Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kernoorlog — Nog steeds een dreiging?

Kernoorlog — Nog steeds een dreiging?

Kernoorlog — Nog steeds een dreiging?

Door een Ontwaakt!-medewerker in Japan

„Ieder zinnig mens huivert voor een kernoorlog en elke technologische staat bereidt er een voor. Iedereen weet dat het waanzin is en elke natie heeft een excuus.” — Carl Sagan, astronoom.

OP 6 AUGUSTUS 1945 wierp een Amerikaans oorlogsvliegtuig een atoombom op Hiroshima (Japan), waardoor in één ogenblik een ontzaglijk aantal mensenlevens en bezittingen werd weggevaagd. Dit was de eerste atoombom die in een oorlog werd gebruikt. Door de explosie werd 13 vierkante kilometer van de stad, die 343.000 inwoners telde, totaal weggevaagd. Meer dan twee derde van de gebouwen in de stad werd verwoest, waarbij minstens 70.000 doden en 69.000 gewonden vielen. Drie dagen later werd er een tweede atoombom afgeworpen, nu op Nagasaki, en daarbij vielen 39.000 doden en 25.000 gewonden. Ongeveer de helft van de gebouwen in de stad werd verwoest of beschadigd. Nooit eerder in de menselijke geschiedenis was er zo’n krachtig wapen gebruikt. De wereld was veranderd. Ze was het atoomtijdperk binnengegaan. Binnen enkele jaren ontwikkelden de Verenigde Staten, de voormalige Sovjet-Unie, Groot-Brittannië, Frankrijk en China de nog veel krachtiger waterstofbom.

De Koude Oorlog — de rivaliteit tussen communistische en niet-communistische landen — was de drijfveer om betere kernwapens en overbrengingssystemen te ontwikkelen. De wereld werd door vrees aangegrepen toen er ICBM’s (langeafstandsraketten) werden ontwikkeld die in minuten in plaats van uren een atoomaanval konden uitvoeren op doelen in landen op een afstand van ruim 5600 kilometer. Onderzeeërs werden uitgerust met voldoende kernraketten om 192 afzonderlijke doelen te vernietigen. Het kernwapenarsenaal werd eens geschat op wel 50.000 kernkoppen! Tijdens de Koude Oorlog stond de mensheid op de rand van wat sommigen een nucleair Armageddon noemden — een oorlog zonder winnaars.

Het einde van de Koude Oorlog

In de jaren zeventig nam de spanning van de Koude Oorlog af, „zoals bleek uit [de wapenbeheersingsovereenkomsten] SALT I en II,” verklaart The Encyclopædia Britannica, „waarin de twee supermachten afspraken hun aantal antiraketraketten en strategische raketten die met atoomwapens geladen kunnen worden, te beperken”. Vervolgens begon de Koude Oorlog eind jaren tachtig te ontdooien en hield ten slotte op te bestaan.

„Het einde van de Koude Oorlog gaf aanleiding tot de hoop dat de erfenis van de kernwapenwedloop en van de confrontatie tussen de Verenigde Staten en Rusland aan het verdwijnen was”, zegt een rapport van het Carnegie-fonds voor Internationale Vrede. Als gevolg van de pogingen tot kernontwapening zijn de afgelopen jaren honderden kernarsenalen ontmanteld. In 1991 tekenden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten het START-verdrag voor reductie en beperking van strategische aanvalswapens, waarbij deze twee nucleaire supermachten zich er voor het eerst in de geschiedenis toe verplichtten het aantal opgestelde strategische kernkoppen niet alleen te beperken maar ook te reduceren tot elk 6000. Eind 2001 verklaarden beide partijen dat ze het verdrag waren nagekomen door het aantal strategische kernkoppen volgens de afspraak te reduceren. Bovendien werd in 2002 het Verdrag van Moskou gesloten, waarbij men zich ertoe verplichtte ze de komende tien jaar verder te reduceren tot tussen de 1700 en 2200.

Maar ondanks deze ontwikkelingen „is het geen tijd voor zelfvoldaanheid als het om de dreiging van een kernoorlog gaat”, zei Kofi Annan, de secretaris-generaal van de VN. Hij zei verder: „Een nucleair conflict blijft aan het begin van de 21ste eeuw een zeer reële en zeer beangstigende mogelijkheid.” Helaas is een nucleaire ramp — veel erger dan wat in Hiroshima en Nagasaki gebeurde — in onze tijd nog steeds een dreiging. Wie vormen de dreiging? En wat nog belangrijker is: is een kernoorlog te vermijden?