden.

In het stadje Orbeljanovka, ongeveer 60 kilometer ten zuidoosten van Nevinnomyssk, steeg het water snel. Acht mensen, onder wie twee vrouwelijke Getuigen, vluchtten naar de top van een kleine heuvel. Maar kleine dieren, waaronder veel slangen, deden dat ook. Daardoor moesten ze de hele nacht de slangen van zich afhouden.

De volgende ochtend zochten de plaatselijke Getuigen naar een manier om de twee gestrande zusters te bereiken. Uiteindelijk vonden ze vroeg in de middag een rubberbootje. Maar voordat de Getuigen de zusters gingen redden, gebruikten ze het rubberbootje om een verlamde oudere man in veiligheid te brengen. Toen ze vervolgens de zusters in veiligheid brachten, kwam er een helikopter om de anderen van de heuvel op te pikken.

Later op de dag redden de Getuigen nog anderen met de rubberboot. De Getuigen vroegen hun: „Weten jullie wie we zijn?” Hierop antwoordden de mensen: „De Hulpdienst bij Rampen natuurlijk.” Ze waren verrast te horen dat het Getuigen waren.

De Getuigen in Nevinnomyssk kochten een soort veldkeuken en maakten warme maaltijden voor de slachtoffers klaar. Ze zorgden niet alleen voor voedsel maar ook voor water, kleding en medicijnen. Teams van Getuige-vrijwilligers maakten ook de huizen schoon en haalden rommel weg uit de tuinen.

In Zelenokoemsk kocht een Getuige-echtpaar met een eigen zaak water, voedsel en kleding bij een groothandel en gebruikte hun wagen voor het vervoer ervan. Toen kennissen van de vrouw vroegen voor wie de spullen waren, legde ze uit dat ze die naar geloofsgenoten bracht die door de ramp getroffen waren. Haar zorgzaamheid bewoog ook hun ertoe te helpen. Een zakenvrouw bood een grote zak noedels aan, iemand anders gaf een groot pak zeep en weer anderen schonken zakken suiker.

Hulp van ver weg

Aangezien veel Getuigen in Rusland wilden weten hoe ze de slachtoffers van de overstromingen konden helpen, werd er een speciaal fonds opgericht ten behoeve van de getroffenen. Er kwam zelfs hulp van vrijwilligers van het Bestuurscentrum van Jehovah’s Getuigen in Rusland dat in de buurt van Sint-Petersburg ligt. Sommigen kochten nieuwe dingen voor de slachtoffers van de overstromingen. Iemand zei: „Ik heb mijn beste spullen gegeven, want ik heb iets maar onze broeders en zusters hebben niets.”

Het Bestuurscentrum stuurde ook brieven naar zo’n 150 gemeenten van Jehovah’s Getuigen in Sint-Petersburg en Moskou, waarin werd uitgelegd hoe de broeders en zusters geld, voedsel en kleding konden schenken. Hoewel de economische situatie in Rusland veel te wensen overlaat en de meeste Getuigen op materieel gebied weinig hebben, waren ze gul. Het deed denken aan de gaven van de straatarme Macedonische christenen aan hun behoeftige broeders en zusters in Judea. — 2 Korinthiërs 8:1-4.

Nadat de geschonken spullen op centrale verzamelpunten gesorteerd waren, werden ze in vrachtwagens geladen en naar het rampgebied gebracht. Naast de spullen die geschonken werden, kocht het Bestuurscentrum 10 ton voedsel, 500 sets beddenlakens, zeep en schoonmaakmiddelen, en ook materiaal en werkkleding voor schoonmaakwerk in het rampgebied. Alles bij elkaar gingen zes 50-tonners met hulpgoederen naar Noord-Kaukasië.

Vrijgevigheid is een getuigenis

Het opruimingswerk dat de Getuigen in het noodgebied verrichtten, bleef niet onopgemerkt. Neem bijvoorbeeld de situatie in het mooie kuuroord Kislovodsk, waar ruim 300 Getuigen wonen. Ze boden het stadsbestuur hun hulp aan en kregen een gebied om schoon te maken.

Op 28 juni stonden er ’s morgens om acht uur ongeveer 150 Getuigen, onder wie complete gezinnen, met hun gereedschap klaar voor het werk. Sommige hadden onbetaald verlof genomen van hun werk om met de schoonmaak te helpen. Al snel kwam er een auto aan en de eerste loco-burgemeester stapte eruit. „Wat komen al die mensen hier doen?”, vroeg hij.

Als antwoord werd hem gezegd: „Het zijn Getuigen van Jehovah die zijn gekomen om de stad schoon te maken na de overstromingen.”

De loco-burgemeester was verrast zoveel mensen te zien en zei: „Wat goed! Bedankt! Dit is fantastisch!”

Later, net voor de lunch, reed er nog iemand van het stadsbestuur met de auto langs. Ze stopte, stapte uit en ging naar de Getuigen toe. „We hebben jullie aan het werk gezien en we staan echt versteld”, zei ze. „We hebben nog nooit mensen zo zien werken als jullie. Jullie hebben al zo veel gedaan!”

Rond dezelfde tijd liep er een oudere vrouw langs die vroeg: „Waarom werken die mensen zo hard?” Toen haar werd verteld dat Jehovah’s Getuigen de stad hielpen, kwamen er tranen in haar ogen. „Jullie zijn echte gelovigen”, zei ze. „De ware aard van mensen komt naar boven als er een ramp toeslaat.” Een andere vrouw zei: „Het is schitterend wat jullie doen! Zoiets heb ik lang niet meer gezien.”

De dag erna prees de plaatselijke krant Na Vodakh Jehovah’s Getuigen en zei dat ze meer dan 100 ton slib uit de stad hadden weggehaald. Het stadsbestuur van Kislovodsk schreef de Getuigen een bedankbrief, waarin stond: „Uw onschatbare hulp heeft de stad tot haar vroegere schoonheid teruggebracht . . . Ongetwijfeld zullen de dankbetuigingen van de vele bezoekers van onze stad uw mooiste beloning zijn.”

Hoewel de natuurramp die Noord-Kaukasië trof veel verlies en onrust heeft veroorzaakt, waren de Getuigen blij liefde voor hun geloofsgenoten en buren te kunnen tonen. Ze waren vooral blij omdat ze weten dat zulke uitingen van liefde Jehovah, onze Schepper, verheerlijken.

[Kaarten op blz. 16]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Zwarte Zee

DE KAUKASUS

Nevinnomyssk

Orbeljanovka

Zelenokoemsk

Kislovodsk

Kaspische Zee

[Verantwoording]

Globe: Mountain High Maps® Copyright © 1997 Digital Wisdom, Inc.

[Illustratie op blz. 17]

Getuigen kochten deze veldkeuken en kookten voor de slachtoffers

[Illustratie op blz. 17]

Deze Getuige leverde met haar auto voedsel en benodigdheden af

[Illustratie op blz. 18]

Leden van het stadsbestuur van Kislovodsk prezen de Getuigen voor de hulp bij het herstel