Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een geloofstest

Een geloofstest

Een geloofstest

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN GROOT-BRITTANNIË

RICHMOND is een pittoresk plaatsje in North Yorkshire (Engeland). Er bevindt zich een kasteel dat in 1066, net na de verovering van Engeland door de Normandiërs, gebouwd is en een weids uitzicht biedt over het dal van de Swale, dat naar het Nationaal Park Yorkshire Dales leidt.

In de tv-documentaire The Richmond Sixteen (De zestien van Richmond) werd een belangrijk aspect van de hedendaagse geschiedenis van het kasteel onthuld — het lot van zestien gewetensbezwaarden die daar tijdens de Eerste Wereldoorlog waren gevangengezet. Wat is er toen met hen gebeurd?

Dienstplicht

Nadat Groot-Brittannië Duitsland in 1914 de oorlog had verklaard, gingen zo’n 2,5 miljoen mannen, gedreven door patriottisme, het Britse leger in. Maar wegens het toenemende aantal gesneuvelden en het besef dat de oorlog toch niet zo snel zou eindigen als de politici hadden beloofd, „werd rekrutering eerder een kwestie van dwang dan van overreding”, zegt de oorlogshistoricus Alan Lloyd. Dus werden in maart 1916 voor het eerst in de Britse geschiedenis ongehuwde mannen opgeroepen voor militaire dienst.

Er werden 2000 rechtbanken ingesteld ter behandeling van verzoeken om vrijstelling, maar zo goed als geen van degenen die dienst weigerden op grond van hun geweten, kreeg volledige vrijstelling. De meeste gewetensbezwaarden moesten zich bij de non-combattante troepen voegen, die bedoeld waren om het oorlogsapparaat te ondersteunen. Degenen die dat weigerden, werden nog altijd als dienstplichtigen bezien en werden voor een krijgsraad gebracht. Ze werden wreed behandeld en gevangengezet, vaak in krappe cellen en onder verschrikkelijke omstandigheden.

De zestien van Richmond

Tot de zestien van Richmond behoorden vijf Internationale Bijbelonderzoekers, zoals Jehovah’s Getuigen toen bekendstonden. Herbert Senior, die in 1905 op vijftienjarige leeftijd een Bijbelonderzoeker werd, schreef zo’n vijftig jaar later: „We werden in cellen geplaatst die meer weg hadden van kerkers. Ze waren waarschijnlijk jarenlang niet gebruikt, want er lag wel vijf tot tien centimeter puin op de grond.” Onlangs zijn de reeds vervaagde of gedeeltelijk onleesbare tekeningen en teksten die gevangenen op hun witgekalkte celmuren aanbrachten, voor het publiek opengesteld. Er zijn namen, boodschappen, tekeningen van geliefden, en ook geloofsuitingen te zien.

Eén gevangene had eenvoudig geschreven: „Ik sterf liever omdat ik principes heb, dan omdat ik er geen heb.” Veel boodschappen bevatten vermeldingen van Jezus Christus of van zijn leringen, en er zijn ook zorgvuldig getekende replica’s van het ’kruis en kroon’-embleem, dat toen door de International Bible Students Association (IBSA) werd gebruikt. Herbert Senior vertelt dat hij op zijn celmuur de „Kaart der tijdperken” uit het bijbelstudiehulpmiddel Het Goddelijk Plan der Eeuwen had getekend, maar daar is niets van teruggevonden. Die is misschien samen met andere teksten op muren van het voornaamste cellenblok of elders verloren gegaan. Een andere inscriptie luidt: ’Clarence Hall, Leeds, I.B.S.A. 29 mei 1916. Naar Frankrijk gestuurd.’

Naar Frankrijk — En weer terug!

Het aantal oorlogsslachtoffers in Frankrijk en België nam alarmerend snel toe. Minister van Oorlog Horatio Herbert Kitchener en Brits generaal Douglas Haig hadden wanhopig behoefte aan meer manschappen, inclusief gehuwde mannen, die in mei 1916 eveneens werden opgeroepen. Om de druk op te voeren, besloten politieke en militaire leiders gewetensbezwaarden ten voorbeeld te stellen. Dus werden de zestien van Richmond geboeid en onder bedreiging met een vuurwapen onrechtmatig op een trein gezet en in het geheim via een omweg naar Frankrijk gebracht. Daar, op het strand van Boulogne, zegt het tijdschrift Heritage, „werden de mannen met prikkeldraad aan palen gebonden, bijna alsof ze gekruisigd werden”, en moesten ze toezien hoe een Brits deserteur door een vuurpeloton werd geëxecuteerd. Er werd hun gezegd dat als ze dienst bleven weigeren, hun hetzelfde lot te wachten stond.

Half juni 1916 werden de gevangenen voor 3000 soldaten geleid om hun doodvonnis te horen voorlezen, maar tegen die tijd was Kitchener gestorven, en de Britse premier was tussenbeide gekomen. Een briefkaart met een gecodeerde boodschap had de autoriteiten in Londen bereikt, en het militaire bevel was ingetrokken. Generaal Haig werd gelast alle doodvonnissen om te zetten in tien jaar dwangarbeid.

Bij hun terugkeer in Engeland werden enkelen van de zestien naar een Schotse granietgroeve gebracht om onder erbarmelijke omstandigheden „werk van nationaal belang” te verrichten, aldus een officieel verslag. Anderen, onder wie Herbert Senior, werden weer gevangengezet, niet in militaire maar in civiele gevangenissen.

De erfenis

Een uitgebreide tentoonstelling in Richmond Castle, dat nu onder de zorg van English Heritage staat, omvat wegens de broosheid van de celmuren een realistische reconstructie op de computer waardoor bezoekers van dichtbij zowel de cellen als de tekeningen en teksten nauwkeurig kunnen bekijken zonder ze te beschadigen. Studentengroepen worden geholpen te begrijpen waarom gewetensbezwaarden bereid waren voor hun oprechte geloofsopvattingen straf, gevangenzetting en mogelijk executie te ondergaan.

Dankzij de zestien van Richmond „werd de kwestie van dienstweigering op grond van gewetensbezwaren [met succes] in de openbaarheid gebracht en geleidelijk aan erkend en gerespecteerd”. Dat leidde ertoe dat de autoriteiten meer begrip toonden toen ze te maken kregen met degenen die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog als gewetensbezwaarden lieten registreren.

In 2002 werd een mooie tuin op het terrein van het kasteel ten dele opgedragen aan de zestien van Richmond als blijk van waardering voor hun morele overtuiging.

[Illustraties op blz. 12, 13]

Van links naar rechts: De twaalfde-eeuwse toren van Richmond Castle, en het gedeelte waar de gevangeniscellen zich bevinden

Herbert Senior, een van de zestien van Richmond

Een van de cellen waar de zestien van Richmond vastzaten

Achtergrond: Delen van teksten die door de jaren heen op de gevangenismuur zijn aangebracht