Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„We zijn trots op onze kleding”

„We zijn trots op onze kleding”

„We zijn trots op onze kleding”

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN MEXICO

TOEN de Spanjaarden in de zestiende eeuw voor het eerst in Mexico aankwamen, troffen ze een verscheidenheid van culturen aan — die van de Azteken, de Maya en anderen. Zijn die culturen volledig weggevaagd door de Europeanen? Nee, ze zijn nog altijd aanwezig. Zo’n twaalf miljoen mensen in Mexico zijn rechtstreekse afstammelingen van precolumbiaanse etnische groepen. Velen spreken nog de oorspronkelijke talen. En ze onderscheiden zich door hun mooie klederdrachten.

De zuidwestelijke staat Oaxaca, het gebied met de grootste culturele diversiteit in Meso-Amerika, is net een gigantische modeshow. Daar wonen onder anderen de Chontal, die voor hun onderhoud afhankelijk zijn van landbouw, veeteelt en het jagen en verzamelen in de bergen. Elk gezin heeft een tuin vol met fruitbomen, groenten en bloemen. De Chontal-vrouwen laten hun liefde voor de natuur blijken door in rood en zwart dierenfiguren en bloemen op hun blouses te borduren. Ongetrouwde vrouwen dragen daarbij nog kleurrijke linten in het haar.

Naast de Chontal wonen op de landengte van Tehuantepec ook de Huave en de Zapoteken, die zich ongeveer hetzelfde kleden; toch kunnen plaatselijke bewoners op de een of andere manier aan de kleding van een vrouw zien wat haar afkomst is. De Zapoteken, die zichzelf het volk uit de wolken noemen, kunnen aan de manier waarop een vrouw haar kleding schikt zelfs zien uit welk dorp ze komt. Bij de Chinanteken, uit het noordelijke deel van dezelfde staat, borduren de vrouwen ingewikkelder patronen. De afbeeldingen op hun wijde, mouwloze jurken die ze huipils noemen, vertellen hun voorouderlijke geschiedenis. Voor formele gelegenheden dragen ze uitzonderlijk mooi geborduurde kleding, in hun taal ’grote maag’ genoemd.

De vrouwen van de Mixteken, die delen van de staten Oaxaca, Guerrero en Puebla bevolken, houden ook van borduren. In één streek versieren vrouwen hun mousselinen blouses met gebruikmaking van een techniek die „maak me als je kan” heet. Net als andere Mexicaanse volken gebruiken de Mixteken uit de kuststreek nog steeds dezelfde soort stof die hun voorouders honderden jaren geleden gebruikten. Hun huidige weeftechniek is in musea te zien op precolumbiaanse beeldjes en op tekeningen.

De mannenkleding van de oude Maya en Azteken was rijk versierd. Tegenwoordig kleden de mannen van de meeste inheemse groepen zich vrij conventioneel. Maar bij enkele inheemse volken vinden we nog wat elementen van die precolumbiaanse voorliefde, zoals bij de Huichol. Hun geborduurde kleding, een symbool van hun sociale status, heeft zulke ingewikkelde patronen en accessoires dat het wel wat tijd kost om de details ervan te bestuderen en te begrijpen.

De meest traditionele precolumbiaanse dracht vinden we bij de Nahuatl-gemeenschappen van Cuetzalán, in de staat Puebla, waar vrouwen opvallende kapsels hebben met garen dat in hun haar geweven is (foto op blz. 26) en de quechquemitl, een doorschijnende decoratieve sjaal, dragen. Zulke karakteristieke dingen zijn ook in oude handschriften terug te vinden.

Op de hooglanden van de staat Chiapas vinden we een mozaïek van verschillende etnische groepen, waarvan sommige van dezelfde voorouders afstammen. Daar dragen de Tzotzil, de Tzeltal en de Tojolabal kleding die in hun ogen heel alledaags is, maar voor de buitenstaander echt een lust voor het oog.

Velen maken ook de stof zelf. Zou het u niet een sterk besef van uw identiteit geven als u van uw moeder zou leren hoe u uw eigen stof moest maken? Bij de Tzotzil in de koele hooglanden van Chiapas zijn de vrouwen verantwoordelijk voor het hele proces: eerst scheren ze de schapen, dan wassen, kaarden en spinnen ze de wol en verven die met natuurlijke kleurstoffen, en ten slotte weven ze de stof op een rond de heupen gespannen weefgetouw. Petrona, een meisje uit Chamula, vertelt trots: „In het begin was het moeilijk, maar ik was heel blij toen ik mijn eerste wollen nagua [rok] klaar had en mijn eerste katoenen blouse geborduurd had. Ik heb ook zelf mijn sjerp gemaakt.” Nu we weten hoeveel werk erbij betrokken is, begrijpen we waarom ze zegt: „We zijn trots op onze kleding.”

In de meest conservatieve streken van het schiereiland Yucatán dragen de Maya-vrouwen op doordeweekse dagen een hipil, een wijde, witte jurk met kleurrijk borduursel. Heel vaak hoort daar een kanten onderrok bij. Bij speciale gelegenheden dragen de vrouwen en jonge meisjes — zowel op het platteland als in de steden — trots een terno, een rijker versierde versie van de hipil.

Voor bezoekers kan typisch Mexicaanse kleding heel duur zijn. Toch kunnen de inheemse mensen, hoewel de meesten van hen arm zijn, zich deze luxe veroorloven omdat ze zich de moeite getroosten die kleding zelf te maken.

Er zijn in Mexico 219 gemeenten van Jehovah’s Getuigen die hun christelijke vergaderingen in een inheemse taal houden. Zo’n vergadering bijwonen kan een lust voor het oog zijn, omdat de aanwezigen dan hun mooiste traditionele kleding, een erfenis van hun voorouders, kunnen dragen. En wat zijn die kleren prachtig!

[Kaart op blz. 26]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

YUCATÁN

PUEBLA

OAXACA

CHIAPAS

[Illustratie op blz. 26]

Kanten onderrok (Maya)

[Illustratie op blz. 26]

Zapoteeks borduursel

[Illustratie op blz. 26]

Zapoteken (Oaxaca)

[Illustratie op blz. 26]

Maya (Yucatán)

[Illustratie op blz. 26]

Nahuatl (Puebla)

[Illustratie op blz. 26]

Tzotzil (Chiapas)