Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De tweeblaarkanniedood

De tweeblaarkanniedood

De tweeblaarkanniedood

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN NAMIBIË

HIER in de Namibwoestijn in zuidwestelijk Afrika is de lucht op het moment helder en fris. Het is een onbewolkte dag, en met het opgaan van de zon stijgt ook de temperatuur. We bevinden ons in een wereld van zandduinen en winderige kiezelvlakten. Geïmponeerd kijken we om ons heen. Wat is dat voor een hoop groene bladeren in de verte? Als we wat dichterbij komen, zien we dat we zijn gestuit op een van de vreemdste planten ter wereld — de Welwitschia mirabilis. Het tweede deel van die wetenschappelijke naam is het Latijnse woord voor „wonderlijk”.

In het wild komen welwitschia’s alleen voor in de woestijngebieden van Angola en Namibië. Ze verschillen zo van alle andere planten dat wetenschappers ze classificeren als een uniek geslacht dat slechts één soort telt. „Van de ongeveer 375.000 plantensoorten die de mens kent, is het geen enkele plant gelukt zo veel botanische belangstelling te wekken als de Welwitschia; ook vormt geen enkele plant zo’n uitdaging voor de menselijke gewoonte om te categoriseren”, schrijft Chris Bornman in zijn boek Welwitschia — Paradox of a Parched Paradise.

Hoewel de welwitschia misschien op een berg bladeren rond een boomstronk lijkt, heeft de plant in feite maar twee bladeren. Door de woestijnwind worden die helemaal aan flarden gescheurd. De Afrikaanse naam voor de plant, tweeblaarkanniedood, is wel heel toepasselijk. Overdag loopt de temperatuur hier soms op tot 40 graden Celsius, en ’s nachts kan het bitter koud zijn omdat er geen bomen zijn die de felle winden tegenhouden. De meeste planten zijn volledig van hun wortels afhankelijk om water uit de grond te halen, maar dit geldt niet voor de welwitschia. In de Namib valt er gemiddeld in een jaar nog geen 25 millimeter neerslag, en soms valt er jarenlang helemaal niets! Toch groeit de welwitschia onder die omstandigheden door en blijven zijn bladeren groen. Wetenschappers hebben zich lang afgevraagd hoe dit mogelijk is. Het antwoord schijnt te zijn dat de bladeren van de welwitschia vocht absorberen uit de ochtendmist die door de zeewind naar de woestijn wordt meegevoerd.

De welwitschia verliest zijn bladeren niet en krijgt ook geen nieuwe. Het oorspronkelijke paar blijft de hele levensduur van de plant groeien. Toen men op een keer zo’n blad uitrolde, bleek het bijna 9 meter lang te zijn! Bedenk eens wat er zou gebeuren als de uiteinden van een welwitschiablad niet zouden afsterven en loslaten! „Met een levensduur van 1500 jaar”, verklaart het wetenschappelijke blad Veld & Flora, „zouden de bladeren van de Welwitschia wel [225 meter] lang kunnen worden.” Maar kan de plant echt zo lang blijven leven? „De welwitschia groeit langzaam en wordt vaak 1000 tot 2000 jaar oud”, aldus The World Book Multimedia Encyclopedia.

De welwitschia is inderdaad een wonderlijke, taaie plant. Hoe is het te verklaren dat deze unieke plant die barre omstandigheden in de woestijn zo lang overleeft? In feite moeten we de alwijze Ontwerper bedanken, de Schepper, Jehovah God, degene die „de plantengroei ten dienste van de mensheid” maakt. — Psalm 104:14.