Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe waardevol zijn bossen?

Hoe waardevol zijn bossen?

Hoe waardevol zijn bossen?

HOEWEL er nog bijna een derde van het aardoppervlak met bossen bedekt is, wordt dat deel steeds kleiner. Choices — The Human Development Magazine, uitgegeven door het VN-ontwikkelingsprogramma, berichtte in 1998 dat er alleen al in ontwikkelingslanden „elk jaar wel vier miljoen hectare land wordt ontbost — een gebied ter grootte van Zwitserland”.

Waarom ontbossing een paradox is

De aanhoudende ontbossing is volgens sommige deskundigen een paradox. Dat komt doordat men bossen om economische redenen blijft afbranden en kappen. Maar volgens sommige deskundigen zijn bossen „veel meer waard als ze blijven staan dan wanneer ze gekapt of verbrand worden”. Hoe dat zo?

Dr. Philip M. Fearnside en dr. Flávio J. Luizão van het Nationaal Instituut voor Onderzoek in het Amazonegebied in Manaus (Brazilië) vertelden Ontwaakt! dat de regenwouden „de wereld grote diensten” bewijzen. Bijvoorbeeld: Ze zorgen voor het opnemen en opslaan van kooldioxide (een broeikasgas). Ze voorkomen bodemverlies en overstromingen. Ze recyclen voedingsstoffen en reguleren de neerslag. Ze voorzien in een habitat voor bedreigde dieren en een plaats voor wilde gewassen. En ze bieden schitterend natuurschoon en hebben een recreatiefunctie. Al zulke diensten voor het milieu hebben, zo zeggen de onderzoekers, economische waarde.

Neem bijvoorbeeld het vermogen van een bos om koolstof op te slaan. Wanneer het bos gekapt wordt, komt de koolstof van de gevelde bomen uiteindelijk in de vorm van kooldioxide in de atmosfeer terecht, wat tot het broeikaseffect bijdraagt. Van deze ’dienst voor de wereld’ die het bos verschaft, het opslaan van koolstof, kan de economische waarde worden geschat door vast te stellen wat het kost om de koolstofuitstoot met kunstmatige middelen te verminderen.

Volgens Marc J. Dourojeanni, een milieudeskundige op het Braziliaanse kantoor van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, blijkt uit zulke berekeningen dat „de bossen als koolstofreservoirs veel meer waard zijn dan wat ze aan hout en landbouwgrond opleveren”. Toch worden er steeds meer bossen gekapt. Waarom?

Een stimulans tot behoud

Sta eens stil bij de volgende vergelijking: Een groep mensen bezit een elektriciteitscentrale. De centrale voorziet de omliggende steden van elektriciteit, maar de gebruikers betalen er geen cent voor. Na een tijdje komen de eigenaars tot de slotsom dat het financieel gezien beter zou zijn de centrale te sluiten, de hele installatie te ontmantelen en de inventaris met winst te verkopen, dan een centrale in stand te houden die niets oplevert. Een aantal functionarissen in bosrijke landen lijken er net zo over te denken. Omdat de gebruikers in de wereld niet betalen voor de diensten die het bos levert, is het financieel gezien logischer de bossen te kappen (de elektriciteitscentrale af te breken) en de bomen te verkopen (de inventaris te verkopen) om snel grote winsten te maken — zo redeneert men tenminste.

Deze ontwikkeling kan volgens Dourojeanni alleen worden tegengegaan als het financieel aantrekkelijk wordt gemaakt om bos te behouden. Eén idee, geopperd door de Braziliaanse kernfysicus prof. dr. José Goldemberg, voormalig hoofd van de Universiteit van São Paulo, is het heffen van een „wereldwijde koolstofbelasting” — een soort ecotaks voor gebruikers van fossiele brandstoffen.

Volgens voorstanders zou de hoogte van de heffing moeten afhangen van de hoeveelheid brandstof die een land gebruikt en ook van de hoeveelheid broeikasgassen die wordt uitgestoten. In de Verenigde Staten woont bijvoorbeeld zo’n 5 procent van de wereldbevolking, maar men is er verantwoordelijk voor bijna 24 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Enkele beleidsbepalers redeneren dat het belastinggeld dat door zo’n land wordt betaald, gebruikt zou kunnen worden als compensatie voor de landen die snelle winsten uit houtkap laten schieten om hun bossen te behouden. Op die manier, zo suggereert men, zouden gebruikers in feite hun ’elektriciteitsrekening’ betalen en zouden de ’eigenaars’ een financiële stimulans hebben om hun ’elektriciteitscentrale’ te behouden.

Maar wie moet de waarde van zulke diensten bepalen? En wie moet de betalingen innen en verdelen?

Ander gedrag noodzakelijk

„Deze kwesties”, zegt Dourojeanni, „kunnen het best behandeld worden op een internationale conferentie over bossen.” Zo’n conferentie zou de tarieven kunnen vaststellen voor de diensten die de bossen het milieu bewijzen. Dan „zou er een internationale organisatie voor bossen opgericht kunnen worden om deze wereldwijde inspanningen te coördineren”.

Hoewel het zinnig lijkt een internationale organisatie te gebruiken om een internationaal probleem te reguleren, erkent Dourojeanni: „Er zijn heel wat instellingen en commissies in het leven geroepen om de problemen rond de bossen aan te pakken, maar dat heeft niets opgeleverd.” Wat er echt nodig is, voegt hij hieraan toe, zijn „drastische veranderingen in sociaal en economisch gedrag”. Bosbehoud vereist inderdaad meer dan een nieuwe wet — het vereist een nieuwe manier van denken.

Zullen zulke problemen ooit opgelost worden? De Schepper van de aarde, Jehovah God, belooft van wel. De bijbel toont aan dat hij een regering heeft opgericht die binnenkort de hele wereld zal besturen en de problemen op aarde zal oplossen. Die regering ’zal nooit te gronde worden gericht’ (Daniël 2:44). Bovendien zal ze erop toezien dat de ecosystemen van de aarde juist worden gebruikt. Ondertussen zullen de bewoners van de aarde steeds meer leren over hun Schepper, degene die in de bijbel Jehovah wordt genoemd (Jesaja 54:13). Alle mensen die dan leven, zullen diepe waardering hebben voor de aarde, inclusief de bossen.

[Illustratieverantwoording op blz. 26]

Ricardo Beliel/SocialPhotos

© Michael Harvey/Panos Pictures