Kernoorlog — Is het te vermijden?
Kernoorlog — Is het te vermijden?
„Zijzelf zullen weiden en zich werkelijk uitgestrekt neerleggen, en er zal niemand zijn die hen doet beven.” — Zefanja 3:13.
IEDEREEN verlangt naar een wereld zonder nucleaire dreiging. Maar gezien de werkelijke situatie in deze wereld hebben velen een pessimistische kijk. „De gedachte aan het beheersen, reduceren en ten slotte uit de weg ruimen van kernwapens verdwijnt langzamerhand van de Amerikaanse en de internationale agenda”, zegt The Guardian Weekly.
Sommigen wijzen er echter op wat voor krachtsinspanningen er in dit verband door verschillende landen worden gedaan. Men schat bijvoorbeeld dat alleen al de Verenigde Staten in één jaar $2,2 miljard hebben uitgegeven om een kernoorlog te voorkomen. Dat is beslist geen kleinigheid. Toch is het voor velen schokkend te horen dat datzelfde land jaarlijks ook zo’n $27 miljard uitgeeft om zich op het voeren van een kernoorlog voor te bereiden.
En hoe staat het met vredesverdragen? Kunnen die hoop bieden?
Verdragen over kernwapenbeheersing
Sinds de introductie van de atoombom zijn er diverse verdragen gesloten met de bedoeling het aantal kernwapens te beheersen of te beperken. Dat zijn onder andere het Non-Proliferatieverdrag (NPV), de SALT-verdragen over beperking van strategische wapens, de START-verdragen over reductie van strategische wapens, en het Kernstopverdrag. Hebben deze verdragen de nucleaire dreiging dan niet kunnen wegnemen?
Een verdrag is altijd gebaseerd op een wederzijdse belofte van de betrokken partijen. Het succes van het NPV bijvoorbeeld, dat in 1970 werd ondertekend en in december 2000 187 lidstaten telde, is afhankelijk van de welwillendheid van de kernwapen- en niet-kernwapenlanden die het verdrag hebben ondertekend. Terwijl het verdrag niet-kernwapenlanden verbiedt
een kernarsenaal te ontwikkelen of aan te leggen, eist het van de kernwapenlanden dat ze ernaar streven hun kernwapens af te schaffen. Is het effectief geweest? „Hoewel het NPV-regime zeker niet waterdicht is, heeft het kunnen voorkomen dat burgerlijke nucleaire technologie en onder toezicht staande faciliteiten voor andere doeleinden worden gebruikt”, zegt Carey Sublette in het document „Veelgestelde vragen over kernwapens”.Hoewel het verdrag enig succes heeft gehad, „heeft het verscheidene landen . . . er niet van weerhouden te proberen deze wapens te maken, en in sommige gevallen zijn ze er ook in geslaagd”, zegt Sublette. Maar, zo zegt hij, ze hebben dat alleen kunnen doen met geheime programma’s, buiten de door het Non-Proliferatieverdrag gewaarborgde faciliteiten. De betrouwbaarheid van de betrokken partijen is dus bepalend voor de effectiviteit van een verdrag. Kunnen we de beloften van mensen zonder meer geloven? Als we naar de feiten van de menselijke geschiedenis kijken, is het antwoord duidelijk.
Waartoe kunnen we ons dan wenden voor hoop?
Een nieuwe manier van denken
In december 2001 ondertekenden 110 Nobelprijswinnaars een gezamenlijke verklaring waarin werd gezegd: „De enige hoop voor de toekomst is gelegen in gezamenlijke internationale actie, geautoriseerd door democratie. . . . Om te kunnen overleven in de wereld die we hebben veranderd, moeten we op een nieuwe manier leren denken.” Maar wat voor „nieuwe manier” van denken is er nodig? Is het reëel te geloven dat de mensen die met hun kernwapens de wereldvrede bedreigen, een nieuwe manier van denken zullen leren?
De bijbel raadt ons aan: „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort” (Psalm 146:3). Waarom niet? De bijbel antwoordt: „Het [is] niet aan de aardse mens . . . zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten” (Jeremia 10:23). Ja, de fundamentele reden is dat mensen niet de bekwaamheid hebben om in vrede over de aarde te regeren. Zoals de bijbel zegt, ’heeft de ene mens over de andere mens geheerst tot diens nadeel’. — Prediker 8:9.
Als mensen niet in staat zijn over de aarde te regeren, wie is dat dan wel? De bijbel belooft dat er vrede zal zijn onder een betrouwbare en bekwame regering. Dit bestuur wordt in de bijbel Gods koninkrijk genoemd, en zonder het te beseffen hebben miljoenen mensen erom gebeden als ze het Onze Vader opzeiden: „Onze Vader in de hemelen, . . . uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde” (Mattheüs 6:9, 10). Jezus Christus, de Vredevorst, is de koning van dit koninkrijk. De bijbel zegt over zijn bestuur: „Aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn.” — Jesaja 9:6, 7.
Ook al leren „edelen”, of politici, en menselijke regeringen deze nieuwe manier van denken niet, u kunt dat wel. Jehovah’s Getuigen hebben miljoenen mensen door middel van een gratis bijbelcursus geholpen de bijbelse boodschap van hoop te aanvaarden. Neem, als u meer informatie wilt, contact op met de uitgevers van dit tijdschrift of ga naar de Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen in uw omgeving.
[Illustratie op blz. 8, 9]
Onder Gods Koninkrijksregering zal er geen nucleaire dreiging meer zijn